bp O OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. 46 Art. 5 Art. 6 48 Art. 7 49 Art. 8 50 Art. 1 b. Aflossing van schuld 439.35 b. Aflossing van schuld 17.000. Ontvangen BEDRAG in 1921. 157.885! 315 GERAAMD BEDRAG voor 19 22 66.914! 23 33.343 33 874 44 173.405 11 1923 178.059:305 184.778 58 104.536' 66.209 37.290 - 650 59.530 24 900; 489.477 verslag der handelingen van den gemeenteraad van L eeuwarden, 1923. Bijl. no. 1. OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN. Ontvangen BEDRAG in 1921. GERAAMD BEDRAG voor 19 22 1923 Art. 2 Alt. 3 Art. 4 Art. 5 Art. 6 Art. 7 Art. 8 229.869 96 295.750 299.240 300.650 397.886 i.400 Memo 600 Memo 418.508 7.300 Memorie Memofie Memorie 1.400 128.458 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden 1923 Hoofdstuk IV en V. Overgebracht De ontvangsten zijn geraamd als volgt: a. Rente van schuld11.262.02° Samen 11.701.37° Zie de bedrijfsbegrooting. Ontvangsten terzake van het gemeentelijk grond bedrijf a. Rente volgens de artt. 2 en 3 dei- verordening, alsmede die dei- reserve 147.802.65 b. Aflossing van schuld Samen 36.975.9, 184.778.58 Deze bedragen wijken af van die, vermeld op de bedrijf sbegrooting. Voor het verschil zie volgno. 83. Zie de bedrijf sbegrooting. Ontvangsten ter zake van het gemeentelijk wo- i io ningbedrjjf a. Ren'te volgens de artt. 2 en 3 der verordening b. Aflossing van schuld Samen 50.459.02 15.750.22 66,209.24 Deze bedragen stemmen niet overeen met die van de bedrijfsbegrooting. Voor het verschil zie volgno. 83. Zie de bedrijfsbegrooting. Ontvangsten terzake van de gemeentelijke drinkwaterleiding a. Rente volgens art. 8 der veror dening 30.530. c. aandeel der gemeente in de kos ten van den algemeenen dienst 12.000. Samen 59.530.— Ontvangsten ter zake van de bank van leening De rente der kapitalen aan de bank van lee ning verstrekt, zijn, ingevolge raadsbesluit van 28 November 1911, berekend naar 4 Op de begrooting van de bank van leening is voor 1923 voor rente uitgetrokken 900. Totaal van het IVde hoofdstuk HOOFDSTUK V. UITKEEKINGEN, BIJDRAGEN EN SUBSIDIËN. Uitkeering van liet Rijk, volgens de artt. 19 der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156), zooals die is gewijzigd bij de wet van 3 Juni 1905 235 125 14 Bijlage tot het Hoofdstuk V. (Staatsbl. no. 151) en ingevolge de wet van 12 No vember 1921 (Staatsbl. no. 1173) Door Gedeputeerde Staten van Friesland is het volgens art. 1 der boven aangehaalde wet voor ieder inwoner uit te keeren bedrag voor deze ge meente vastgesteld op 3,41. Naar een getal van 44.085 inwoners zou de uit keering bedragen eene som van 150.329.85. Ingevolge art. 2 der wet van 12 November 1921, zal de verhooging van de Rijksuitkeering 100% bedragen, indien deze wet ook voor 1923 toepas selijk wordt, waardoor deze post geraamd kan wor den op 3001650. Uitkeering van het Rijk, volgens art. 10 wet dier Boven de uitkeering, bedoeld bij artt. 19 der bovenvermelde wet van 1897, ontvangen de ge meenten van bet Rijk over elk jaar een uitkeering ten bedrage van één vierde van de som der jaar wedden voor den burgemeester en den secretaris vastgesteld. Deze uitkeering gaat echter bet bedrag van 600,niet te boven. Vergoeding van het Rijk, krachtens art* 56, art. 196, 7e lid en art. 201, 3e lid, der lager onderwijs wet 1920 het voor 1922 vastge- Geraamd overeen komstif stelde voorschot. Vergoeding van het Rijk, krachtens art. 61 der lager onderwijswet 1920 Overeenkomstig genoemd artikel zal het bedrag- der onder volgno. 191 vermelde jaarwedde van het Rijk terug ontvangen kunnen worden. Bijdrage van het Rijk in de kosten van het bui tengewoon lager onderwijs Deze post wordt evenals volgno. 24 voor memo rie geraamd. Teruggaaf door besturen van bijzondere scholen van de som welke de gemeente heeft ten koste ge legd aan de verbouwing of vernieuwing van ge bouwen en terreinen van bijzondere lagere scholen, bedoeld in art. 205, 8e lid, lager onderwijswet 1920 Niet bekend is of teruggaaf zal plaats hebben. Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 dei- lager onderwijswet 1920 •moedelijk zal een dusdanige uitkeering niet in i i Cl 1, V. V. VI. in 1923 worden ontvangen Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104 le lid, der lager onderwijswet 1920 Berekend overeenkomstig de in 1921 aan de be sturen van bijzondere scholen verstrekte voor schotten zal van andere gemeenten ingevolge voornoemd wetsartikel worden ontvangen het geraamde bedrag. Over te brengen 15 600 600 ie -ie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1923 | | pagina 8