Bijlage no. 3. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1924. Bijl. 110. 3. BOUW Oosterbrug. PLANNEN tot verkeersverbetering. Aan den Gemeenteraad. In zijne vergadering van 23 Juni 1914 besloot de Raad in beginsel tot het maken eener nieuwe Oosterbrug, ge schikt voor alle verkeer, zulks in afwachting van de aanbieding van nader uitgewerkte plannen en begroo tingen (bijlage no. 13). De kort hierop ingetreden oor logstoestand is, zooals dit ten opzichte van zoovele plannen het geval was, oorzaak geweest dat de uitvoe ring van dit besluit geruimen tijd op zich heeft laten wachten. Zoo moest in de Memorie van Antwoord op het sectie-verslag omtrent de ontwerp-begrooting voor 1918 nog worden geschreven, dat de hooge materiaal- prijzen er toe leidden „de vervanging van de brug door eene van meer capaciteit thans nog op te schorten". Zoodra evenwel de toestand op dit gebied een meer normaal karakter begon te vertoonen, hebben wij den Directeur der gemeentewerken opgedragen het noodige te verrichten om tot den aanleg van een nieuwe brug te geraken. Deze heeft dientengevolge een plan ontworpen, waarbij in overleg met de Commissie voor de Openbare Werken en na ingewonnen advies van de Kamer van Koophandel en de vereeniging „Friesche Stoom- en Motorvaartbelangen" de volgende hoofdgedachten zijn aangenomen. In verband met het zware rijverkeer uit de Wijbrand de Geeststraat wordt de brug iets noordelijker geplaatst dan de bestaande Oosterbrug en komt ongeveer in de as van genoemde straat te liggen. Voor de, eenige, doorvaartwijdte is aangehouden op 7.30 M., waardoor in 't algemeen niet te groote schepen in beide richtingen tegelijk doorvarende kunnen pas- seeren. De wijdte bedraagt iets meer dan die van de doorvaartopeningen der bruggen, die ten noorden en ten zuiden der te maken brug worden gevonden en dus de maat der doorgaande schepen bepalen. De doorvaarthoogte bedraagt 2.30 M. boven F. Z. P.; die van de tegenwoordige Oosterbrug is 1.88 M., die der le Kanaalbrug 2.22 M. boven F. Z. P. Bij deze hoogte zal de kruin der brug gemiddeld 0.80 M. hooger liggen dan de aangrenzende straten; eene sterkere hel ling zou voor het verkeer te land bezwaar opleveren. De breedte is gesteld op 10.80 M., te weten: rijvlak 7.20 M., trottoirs elk 1.80 M. Ter vergelijking diene, dat het rijvlak van de Wirdu- merpoorts-, de Verlaats- en der beide Kanaalbruggen 4 Meter breed is; het is de vraag echter of deze breedte in het algemeen nog wel voldoet aan de eischen van het tegenwoordige rijverkeer. Voor een brug, die voor jaren afdoende verbetering moet brengen, kan met niet minder dan de voorgestelde maat worden volstaan. Dit geldt eveneens van de trottoirs; nu het voetgangersverkeer steeds meer op de trottoirs is aangewezen, zijn deze bij de hiervoor genoemde bruggen te smal om hieraan vol doende tegemoet te komen. Met inachtneming van bovenstaande punten is zoowel ondershands als in het openbaar gelegenheid gegeven tot het inzenden van aanbiedingen; het resultaat hiervan is vervat in het overgelegde rapport van den Directeur der gemeentewerken, waarin eene omschrijving is op genomen van de voornaamste ingekomen ontwerpen. Blijkens dit rapport biedt de N. V. Machinefabriek Braat te Rotterdam aan den bovenbouw der brug te maken voor 17.900.welk bedrag als gevolg van enkele noodzakelijke wijzigingen met 1700.- is ver hoogd en derhalve gebracht op 19.600.dit aanbod is aanmerkelijk voordeeliger dan de overige inzendingen, terwijl naar het oordeel van den Directeur het plan van bevredigende constructie is, waarom hij adviseert ge noemde firma te belasten met het bouwen der brug. Wij volstaan met omtrent de technische zijde van het ontwerp-Braat, waarvoor overigens naar de bijbehoo- rende teekeningen wordt verwezen, enkele nadere bij zonderheden op te nemen. Het ontwerp is ingericht volgens het z.g.n. systeem „Rail", eene Amerikaansche vinding die in de practijk velschillende voordeelen oplevert. In tegenstelling met bruggen van het gewone rolbascule-type, waarbij het achteruitrollen wordt bewerkstelligd door kwadranten onder de brug, geschiedt dit bij het hier toegepaste sy steem door rollen, die zich bewegen over banen, ge plaatst aan de buitenzijde der buitenhoofdliggers. Deze rollen doen slechts dienst bij het bewegen der brug, in gesloten stand rust deze op onder eiken hoofd ligger geplaatste opleggingen de wisselende krachten van het verkeer te land worden op deze laatste overgebracht, zoodat de slijtage van de rollen tot een minimum is be perkt; bovendien kunnen eventueele herstellingen hier aan betrekkelijk gemakkelijk worden uitgevoerd, aange zien zij, indien de brug in gesloten stand is, zonder be zwaar kunnen worden weggenomen, hetgeen bij de z.g.n. spilbasculebrug niet het geval is. In gesloten toestand staat bij dit soort brug de draaias bloot aan de uitwen dige stooten, terwijl dan bij het „Rall"-type rol en rol- baan buiten werking zijn. Doordat de ballast aan een korten arm is bevestigd, eischt dit ontwerp in verhouding tot de rolbascule- bruggen met kwadranten een slechts ondiepen kelder, hetgeen leidt tot een goedkooperen onderbouw. De bewegingsinrichting wordt electrisch gemaakt; bij storing van de installatie kan de brug door handkracht in beweging worden gebracht. Eene inrichting voor electrisch grendelen, waarop niet is gerekend, zal de kosten met 700.— verhoogen. Het is wenschelijk dit bedrag in de begrooting op te nemen; tijdens den bouw kan dan nader worden beoordeeld op welke wijze in het grendelen zal worden voorzien. De klap draait naar de zijde van de Nieuwe Ooster straat, terwijl de bediening van de brug geschiedt in het brugwachtershuisje, dat aan de rechterzijde bij het begin der brug, gerekend van genoemde straat uit, wordt geplaatst. De brugwachter zal dus niet in weer en wind op de brug behoeven te staan. De voormalige brugwach terswoning Grachtswal O.Z. no. 121, zal thans weder als zoodanig in gebruik moeten worden genomen. Voor het uitvoeren van den boven- en den onderbouw der brug heeft bovengenoemde Machinefabriek eveneens eene aanbieding gedaan, ten bedrage van 46.100. Hierin zijn niet begrepen de kosten van de grondaan- vulling achter de landhoofden, de afdekking van de rol laag en het te verrichten straatwerk met ophooging van de aansluitende straten. Voor een en ander dient nog f 3550.te worden uitgetrokken, zoodat de totale kosten van onder- en bovenbouw met inbegrip van de meerdere kosten ad 1700.voor den bovenbouw 51.350.zullen beloopen, indien, wat wij, met de Commissie voor de Openbare Werken, van groote waarde achten, de uitvoering van het geheele werk in één hand blijft. Verhoogd met de hiervoor genoemde 700.voor het grendelwerk, wordt de begrooting dan als volgt Onderbouw32.450.— Bovenbouw19.600.— 52.050.— Buiten de gewone formatie in dienst te nemen hulppersoneel voor toezicht, te maken keeien, enz1.800. Nota van derden voor advies terzake van voorafgaande berekening der betonfun- deering, eriz700. Algemeene kosten (gesteld op 6 3.123. Totaal 57.673.— of rond 57.700.—. 277

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1924 | | pagina 138