Bijl. no. 13.
Bijlage no. 13.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
WIJZIGING Verordening Georganiseerd
Overleg.
Aan den Gemeenteraad.
Ter voldoening aan Uw verzoek d.d. 15 juli 1924
no. 260R/146 om de oorzaken op te sporen, dat de
werking van het Georganiseerd Overleg in deze ge
meente tot nog toe een onbevredigend gevoel heeft
achtergelaten, hierover rapport aan Uwe Vergadering
uit te brengen en zoonoodig met voorstellen te komen,
welke een betere werking in de toekomst kunnen waar
borgen, heeft de Commissie voor Georganiseerd Overleg
de eer U het volgende te berichten.
De commissie meent als voornaamste oorzaak van
een minder bevredigende werking te moeten aanwijzen
het feit, dat de consequentie der huidige verordening
medebrengt, dat de commissie tusschen Uwe Vergade
ring en Burgemeester en Wethouders instaat.
Daar Burgemeester en Wethouders in den regel de
aan Uw college voorgelegde zaken voorbereiden, is het
nuttig dat zij eerst zelve met de organisaties der werk
nemers confereeren alvorens voorstellen betreffende de
arbeidsvoorwaarden aan Uwe Vergadering te doen.
Thans is de toestand zoo, dat zij de onderhandelingen
moeten overlaten aan een commissie uit Uwe Vergade
ring, waarin wellicht de oorzaak schuilt, dat Burge
meester en Wethouders, met de in de commissie be
reikte resultaten niet kunnende meegaan, daarvan afwij
kende voorstellen aan Uw college moeten doen, hetgeen
allicht conflicten zal veroorzaken.
De commissie heeft zich van de meening van Burge
meester en Wethouders op de hoogte gesteld en in
overleg met hen de bijgaande wijziging der verordening
regelende het Georganiseerd Overleg opgesteld.
Het voornaamste punt hierin is dat voor het vervolg
Burgemeester en Wethouders het overleg voor de ge
meente zullen voeren, zoodat, komt men in de commissie
tot een compromis, dit de grondslag zal worden voor
desbetreffende voorstellen aan Uwe Vergadering.
Bovendien zal worden bereikt, dat de zaken betref
fende arbeidsvoorwaarden, welke aan Burgemeester en
Wethouders ter beslissing zijn overgelaten, alleen door
bedoeld college met de organisaties zullen worden
behandeld.
Ter toelichting van het ontwerp diene het volgende.
Het nieuwe artikel 3 is een samenvoeging van de
huidige artikelen 3 en 4 met eenigszins andere bewoor
dingen.
Het nieuwe artikel 6 wijst in het eerste lid de ver
tegenwoordigers van het bestuur der gemeente aan,
terwijl het 2e lid is opgenomen omdat het wellicht nut
kan hebben dat eenige vertrouwenslieden van den Raad,
gekozen uit de verschillende stroomingen in den Raad,
aan de besprekingen deelnemen en zoo Burgemeester
en Wethouders een denkbeeld kunnen geven, hoe de
Raad over zekere punten zou kunnen denken, waarbij
wordt verondersteld, dat de leden dier commissie vol
doende voeling zullen houden met hunne medeleden en
geestverwanten in den Raad.
De ontworpen artikelen 13 en 14 regelen dezelfde
stof als het huidige art. 13, doch iets meer uitgebreid.
Het huidige artikel 14 kan vervallen, daar het nieuwe
artikel 3 het opstellen van rapporten regelt.
Het tweede gedeelte van het eerste lid van art. 15
kan vervallen, omdat Burgemeester en Wethouders het
overleg voeren.
De Commissie heeft de eer U voor te stellen om te
besluiten volgens het hierbijgaande ontwerp.
Leeuwarden, 9 Februari 1925.
De Commissie voor Georganiseerd Overleg,
D. LAUTENBACH, Voorzitter.
P. J. VELLINGA, Secretaris.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het rapport en het ontwerp tot wijziging der
verordening, regelende het Georganiseerd Overleg, door
de Commissie voor Georganiseerd Overleg ter voldoe
ning aan het verzoek, hetwelk bij besluit van deze ver
gadering d.d. 15 Juli 1924 no. 260R/146 aan genoemde
Commissie is gedaan, ingezonden;
overwegende dat een reorganisatie van het georga
niseerd overleg wenschelijk is;
dat de commissie voornoemd terzake het bedoelde
ontwerp overleg heeft gepleegd met Burgemeester en
Wethouders en tot overeenstemming met gemeld college
is gekomen;
besluit
A. de Verordening, regelende het Georganiseerd
BESTAANDE REDACTIE. Overleg (gemeenteblad 1922 no. 13) te wijzigen als
volgt
Artikel 3. j
Een verzoek of voorstel, rakende de in artikel 1 be- Artikel 3 wordt gelezen als volgt
doelde zaken, wordt door den Raad of door Burge- 1. Een besluit, rakende de in art. 1 bedoelde zaken
meester en Wethouders, spoedeischende gevallen uit- wordt, spoedeischende gevallen uitgezonderd, door
gezonderd, niet in overweging genomen, dan nadat het Burgemeester en Wethouders of den Raad niet genomen
desbetreffende college kennis heeft genomen van het dan nadat het onderwerp van het besluit in de Com-
oordeel der commissie. missie een punt van behandeling heeft uitgemaakt.
2. Burgemeester en Wethouders of een der partijen
in artikel 5 onder a en b genoemd maken het onderwerp
bij de Commissie aanhangig in een schriftelijke gemo
tiveerde uiteenzetting.
3. Na behandeling ervan wordt een schriftelijk ge
motiveerd advies, door Voorzitter en Secretaris onder
teekend, ingezonden aan Burgemeester en Wethouders.
4. Bij een desbetreffend voorstel aan den Raad
wordt dit advies overgelegd.
345