Bijl no. 10.
Eijlai/e no 10
I
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
BOUW van kleine arbeiderswoningen van
gemeentewege aan den Weg naar Cam-
buur enz.
Aan den Gemeenteraad.
Het zal Uwen Raad niet onbekend zijn dat, niettegen
staande den belangrijken aanbouw van huizen die in de
laatst verloopen jaren heeft plaats gehad, in deze ge
meente nog steeds woningnood heerscht. Uit het hierbij
gevoegde overzicht van het tekort aan woonruimten, op
gemaakt door het gemeentelijk woningbedrijf naar den
toestand op 1 Maart j.l. blijkt dat het eigenlijk te kort
aan woningen op dien datum 200 bedroeg. Hierbij
dient echter te worden opgeteld een 300-tal woningen
(krotten) die, hoewel thans nog als woonhuis in gebruik,
volgens den gemeentelijken Inspecteur voor het woning
toezicht noodzakelijk onbewoonbaar behooren te worden
verklaard, maakt te zamen 500. Hoewel de achterstand
I veel grooter is geweest en de nood langzamerhand ver
mindert voor een bepaalde categorie van huizen
grootere en kleine middenstandswoningen, kan zij als
J geweken worden beschouwd is het ons gebleken dat
de meeste behoefte bestaat aan kleine arbeiders
woningen, waarvan de huur zich beweegt tusschen
3.50 en 4.per week. Deze soort woningen, die
door een breede laag van de bevolking begeerd wordt,
aangezien de huur meer in overeenstemming is met de
algemeen verminderde financieele draagkracht, worden
van particuliere zijde zoo goed als niet aangebouwd.
Wel zijn gedurende de laatste jaren arbeiderswoningen
gesticht door gemeentebestuur en woningvereenigingen,
doch tengevolge van de hooge bouwkosten moest de
huur dier woningen nog steeds op een zoodanig bedrag
worden bepaald dat zij door vele arbeidersgezinnen niet
of slechts met groote moeite kan worden opgebracht.
Het heeft dan ook in de vergaderingen van ons college
voortdurend een punt van overweging uitgemaakt hoe
in dezen de gewenschte voorzieningen konden worden
getroffen. Onze plannen dienaangaande stuitten echter
steeds af op de hooge bouwkosten van kleine woningen,
te meer nu het Rijk zich geleidelijk aan het verleenen
van steun gaat onttrekken, waardoor het risico voor de
gemeente grooter wordt.
Thans, nu langzamerhand de bouwkosten dalen,
is het gelukt een woningtype te ontwerpen dat aan
de gestelde eischen schijnt te voldoen, zoowel wat in
deeling als huurprijs en exploitatie-uitkomst betreft.
De Directeur der gemeentewerken diende bij schrijven
van 3 Maart j.l. een plan in voor den bouw van 150
eengezinswoningen op het gemeentelijk terrein ten
oosten van den Weg naar Cambuur. Zooals uit de hierbij
overgelegde teekening blijkt bevat elke woning be
neden portaal, van waaruit de woonkamer en de ver
dieping kunnen worden bereikt, woonkamer, spoel
keuken tevens stookruimte, W. C., bergruimte onder de
trap en voorts de noodige kasten enz. Óp de verdieping
zijn ondergebracht 2 slaapkamers, waarin in elk een
ruime hangkast, terwijl de aldaar overblijvende zolder
ruimte zoowel voor berg- als slaapplaats kan worden
benut. De bouwkosten worden door den Directeur be
groot als volgt
bouw woningen 150 X 1800.270.000.
bestedingskosten500.
toezicht 12 X 250.1- 12 X 200.— 5.400.—
honorarium 2.9 7.800.
rente gedurende den bouw 3 8.100.
administratie 675.
erfpacht tijdens den bouw ]/2 X 6 van
74.500.(d. i. kosten bouwrijp
terrein)2.235.
Totale bouwkosten 294.710.
of per woning 1.965.
Aan de hand van bovenstaande begrooting kan de
volgende exploitatie-raming worden opgezet.
Annuïteit (75 jaar naar 5 van
1965.— 5.132 van 1965.— 100.84
erfpacht 6 van 500.(ongeveer de
gemiddelde kosten van het bouwrijp terrein
per woning)30.
onderhoud, grondbelasting, waterleiding,
assurantie, administratie60.
Totale kosten per jaar per woning 190.84
hetgeen overeenkomt met eene weekhuur van 3.67.
Bij deze exploitatie-raming is uitgegaan van de ge
dachte dat het aan de gemeente zal gelukken de benoo-
digde gelden op 75-jarigen aflossingstermijn te ver
krijgen tegen 5 rente (aflossing bij wijze van annuï
teit)- Wij meenen dat de exploitatie-begrooting hier
naar kan worden ingericht en vertrouwen dat ook
Gedeputeerde Staten, die overigens op het standpunt
staan dat gemeente-leeningen op geen langeren termijn
dan voor ten hoogste 40 jaren behooren te worden aan
gegaan, in dit bijzonder geval en met het doel voor
oogen waarvoor de gelden moeten strekken, tegen den
langeren aflossingstermijn geen bezwaar zullen hebben.
Intusschen is bij adres van 23 Maart j.l., dat bij Uw
besluit van 14 April d.a.v. om prae-advies in onze
handen werd gesteld, door het bestuur der arbeiders-
woningbouwvereeniging „Beter Wonen" alhier verzocht
om aan die vereeniging ten behoeve van den bouw van
ongeveer 175 arbeiderswoningen, op een terrein achter
de z.g. Indische buurt aan het Noordvliet, den noodigen
grond in erfpacht af te staan, het bouwplan goed te
keuren en de gemeente garant te doen worden voor de
betaling van rente en aflossing der ten behoeve van den
bouw te sluiten geldleening.
Bij de bestudeering van het adres en de bijbehoorende
teekeningen, begrooting van kosten en exploitatie
raming bleek ons dat ook deze vereeniging een klein
soort arbeiderswoning wenscht te bouwen, in grootte
en indeeling overeenkomende met de woningen van het
hiervoren omschreven gemeentelijk bouwplan. De week
huur is uitgetrokken op 4.per woning, doch kan
met de cijfers van het gemeentelijk plan voor onderhoud,
grondbelasting e. d. ook op 3.67 worden terug
gebracht.
Wij hebben beide plannen onderworpen aan het oor
deel van de Commissie voor de Openbare Werken.
Deze bericht ons in hare rapporten van 6 Mei 1925, die
wij hierbij overleggen, dat aan woningen van de hier-
bedoelde soort in deze gemeente groote behoefte be
staat. Zij juicht deze plannen ten zeerste toe, waarmede
eindelijk uit het hier heerschend gebrek aan deze wo
ningen kan worden gekomen. Naar haar oordeel is echter
het woningtype van het gemeentelijk plan aantrekke
lijker dan dat van de woningvereeniging „Beter Wonen",
terwijl het haar voorkomt dat voorziening in het gebrek
aan woonruimte door de gemeente de voorkeur verdient
boven den bouw door de woningvereenigingen, omdat
dan de financieele verantwoordelijkheid toch door de
gemeente wordt gedragen, zonder dat zij noemenswaar
dige medezeggenschap heeft.
Deze meening onderschrijven wij geheel. De gemeente
kan, wanneer zij toch garant moet zijn voor de geldelijke
verplichtingen der vereeniging met betrekking tot de te
sluiten leeningen, veel beter zelf de woningen doen
bouwen en door haar eigen bedrijf laten beheeren, in
welk geval het bovendien niet noodig is dat door het
stellen van allerlei voorwaarden, welker nakoming niet
altijd even gemakkelijk is te controleeren, de rechten
der gemeente zooveel mogelijk worden verzekerd.
De commissie bovengenoemd geeft ten slotte in over
weging niet op het verzoek van „Beter Wonen" in te
gaan, indien althans van gemeentewege de aanbouw
van de hierbedoelde soort woningen is verzekerd tot
een zoodanig aantal dat ook met de geleidelijke ont-
367