iH
in
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925. Bijl. 710. 20.
Bijlage no. 20.
Litt. A.
Voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
HERZIENING van onderscheidene verordeningen
ex art. 114ft/s der Gemeentewet en enkele
instructies voor ambtenaren.
Aan den Gemeenteraad.
Door Gedeputeerde Staten zijn, onder intrekking der
bestaande, met ingang van 1 Januari 1924 nieuwe voor
schriften gegeven ten aanzien van de gemeente-begroo
ting en -rekening (provinciaal blad no. 40 van 1923).
Deze nieuwe voorschriften maken het noodig dat de
bestaande verordeningen, naar aanleiding van artikel
114bis der Gemeentewet op het beheer der gemeente
bedrijven, worden herzien.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik om tevens
enkele andere wijzigingen in verschillende verorde
ningen en instructies aanhangig te maken.
Krachtens het bestaande artikel 27 der verordening
op het beheer der gemeentelijke gasfabriek, worden,
zoodra het reservefonds 200.000.bedraagt, de stor
tingen in dat fonds gestaakt en wordt de geheele zui
vere winst als een ontvangpost op de bedrijfsbegrooting
van het volgende jaar geboekt. Deze bepaling sluit in
zich, dat een eventueele winst aan de exploitatie van
een volgend jaar ten goede zal komen. Sinds dit voor
schrift in de verordening werd opgenomen (gemeente
blad no. 37 van 1921) zijn de gemaakte winsten over
1922 tot en met 1924, door ze telkens in uitgaaf op de
begrooting te stellen, bewaard gebleven. In totaal be
loopt dit thans een bedrag van 351.242.67. In geval
dit bedrag alsnog aan de exploitatie van een bepaald
jaar ten goede zou worden gebracht, zou dit tot gevolg
hebben, dat de gasprijs men ten minste 75 zou kun
nen worden verlaagd, om daarna vermoedelijk weer be
langrijk te stijgen. Het toenemend gasverbruik bij een
prijs van 2 cent zou immers het tijdstip van het
bouwen eener nieuwe gasfabriek belangrijk vervroegen,
terwijl daarna, als gevolg van de stijging van den gas
prijs, het gebruik weder zou afnemen. Alzoo een schom
meling in den gasprijs die moet worden voorkomen.
De tegenwoordige gasprijs ad 8 cent laat bovendien
geen verlaging toe, als men bedenkt dat de productie
prijs, volgens de jongste gegevens, bedraagt 7.16 cent.
Bij een dergelijken opzet zal in de toekomst de winst
niet groot zijn en de gemeente-begrooting daardoor niet
noemenswaard gebaat. Daarom lijkt het gewenscht art.
27 der verordening aan te vullen zooals in art. VII van
onderdeel A van het ontwerp is aangegeven. Van om
standigheden kan de Raad dan telkens de bestemming
van de overwinst laten afhangen.
De wijziging van den titel boven art. 27 wijst er reeds
op, dat voortaan het onder de thans vigeerende bepa
lingen der verordening gevormde reservefonds, dus ook
bestemd kan worden voor eventueele uitbreidingen. De
voorgestelde redactiewijziging van art. 28 sluit zich
hierbij aan.
Ofschoon de overige wijzigingen over het algemeen
voor zich zelf spreken, wordt ter verduidelijking van een
en ander verwezen naar de hierbij gevoegde toelichting.
(Litt. C).
Wij stellen U voor te besluiten het aangeboden ont
werp tot een besluit Uwer vergadering te verheffen.
Leeuwarden, 28 Mei 1925.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. AL VAN BEYMA, Burgemeester.
M. GOSLINGS, Secretaris.
Litt. B.
ONTWERP.
De Raad der gemeente Leeuwarden
overwegende, dat in verband met de door Gedepu
teerde Staten bij Provinciaal blad no. 40 van 1923
gegeven voorschriften omtrent de inrichting van de be
grooting en rekening der gemeenten de bestaande ver
ordeningen naar aanleiding van art. 114Ws der ge
meentewet op het beheer der gemeentelijke bedrijven
moeten worden herzien, terwijl eveneens enkele veror
deningen en instructiën wijziging behoeven;
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
besluit
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 9, 2e lid.
Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar
ontvangen gelden en betaalt daarvan rente en aflossing
naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken ge-
meenteleening is aangegaan.
A. de verordening op het beheer der gemeentelijke
gasfabriek te Leeuwarden (gemeentebladen no. 30 van
1910 en 37 van 1921) te wijzigen als volgt
I.
Artikel 9, 2e lid, wordt gelezen als volgt
Het bedrijf crediteert de gemeente voor de van haar
ontvangen gelden en betaalt haar daarvan rente en af
lossing naar dezelfde grondslagen waarop de betrokken
gemeenteleening is aangegaan, of, indien het verstrekte
kapitaal niet uit leening is verkregen, tegen de voor
waarden daarvoor door den Raad vast te stellen.
371