Bijl. no. 20.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
Art. 17.
Op de begrooting, die alle baten en lasten van het
bedrijf, van welken aard ook, vermeldt, worden onder
meer gebracht
I. wat de baten betreft
a. het voordeelig saldo over het voor-vorig dienst
jaar, indien aanwezig
b. alle ontvangsten, wegens te leveren gas en bij
producten en te bewijzen diensten, zoo aan de gemeente
en hare instellingen als aan particulieren
c. alle ontvangsten wegens den aanleg en het ge
bruik van gemeente-toestellen
d. de in rekening-courant opgenomen gelden
e. de rente van belegd kasgeld
alle gelden, door de gemeente aan het bedrijf te
verstrekken ten behoeve van de verbetering en uitbrei
ding van het bedrijf
g. eene uitkeering van de gemeente aan het bedrijf
ten bedrage van het zuivere verlies, voor zoover dit
verlies niet uit het reservefonds wordt bestreden.
II. wat de lasten betreft
a. aankoop van grondstoffen
b. bezoldigingen en loonen, daaronder de bediening
der straatverlichting begrepen
c. onderhoud van gebouwen en terreinen
d. onderhoud en aankoop van werktuigen, daar
onder de aanschaffing en het onderhoud van het be-
noodigde voor de straatverlichting begrepen
aankoop der in artikel 12 bedoelde goederen
de in rekening-courant gestorte gelden
g. de rente van opgenomen kasgeld
h. de vorderingen van het bedrijf op derden welke
oninbaar blijken
i. eene schuldaflossing aan de gemeente, berekend
naar 2 /2 van de gelden door de gemeente aan het
bedrijf vóór den 8 Juli 1902 geleend en destijds ge
fixeerd op een bedrag van 168,500.en van de
gelden na dat tijdstip geleend of nog te leenen naar
evenredigheid van de aflossing die de gemeente op de
door haar aangegane geldleening heeft tc doen;
k. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en
uitbreiding van het bedrijf, voor zoover niet vallende
onder c en d
l. aandeel in de algemeene onkosten der gemeente
in verhouding tot de diensten, door de gemeente aan
het bedrijf verleend
m. de aan de gemeente toekomende vergoeding
voor bestratingen, tot èen bedrag gelijk aan dat, het
welk in het jaar voorafgaande aan dat waarin de be
grooting wordt ingediend, voor bestrating ten behoeve
van het bedrijf is uitgegeven
n. de aan de gemeente toekomende rente naar 4
per jaar van de gelden, door de gemeente aan het
bedrijf vóór den 8 Juli 1902 geleend en destijds ge
fixeerd op een bedrag van 168,500.en van de na
dien datum geleende gelden berekend naar denzelfden
rentevoet waarop die bedragen door de gemeente zijn
geleend
o. eene storting in het reservefonds, volgens de
bepalingen van art. 27.
II.
Art. 17 wordt gelezen als volgt
Op de begrooting, welke verdeeld wordt in twee af-
deelingen, waarvan de eerste bevat alle baten en lasten
en de tweede alle kapitaalsinkomsten en -uitgaven van
het bedrijf, worden o. m. de navolgende posten aan
gebracht
I. wat de baten betreft
a. het voordeelig saldo over het voor-vorig dienst
jaar, indien aanwezig
b. alle ontvangsten wegens te leveren gas en bij
producten en te bewijzen diensten, zoo aan de gemeente
en hare instellingen als aan particulieren
c. alle ontvangsten wegens den aanleg en het ge
bruik van gemeente-toestellen
d. eene eventueele terugontvangst van de gemeente
ten bedrage van de zuivere winst
e. de rente van belegd kasgeld
eene eventueele uitkeering van de gemeente aan
het bedrijf ten bedrage van het zuivere verlies, voor zoo
ver dit verlies niet uit het reservefonds wordt bestreden.
II. wat de lasten betreft
a. de aankoop van grondstoffen;
b. de bezoldigingen en loonen, daaronder de bedie
ning der straatverlichting begrepen;
c. het onderhoud van de gebouwen en terreinen;
d. het onderhoud en den aankoop van werktuigen,
daaronder de aanschaffing en het onderhoud van het be-
noodigde voor de straatverlichting begrepen
e. de aankoop der in artikel 12 bedoelde goederen;
de rente van opgenomen kasgeld
g. de vorderingen van het bedrijf op derden welke
oninbaar blijken
h. het aandeel in de algemeene onkosten der ge
meente in verhouding tot de diensten, door de gemeente
aan het bedrijf verleend;
i. de aan de gemeente toekomende vergoeding voor
bestratingen, tot een bedrag gelijk aan dat, hetwelk
in het jaar, voorafgaande aan dat waarin de begrooting
wordt ingediend, voor bestrating ten behoeve van het
bedrijf is uitgegeven;
j. de aan de gemeente toekomende rente van schuld;
k. eene storting in het reserve- en uitbreidingsfonds,
volgens de bepalingen van artikel 27;
eene eventueele winstuitkeering aan de gemeente;
III. wat de kapitaalsinkomsten betreft
a. de in rekening-courant opgenomen gelden;
b. alle gelden, door de gemeente aan het bedrijf te
verstrekken ten behoeve van de verbetering en uitbrei
ding van het bedrijf;
IV. wat de kapitaalsuitgaven betreft
a. de in rekening-courant gestorte gelden;
b. de schuldaflossing aan de gemeente.
c. alle uitgaven ten behoeve van de verbetering en
uitbreiding van het bedrijf, voor zoover niet vallende
onder c en rf van de lasten.
III.
Na artikel 17 wordt een nieuw artikel 17bis ingevoegd,
luidende als volgt
,,De in de begrooting opgenomen posten worden
steeds in dezelfde volgorde en met dezelfde benaming
daarin opgenomen. Indien van een eenmaal aangenomen
volgorde en benaming wordt afgeweken, wordt daarvan
toelichting gegeven.
Bij eiken post wordt aangegeven het bedrag, dat voor
dat doel op de laatst afgesloten rekening voorkomt, als
mede het bedrag dat te dier zake op de vorige begroo
ting is geraamd.
372
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1925.
Bij de begrooting wordt overgelegd een memorie van
toelichting, waaruit de samenstelling van elk der ge
raamde bedragen en de grondslagen der berekening
duidelijk blijken.
Voorts wordt daarbij overgelegd een staat der schul
den, vermeldende de jaren waarin de schulden telkens
zijn ontstaan, de oorspronkelijke bedragen der schulden,
de schulden per 1 Januari van het jaar, waarvoor de
begrooting dient, de percentages, waartegen de gelden
zijn opgenomen en de bedragen der verplichte aflos
singen.
Art. 21. IV.
De Directeur biedt jaarlijks vóór 1 April aan de
Commissie van bijstand aan, die vervolgens aan
Burgemeester en Wethouders vóór den 15 April in
tweevoud inzendt
a. eene balans van de bezittingen en schulden van
het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar
b. eene winst- en verliesrekening over het afge
loopen jaar, waarvan de indeeling overeenstemt met
de door den Raad goedgekeurde bedrijfsbegrooting
c. tot toelichting van de balans een kapitaalstaat,
aangevende de vermeerderingen en de verminderingen
welke de verschillende deelen van het stamvermogen
door uitbreeiding en verbetering eenerzijds en door
afschrijving op de waarde en vervreemding van be
zittingen anderzijds hebben ondergaan, (inventaris van
het onroerend goed) en een specificatie van de finan-
cieele verhouding van het bedrijf tot de gemeente
d. een volledigen inventaris der aanwezige goederen,
alsmede een lijst van debiteuren en crediteuren op
31 December van het afgeloopen jaar.
Burgemeester en Wethouders onderzoeken de balans,
winst- en verliesrekening, en de daarbij overgelegde
bescheiden zoo spoedig mogelijk en dienen deze, al dan
niet gewijzigd en met vermelding van hetgeen zij te
hunner verantwoording dienstig achten, vóór 15 Mei bij
den Raad in.
Artikel 21 wordt gelezen als volgt
De directeur biedt jaarlijks vóór 1 April aan de Com
missie van bijstand aan, die vervolgens aan Burge
meester en Wethouders vóór den 15 April in tweevoud
inzendt
a. een balans van de bezittingen en schulden van
het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar
h. eene rekening over het afgeloopen jaar waarvan
de indeeling overeenstemt met de door den Raad vast
gestelde bedrijfsbegrooting, mede dienende als toelich
ting van de tevens aan te bieden verlies- en winstre
kening;
c. tot toelichting van de balans een kapitaalstaat,
aangevende de vermeerderingen en de verminderingen,
welke de verschillende deelen van het oorspronkelijk
door de gemeente in het bedrijf gestoken kapitaal door
uitbreiding en verbetering eenerzijds en door afschrijving
op de waarde en vervreemding van bezittingen ander
zijds hebben ondergaan;
d. een staat, aangevende
le. het kapitaal volgens de vorige balans;
2e. de vermeerdering welke dit kapitaal door op
nemingen heeft ondergaan, en
3e. de vermindering welke door aflossing heeft
plaats gehad;
e. een volledigen inventaris der aanwezige goederen,
alsmede een lijst van debiteuren en crediteuren op 31
December van het afgeloopen jaar;
een verslag van den toestand van het bedrijf over
het afgeloopen jaar, welk verslag o. a. de volgende ge
gevens zal bevatten
1. verbruikte hoeveelheid grondstoffen (gaskolen,
gasolie, enz.)
2. voorraad op 1 Januari;
3. voorraad op 31 December;
4. aangekochte partijen;
5. eenheidsprijzen voor de aangekochte partijen;
6. aantal Ms. geproduceerd gas en de calorische
waarde van dat gas;
7. gasverlies in M3.
8. eigen verbruik in dienstwoningen;
9. gespecificeerde opgave van het afgeleverde gas
(muntgas, lichtgas, kookgas, enz.);
10. gespecificeerde opgave van de aansluitingen en
de geplaatste meters;
11. gasprijzen;
12. hoeveelheid geproduceerde cokes;
13. verbruik voor ovenverhitting;
14. alsvoren voor bereiding van watergas;
15. verbruik voor andere doeleinden;
16. gespecificeerde opgave van de verkochte hoe
veelheden;
17. voorraad op 1 Januari;
18. voorraad op 31 December;
19. cokesprijzen;
20. hoeveelheid geproduceerde teer, ammoniakwa-
ter, afgewerkte ijzeraarde en andere bijproduc
ten;
21. eigen verbruik;
22. verkochte hoeveelheid;
23. voorraad op 1 Januari;
24. voorraad op 31 December;
373