Bijl. no. 6.
Bijlage no. 6.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
WIJZIGING der verordening op den Keuringsdienst
van vee en vleesch in de gemeente Leeu
warden (gemeenteblad 1924 no. 29).
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 26 Mei 1925 werd in onze handen
»esteld om bericht en raad een schrijven d.d. 19 Mei
1925 no. 17 B 461 van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Friesland, gevestigd alhier, waarbij
wordt verzocht om het keurloon op binnen de ge
meente ingevoerde vleeschwaren af te schaffen, voor
zoover in dit keurloon een beschermende maatregel is
te zien. De Kamer voornoemd is van oordeel, dat de
betrokken handelaren door deze keurloonen zoodanig
in hun bedrijf worden belemmerd, dat mededinging met
elders gevestigde grossiers onmogelijk is, en zij alle
winst moeten derven.
De bedoelde keuring is in de verordening opgenomen
om vleeschwaren, die door fouten in de bereiding of
tijdens het vervoer ondeugdelijk voor gebruik zijn ge
worden, te weren en dient geenszins om de slagers in
deze gemeente een voorsprong te geven, zooals de
Kamer blijkbaar- veronderstelt. De keuring veroorzaakt
kosten en het komt ons niet onbillijk voor, dat hierin
door de belanghebbenden wordt bijgedragen, al
geschiedt dit dan met een omweg, daar de win
kelier de keuringskosten betaalt en deze weer ver
haalt op de verbruikers. Indien nu de vleeschwaren
worden ingevoerd met de bedoeling om deze later weer
uit te voeren, kan de keuring wel worden gemist, daar
de ingezetenen der gemeente hierbij geen belang heb
ben, mits voldoende vaststa, dat geen frauduleuze han
delingen plaats hebben, waardoor toch ingevoerde on
gekeurde vleeschwaren in de gemeente zouden worden
verkocht.
De directeur van het openbaar slachthuis is van oor
deel, dat voldoende controle mogelijk is, wanneer door
het stellen van voorwaarden betreffende in- en uitslag
aan de handelaren eenige beperking van bewegings
vrijheid met hunne waren, die overigens niet bezwarend
zullen zijn, worden opgelegd. Tevens kan worden be
paald, dat vleeschwaren, die na invoer voor verbruik
in deze gemeente worden bestemd, ter keuring moeten
worden aangeboden.
Het stellen der voorwaarden zouden wij aan ons
opgedragen wenschen te zien.
De Gezondheidscommissie kan zich met een wijziging
van de verordening in den aangegeven zin vereenigen.
De artt. 8, 10 en 11 zijn bij de wijziging betrokken.
Onder overlegging van de stukken geven wij U in
overweging te "besluiten tot wijziging der verordening
op den keuringsdienst van vee en vleesch in de ge
meente Leeuwarden (gemeenteblad 1924 no. 29), vol
gens het hieronder afgedrukte ontwerp en aan de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor Friesland, gevestigd
alhier, mede te deelen, dat met haar verzoek rekening
is gehouden.
Leeuwarden, 18 Februari 1926.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
j. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
T. BAKKER, L.-Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Artikel 8.
1. Het voorgaande artikel is niet van toepassing
a. op vleesch, waarvan de invoer krachtens artikel 9
der wet zonder nader onderzoek geoorloofd is;
b. op vleeschwaren, die, verpakt in hermetisch ge
sloten blikken, potten of flesschen, worden ingevoerd en
verkocht;
c. op gesmolten vet;
d. op magen en darmen;
e. op vleesch en vleeschwaren per postpakket in
gevoerd;
De Raad der gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
gelet op de bepalingen der Vleeschkeuringswet
(Staatsblad 1919 no. 524);
alsmede op het advies d.d. 7 December 1925 van de
Gezondheidscommissie;
besluit
vast te stellen de volgende
VERORDENING tot wijziging der verordening
op den Keuringsdienst van vee en vleesch
in de gemeente Leeuwarden (gemeente
blad 1924 no. 29).
I.
Aan het slot van het eerste lid van art. 8 wordt de
punt vervangen door een komma-punt en toegevoegd
li. op vleeschwaren, niet geheel of gedeeltelijk be
stemd voor gebruik in de gemeente en ingevoerd en
opgeslagen onder door Burgemeester en Wethouders te
stellen voorwaarden; indien de bedoelde vleeschwaren
na invoer bestemd worden om in de gemeente te worden
gebruikt, moet de eigenaar of houder deze terstond
naar het openbaar slachthuis vervoeren of doen ver
voeren en aldaar ter keuring aanbieden tegen betaling
der verschuldigde rechten.