5 Art. 16. De schoolartsen worden telkens voor den tijd van drie jaren door den gemeenteraad op aanbeveling van Burgemeester en Wethouders benoemd. Hij, die benoemd wordt ter vervulling van een tus- schentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij benoemd is, had moeten aftreden. De aftredenden zijn terstond herbenoembaar. Benoembaar zijn alleen zij, die de bevoegdheid be zitten de geneeskunde in haren vollen omvang uit te oefenen. De betrekking van schoolarts is onvereenigbaar met die van gemeente-geneeskundige, belast met de behan deling van onvermogenden. De schoolartsen worden door Burgemeester en Wet houders geschorst en door den Raad op voorstel van Burgemeester en Wethouders ontslagen. Art. 17. De schoolartsen oefenen hun dienst uit, ieder op de hem door Burgemeester en Wethouders aangewezen scholen. Zij zijn verplicht elkander bij verlof, ziekte of ont stentenis te vervangen volgens aanwijzing van Burge meester en Wethouders. Art. 18. De schoolarts behoeft voor eene afwezigheid van 14 dagen of langer, behalve in de zoinervacantie der scho len, verlof van Burgemeester en Wethouders. De goedkeuring van dat college is vereischt op de wijze, waarop bij afwezigheid van den schoolarts diens betrekking zal worden waargenomen. Art. 19 (öud). Ter bevordering van de juiste en eenvormige uitvoe ring van hunne taak vergaderen de schoolartsen zoo dikwijls het hun wenschelijk voorkomt, doch tenminste twee maal per jaar. Art. 20 (oud). Ongewijzigd, behoudens verandering van den meer- voudigen in den enkelvoudigen term. Art. 21 (oud). Ongewijzigd, behoudens verandering van den meer- voudigen in den enkelvoudigen term. Art. 16. De schoolarts wordt door den gemeenteraad, op aan beveling van Burgemeester en Wethouders, benoemd. Benoembaar is alleen hij, die de bevoegdheid bezit de geneeskunde in haren vollen omvang uit te oefenen. Het is den schoolarts niet geoorloofd praktijk uit te oefenen. De schoolarts wordt door Burgemeester en Wethou ders geschorst en door den Raad op voorstel van Bur gemeester en Wethouders ontslagen. Art. 17. De schoolarts oefent zijn dienst uit, op de hem door Burgemeester en Wethouders aangewezen scholen. Art. 18. De schoolarts behoeft, buiten de schoolvacantiën, voor eene afwezigheid van een tot drie dagen de toe stemming van den Wethouder, meer in het bijzonder belast met de voorbereiding van de zaken het onderwijs betreffende, voor afwezigheid van langeren duur die van Burgemeester en Wethouders. Art. 19. De schoolarts brengt jaarlijks vóór 1 Maart over het afgeloopen jaar een verslag van zijne verrichtingen en bevindingen uit aan Burgemeester en Wethouders dezen zenden een afschrift daarvan aan de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en aan de Raads commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen. Art. 20. De schoolarts dient de plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en de Raadscommissie voor de gemeentelijke bewaarscholen, desgevraagd, van bericht en raad omtrent zaken, rakende het gezondheids toezicht, waarmede hij belast is. Art. 21. De schoolarts is, behoudens afdoende redenen van verhindering, verplicht tot bijwoning van de vergade ringen der Commissie van Toezicht op het Lager On derwijs, waarin een onderwerp, zijn werkkring betref fende, aan de orde wordt gesteld, mits hem tenminste 24 uur vóór de vergadering de punten van behandeling schriftelijk zijn opgegeven, met vermelding van dag, uur en plaats der vergadering. 364 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. no. 8. Art. 23 (oud). Art. 22. Deze verordening treedt in werking den 1 Januari Deze verordening treedt in werking den 1 Mei 1926. 1911- Op dat tijdstip is vervallen de verordening, regelende de aanstelling en den werkkring van schoolartsen bij het Lager Onderwijs en het bewaarschoolonderwijs te Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 11 October 1910 (gemeenteblad no. 25) en gewijzigd den 13 October 1914 (gemeenteblad no. 25) en den 19 Augustus 1919 (gemeenteblad no. 43). Leeuwarden, 19 De Raad voornoemd, 365

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 173