Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
Artikel 8, eerste lid. 11.
1. Het voorgaande artikel is niet van toepassing
a. op vleesch, waarvan de invoer krachtens artikel 9
der wet zonder nader onderzoek geoorloofd is, alsmede
op vleeschwaren, ingevoerd bij een hoeveelheid van ten
hoogste twee kilogram, indien de persoon, voor wien
zij bestemd zijn, en de, met hem samenwonende, per
sonen niet werkzaam zijn in het slagersbedrijf, in het
bedrijf der verduurzaming of bereiding van vleesch of
in den handel in vleesch of vleeschwaren
b. op vleeschwaren, die, verpakt in hermetisch ge
sloten blikken, potten of flesschen, worden ingevoerd
en verkocht
c. op gesmolten vet
d. op magen en darmen
e. op vleesch en vleeschwaren per postpakket in
gevoerd
op vleesch en vleeschwaren, per spoor aange
voerd, mits dezelve gedurende de uren, waarop de
invoer overigens verboden is, niet van het station wor
den verwijderd en bij verwijdering van het station recht
streeks en zonder oponthoud van het station langs den
kortsten weg naar het daarvoor bestemde lokaal in het
openbaar slachthuis worden vervoerd, teneinde aldaar,
tegen betaling der verschuldigde rechten, de keuring te
doen geschieden
g. op vleesch, dat afkomstig is van slachtdieren,
geslacht en gekeurd in het openbaar slachthuis, deze
gemeente is uitgevoerd, mits bij den weder-invoer de
vereischte goedkeuringsmerken nog op duidelijk zicht
bare wijze op het vleesch aanwezig zijn, of waarvan de
vervoerder het bewijs levert, bij het ontbreken van deze
merken, dat het afkomstig is van dieren, als hiervoor
bedoeld
h. op vleeschwaren, niet geheel of gedeeltelijk be
stemd voor gebruik in de gemeente en ingevoerd en
opgeslagen onder door Burgemeester en Wethouders te
stellen voorwaarden; indien de bedoelde vleeschwaren
na invoer bestemd worden om in de gemeente te worden
gebruikt, moet de eigenaar of houder deze terstond
naar het openbaar slachthuis vervoeren of doen ver
voeren en aldaar ter keuring aanbieden tegen betaling
der verschuldigde rechten.
Aan het slot van het eerste lid van art. 8 wordt de
punt vervangen door een kommapunt en toegevoegd
i. op vleesch en vleeschwaren, bestemd voor on-
bruikbaarmaking in den destructor, indien het vervoer
plaats heeft in een vervoermiddel ingericht volgens de
daaraan door de bevoegde Regeeringsautoriteiten te
stellen eischen.
Artikel 9.
1. Doorvoer van vleesch en vleeschwaren door de
gemeente, anders dan met openbare middelen van ver
voer, is verboden, tenzij op de uren, waarop krachtens
artikel 7 de invoer van vleesch geoorloofd is, tenzij de
vervoerder voorzien is van een schriftelijke vergunning
van den Directeur en onder opvolging van de door dezen
aan de vergunning verbonden voorwaarden.
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor
vleesch en vleeschwaren genoemd in art. 8, le lid, onder
abc en d.
Het tweede lid van art. 9 wordt gelezen als volgt
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor
vleesch en vleeschwaren genoemd in art. 8, le lid, onder
a, b, c, d en
Artikel 11
1. Onverminderd het bepaalde bij artikel 35 der wet,
is het in de gemeente verboden vleesch of in de ge
meente ingevoerde vleeschwaren, niet op de plaatsen,
bedoeld in artikel 24, van de goedkeuringsmerken der
gemeente Leeuwarden voorzien, te verkoopen, te koop
aan te bieden, te vervoeren, te doen vervoeren, af te
leveren, ten geschenke te geven, tot vervoer of aflevering
voorhanden te hebben of in voorraad te hebben.
2. Het vorige lid van dit artikel heeft geen betrek
king op in het slachthuis buiten de koelcellen aanwezig
vleesch, op vleesch of vleeschwaren, die overeenkom
stig art. 7 van de gemeentegrens naar het slachthuis
worden vervoerd en op vleeschwaren, die overeenkom
stig de tweede zinsnede van art. 8, 1 e lid, onder h, naar
IV.
In het tweede lid van art. 11 wordt na de letter c
een komma geplaatst en vervolgens gelezen
h, eerste zinsnede en
400
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. no. 16.
het slachthuis worden vervoerd, noch op vleesch en
vleeschwaren, bedoeld in art. 8, le lid, onder a, b, c
en h, eerste zinsnede.
Artikel 28.
Het is verboden gesteriliseerd vleesch en vleesch be
stemd voor den „verkoop in het klein onder toezicht"
onderscheidenlijk bedoeld in artt. 56 en 59 van het Ko
ninklijk besluit van 5 Juni 1920, Staatsblad no. 285,
elders te verkoopen dan in het daarvoor bestemde lokaal
van het slachthuis en op andere dan de door den Di
recteur daarvoor aan te geven tijdstippen.
V.
Art. 28 wordt gelezen als volgt
Het is verboden vleesch bestemd voor den „verkoop
in het klein onder toezicht", bedoeld in art. 59 van het
Koninklijk besluit van 5 Juni 1920, Staatsblad no. 285,
elders te verkoopen dan in het daarvoor bestemde lokaal
en op andere dan de door den Directeur daarvoor aan te
geven tijdstippen.
Leeuwarden, 19
De Raad voornoemd,
l
401