Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926.
Omtrent de verschillende bedrijfsbegrootingen wordt
de aandacht gevestigd op het navolgende
GEMEENTEWERKEN.
De totale kosten van gewoon onderhoud, enz. zijn
geraamd op 521.653.82 tegen 550.991.71 in 1926.
Dit belangrijke verschil valt voor een deel hieraan toe
te schrijven, dat in 1926 voor buitengewone werken
(verbetering rioleering) aan de veemarkt werd geraamd
ruim 7.500.en voor de verbreeding van het rijdek
van de Schaverneksbrug 7.000.welke uitgaven
onder den gewonen dienst zijn gebracht.
Onder volgno. 140 is, naar aanleiding van een daartoe
strekkend adres, d.d. 8 Juni 1926, van K. Heidoorn e. a.,
alhier, o. m. een bedrag ad 390.uitgetrokken voor
plantsoenaanleg op een plekje grond, begrensd door de
Schoppershofstraat, de Kalverstraat en de Kalverdwars-
straten. Hiermede is dus aan het verzoek van adres
santen tegemoet gekomen.
Onder volgnummer 158 is o. m. voor onderhoud en
vernieuwing van toestellen in onderscheidene gym
nastieklokalen uitgetrokken 1.776.Dit bedrag was
aanvankelijk uitgetrokken op 776.doch is met
1.000.— verhoogd in verband met een tijdens de
behandeling van de ontwerp-begrooting van het bedrijf
der gemeentewerken voor 1926, door Uw medelid, den
heer Botke, ingediend voorstel, strekkende om den post
volgno. 153 van die begrooting met 1.500.te ver-
hoogen, teneinde de benoodigde gymnastiektoestellen
aan te schaffen. Wij meenen ten volle aan het voorstel-
Botke tegemoet te komen door op deze begrooting voor
dat doel 1.000.extra uit te trekken en stellen U
tevens voor den betrekkelijken begrootingspost voor
1926 eveneens met 1.000.te verhoogen, waartoe een
begrootingswijziging hiernevens gaat. Op deze wijze
wordt geleidelijk in de behoefte aan nieuwe toestellen
voorzien.
GRONDBEDRIJF.
Bij Raadsbesluit van 7 December 1925 werd, onder
intrekking der bestaande, een nieuwe verordening op
het gemeentelijk grondbedrijf vastgesteld.
Zooals in ons voorste! (bijlage no. 36 van 1925), dat
tot bovenvermeld besluit heeft geleid, reeds werd aan
getoond, zou, bij toepassing der nieuwe verordening,
het verlies, dat de cultuurgronden jaarlijks opleverden,
verkeeren in een winst. Voor 1927 wordt die winst ge
raamd op 17.353.68, terwijl voor 1926 een verlies werd
geraamd van 11.904.20.
In het wezen der zaak levert dit voor de gemeente-
begrooting evenwel geen verschil op, wijl het op het
zelfde neerkomt, of het bedrijf eerst rente aan de ge
meente betaalt (bedoeld wordt rente van de z.g. meer
waarde) en dan een nadeelig saldo terugkrijgt, dan wel
of de gemeente geen rente van de meerwaarde ontvangt
en dan een saldo winst krijgt.
WONINGBEDRIJF.
Het exploitatie-tekort van dit bedrijf, dat in 1925 be
droeg 64.054.02 en voor 1926 was geraamd op
58.458.45, is voor 1927 uitgetrokken op 63.620.52.
Het voor 1927 in vergelijking met 1926 hooger ge
raamde bedrag staat in verband met den inbreng van
groep XI in het bedrijf.
Het verlies sluit niet in zich de jaarlijks ten laste der
gemeente komende kosten van steun, toegezegd voor
den bouw van woningen door woningvereenigingen en
-stichtingen.
GASFABRIEK.
Uit het op deze begrooting uitgetrokken winstcijfer
ad 21.242.20 valt af te leiden, dat de tegenwoordige
gasprijs geen verlaging kan ondergaan.
ELECTR1CITEITBEDR1JF.
De winst van dit bedrijf, die in 1925 bedroe»
127.662.915, wordt voor 1927 geraamd op 118.404.25&
Het lagere winstcijfer houdt verband met de verlaging
der meterhuur met 50 krachtens Raadsbesluit d.d. 8
Juni 1926. De winst komt, nu het reservefonds is vol
gestort, geheel ten goede aan de gemeente.
REINIGING, OPENBAAR SLACHTHUIS EN
BANK VAN LEENING.
Deze begrootingen geven geen aanleiding tot het ver
melden van bijzonderheden.
GEMEENTE-BEGROOTING.
Zooals in den aanhef reeds is gezegd, bedraagt het
saldo, waarmede de begrooting wordt geopend
142.000.minder dan voor 1926 kon worden ge
raamd. Het is ons, ofschoon wij ook nu weer zijn uit
gegaan van de gedachte, dat alle niet strikt noodzake
lijke uitgaven moeten worden vermeden, niet gelukt een
sluitende begrooting te verkrijgen, zonder den post
„Belasting naar het inkomen" met 100.000.te ver
hoogen.
In totaal is deze post nu geraamd op 1.450.000.—,
waarvan 450.000.door het belastingjaar 1926/27
moet worden opgebracht. Het 2/3 gedeelte van de op
brengst over het belastingjaar 1927/28 zal dus moeten
bedragen 1.000.000.—.
De totale inkomsten en uitgaven van den gewonen
dienst zijn geraamd op 4.052.289.295 of rond
200.000.minder dan voor 1926 werd geraamd. Deze
vermindering valt als volgt te verklaren.
Vóór dat door Uwe Vergadering besloten werd
de gereserveerde winsten over de jaren 1921 tot
en met 1924 van de gemeentelijke gasfabriek in
het uitbreidings- en vernieuwingsfonds te storten,
werden deze telken jare in de begrooting onder hoofd
stuk XIII, 4, opgenomen, zoowel in ontvang als in
uitgaaf. Nu die gelden evenwel in dat fonds zijn gestort,
komt voortaan op de begrooting alleen voor, de winst
welke zuiver voor het begrootingsjaar wordt geraamd.
Het gevolg daarvan is, dat de ontvangsten van hoofdstuk
XIII, 4, thans 165.000.minder bedragen dan
voor 1926 werd geraamd. Voor onvoorziene uitgaven
is 20.000.minder uitgetrokken. Hiermede is dus
ongeveer verklaard waaraan de vermindering der in
komsten en uitgaven moet worden toegeschreven.
Het batig saldo over 1925, hetwelk aan deze begroo
ting ten goede komt, moest in vergelijking met 1926
ruim 142.000.lager worden uitgetrokken. Hiervoor
moest dus op andere wijze dekking worden gevonden,
evenals voor een bedrag van 30.000.wegens lager
geraamde opbrengst van rente van kapitalen (volgno.
70), benevens een bedrag van 9.000.-wegens min
dere winstuitkeering van het gemeentelijk electriciteit-
bedrijf als gevolg van de verlaging der meterhuur.
In totaal dus181.000.
waar nog bij geteld moeten worden de
navolgende meerdere uitgaven
nadeelig saldo hoofdstuk VIII, 6 (school
voor zwakzinnigen) 7.000.
nadeelig saldo hoofdstuk XIII, 5, hooger 10.000.—
Totaal 198.000.—,
welk bedrag voornamelijk is gevonden uit de volgende
verhooging van inkomsten en verlaging van uitgaven
418
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. HO. 23.
Inkomsten
Volgno. 150. 80 opcenten op de hoofd
som der belasting op de
gebouwde eigendommen 3.000.
152. 5075 opcenten op de
hoofdsom der personeele
belasting6.000.
154. Opcenten dividend- en
tantième-belasting 4.000.
156. Belasting naar het inko
men 100.000.
Uitgaven
Hoofdstuk II, volgno. 229, Renten van
geldleeningen, lager geraamd in verband
met de voorgenomen conversie en de
gedane aflossingen op leeningen 25.000.
Hoofdstuk III, nadeelig saldo lager ge
raamd 4.000.
Hoofdstuk VI, nadeelig saldo lager ge
raamd 29.000.
hoofdstuk XVI, onvoorziene uitgaven lager
geraamd20.000.
Het bedrag, dat voor onvoorziene uitgaven is uit
getrokken, bedraagt 56.237.055. Het vorige jaar be
droeg dit 76.369.975. Daarvan was o. a. 10.000.
bestemd voor dekking van het eventueel tekort, dat de
gemeentelijke ophaal- en stortingsdienst, ter zake waar
van Uwe Vergadering d.d. 14 April 1925 een besluit
nam, zou opleveren. Wij hebben daarvoor thans geen
bedrag meer gereserveerd en wel om de volgende reden.
Aan de uitnoodiging van Uwen Raad om over het op
richten van een dergelijken dienst van gemeentewege
het advies van den Gemeente-ontvanger van Zwolle in
te winnen, is uitvoering gegeven. Het daarop ingekomen
rapport is om advies in handen van de financiëele com
missie gesteld, welke adviseert voorshands geen verdere
stappen te doen tot oprichting van een gemeentelijken
ophaal- en stortingsdienst.
Wij kunnen ons met het advies der commissie, waar
naar kortheidshalve moge worden verwezen, vereenigen
en zullen gaarne zien, dat door U een besluit van die
strekking wordt genomen.
Bij de stukken is o. m. gevoegd een adres d.d.
12 Augustus j.l. van het hoofdbestuur van den Bond van
Christelijke Politieambtenaren in Nederland, gevestigd
te Amsterdam, houdende verzoek de salariëering van
het politiepersoneel te herzien, alsmede een adres van
de afdeeling Leeuwarden van den Algemeenen Neder-
landschen Politiebond d.d. 30 Augustus 1926, waarbij
adhaesie wordt betuigd aan den inhoud van eerstgemeld
adres.
Al wenschen wij voorloopig de bestaande belooningen
niet aan te tasten, toch zouden wij geenszins willen
medewerken tot verhooging der bestaande salarissen.
De tijd hiervoor kan geacht worden voorbij te zijn
bovendien zou een salarisherziening van het politie
personeel consequenties met zich brengen, waartegen
ernstig moet worden gewaarschuwd.
Ten slotte verzoeken wij U, er rekening mede te
houden, dat na het afdrukken der gemeente-begrooting
gebleken is dat enkele cijfers wijziging behoeven een
daartoestrekkend verbeterblad is bij de ontwerp-be
grooting gevoegd.
Wij geven U in overweging bij de vaststelling der
begrooting tevens te besluiten
a. Burgemeester en Wethouders te ontheffen van de
hun bij besluit d.d. 14 April 1925 verstrekte opdracht
om voorstellen in te dienen betreffende de oprichting
van een gemeentelijken ophaal- en stortingsdienst
b. afwijzend te beschikken op het adres van den
Bond van Christelijke Politieambtenaren in Nederland
inzake de salariëering van het politiepersoneel
c. aan de onderscheidene overige adressanten, voor
zoover zij zich tot U hebben gewend, te doen weten,
dat op hunne adressen is gelet
d. het hierbij overgelegd ontwerp-besluit, houdende
machtiging aan Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan van een tijdelijke leening ad 2.000.000.ter
voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld, tot
besluit Uwer Vergadering te verheffen
e. vast te stellen de hierbij in ontwerp mede over
gelegde wijziging der gemeente-begrooting en de daar
mede verband houdende wijziging der bedrijfsbegroo-
ting, beide betrekking hebbende op den dienst 1926.
Leeuwarden, 7 October 1926.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
L M. VAN BEYMA, Burgemeester.
SCHOTMAN, Secretaris.
419