Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. b. een exemplaar van deze verordening en de naar aanleiding daarvan vastgestelde voorschriften c. een verordening, regelende de bezoldigingen en de uitbetaling daarvan d. de voor hem vastgestelde instructie. 2. Telkens wanneer dit door het hoofd van den tak van dienst wordt gevorderd, moet het dienstboekje te diens beschikking worden gesteld, opdat daarin nadere aanteekening zal geschieden van a. elke latere wijziging in bezoldiging of aard der werkzaamheden b. het tijdstip, waarop de dienstbetrekking eindigt. 3. Een verloren of in het ongereede geraakt dienst boekje wordt op aanvrage van den ambtenaar door een ander vervangen tegen betaling van 50 cent. Art. 8. 1. Voor de vervulling eener vacature of bij instelling van een nieuwen rang aan een bepaalden dienst, ge nieten ambtenaren, aan dien dienst werkzaam, de voor keur. 2. Bij gelijke geschiktheid gaat de oudste in dienst tijd voor. 3. Indien aanvulling eener vacature niet kan plaats vinden uit het personeel van den betrokken dienst, ge schiedt dit zoo mogelijk uit het overige gemeente- personeel. VERPLICHTINGEN VAN DEN AMBTENAAR. Art. 9. 1. De ambtenaar is verplicht a. alle voor hem geldende verordeningen en instruc ties na te leven b. de werkzaamheden, welke hem overeenkomstig zijn aanstelling bij zijn tak van dienst of tijdelijk bij een anderen tak van dienst worden opgedragen, met ijver en nauwgezetheid te volbrengen, stiptelijk de bevelen op te volgen van hem. aan wien hij onmiddellijk of mid dellijk ondergeschikt is en voorts zoo tijdig ter plaatse, waar hij zijn dienst heeft te verrichten, aanwezig te zijn, dat hij op het in den werkrooster aangegeven tijdstip zijn werkzaamheden kan beginnen. 2. De ambtenaar is niet verplicht, een werknemer, die zijn werk niet verricht wegens een door een rechts persoonlijkheid bezittende vakorganisatie of door het bestuur daarvan geproclameerde werkstaking, te ver vangen, tenzij door de staking het algemeen belang, naar het oordcel van Burgemeester en Wethouders, ernstig wordt geschaad of kan worden geschaad. In dat geval geven Burgemeester en Wethouders daarvan onverwijld kennis aan de organisaties der gemeente ambtenaren en aan den Gemeenteraad. 3. De ambtenaar is verantwoordelijk voor het hem in bruikleen verstrekte gereedschap, de hem ter verwer king verstrekte grondstoffen, toevertrouwde werkmid delen of materiaal en ter bezorging gegeven goederen; hij is aansprakelijk voor alle schade, door hem opzet telijk of door zijne grove schuld veroorzaakt bij de uit oefening van den dienst. 4. Het hoofd van den tak van dienst bepaalt het bedrag der toegebrachte schade, behoudens beroep van den ambtenaar op het Scheidsgerecht. 5. De ambtenaar kan worden verplicht tot geheim houding van alles, wat hem in verband met zijn werk kring bekend wordt, tenzij de justitie, een commissie van bijstand (mits in voltallige vergadering bijeen) of het Scheidsgerecht mededeeling verlangt; aan het Scheids gerecht behoeven geen mededeelingen te worden ge daan betreffende belastingzaken en het besprokene in een geheime Raadsvergadering. 6. De verplichting tot geheimhouding bestaat niet tegenover hen, aan wie de ambtenaar volgens zijne in- 424 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. no. 24. structie ondergeschikt is, tenzij door Burgemeester en Wethouders aan den ambtenaar geheimhouding, ook tegenover zijn chefs, is opgelegd. Art. 10. Alleen met geldige redenen mag de ambtenaar zijn dienst verzuimen; bij verhindering is hij verplicht on verwijld, onder opgave van de redenen zijner verhin dering, hiervan kennis te geven aan het hoofd van den dienst, waaronder hij werkzaam is, en bij diens afwe zigheid, aan hem die genoemd hoofd vervangt. Art. 11. De ambtenaar, die wegens ziekte zijn dienst moet verzuimen, is verplicht, indien Burgemeester en Wet houders zulks verlangen, zich onder controle te stellen van een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen geneeskundige. Art. 12. 1. De gehuwde vrouwelijke ambtenaar, zwanger zijnde, is verplicht, onder overlegging van eene genees kundige verklaring verlof aan te vragen door tusschen- komst van het hoofd van dienst aan Burgemeester en Wethouders, ingaande drie maanden voor het tijdstip, waarop zij meent hare bevalling te mogen verwachten, en eindigende twee maanden na de bevalling, welk verlof door Burgemeester en Wethouders wordt verleend zonder korting op hare bezoldiging. 2. In buitengewone gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders de regeling van het vorige lid van toe passing verklaren op ongehuwde vrouwelijke ambte naren. Art. 13. 1. Het is den ambtenaar verboden a. voor zoover hij in volledigen dienst der gemeente is, handel te drijven of in dienst van derden een bezol digde nevenbetrekking te bekleeden, een ander beroep uit te oefenen of betaalde werkzaamheden te verrichten; b. rechtstreeks of zijdelings deel te nemen aan wer ken of leveranties voor de gemeente; c. in verband met de uitoefening van zijn dienstbe trekking geschenken of giften van derden aan te nemen, te vragen of eenigen invloed uit te oefenen op de aan bieding daarvan; d. buiten de gemeente te wonen. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het sub a en d bepaalde ontheffing verleenen. ZIEKTEGELD. Art. 14. 1. Den ambtenaar, die door ziekte of lichamelijk letsel niet in staat is arbeid te verrichten, wordt in plaats van bezoldiging ziektegeld uitgekeerd. 2. Indien een ambtenaar een tijdelijke uitkeering ontvangt of hem een rente wordt toegekend ingevolge de Ongevallenwet 1901, zijn de artikelen 15 en 16 niet op hem van toepassing, behoudens zijn aanspraak op bijpassing tot een bedrag, waarmede volgens die arti kelen het ziektegeld de hem toegekende uitkeering of rente overtreft. 3. Indien de ambtenaar zich verbindt om bij ont vangst der uitkeering of rente, deze tot het vereischte bedrag aan het betrokken hoofd van den tak van dienst af te dragen, kan hem, tot den dag, waarop de schade loosstelling betaalbaar is gesteld, op den gewonen be- 425

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 203