Bijlage no. 25
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. Bijl. tlO. 25.
WIJZIGING verordening op de gemeentelijke
bewaarscholen (gemeenteblad 1924 no.
26).
Lilt. A.
Voorstel van Burgemeester
cn Wethouders.
Aan den Gemeenteraad.
In eene door ons op uitnoodiging van Gedeputeerde
Staten met dat College gehouden samenspreking be
treffende de begrooting van inkomsten en uitgaven dezer
gemeente, dienst 1926, kwam o. m. de salarisregeling
voor de leerkrachten bij het voorbereidend lager onder
wijs (bewaarschoolonderwijs) ter sprake, met name het
verschil tusschen het salaris van het personeel aan de
scholen voor gewoon lager onderwijs en dat van het
bewaarschoolonderwijs, een verschil, dat in het bijzon
der tot uiting komt bij de jongere leerkrachten. Ook het
ambulantisme van de hoofdonderwijzeressen der be
waarscholen maakte een punt van bespreking uit.
Wij vonden hierin aanleiding te dezer zake het ge
voelen van de Commissie voor de gemeentelijke be
waarscholen te vragen; haar advies laten wij in afdruk
hieronder volgen.
Zooals U daaruit kan blijken, geeft de Commissie ons
in overweging over te gaan tot geleidelijke afschaffing
van het ambulantisme van de hoofdonderwijzeressen en
te bevorderen, dat de jaarwedden, genoemd in art. 11
onder a en h der verordening, voor het nieuw aan te
stellen personeel aan die scholen als volgt worden
geregeld
voor de hoofdonderwijzeressen op 1800.met 5
tweejaarlijksche verhoogingen van 100.loopende
tot 2300.(thans 2000.met 5 tweejaarlijksche
verhoogingen van 100.tot 2500.
voor de onderwijzeressen op f 1200.—, met 3 twee
jaarlijksche verhoogingen van 100.stijgende tot
1500.(thans 1400.met 5 tweejaarlijksche ver-
hoogingen van 100.tot 1900.
Met deze jaarwedderegeling kan de meerderheid van
ons College zich geheel vereenigen. De minderheid zou
het maximum van het salaris der hoofdonderwijzeressen
op 2100.gesteld willen zien, en dus, evenals zulks
ten aanzien van de onderwijzeressen het geval is, het
aantal periodieke verhoogingen op 3 tweejaarlijksche,
elk van 100.willen bepalen.
Wij zijn het verder met de Commissie eens, dat een
overgangsbepaling zal moeten voorkomen, dat het thans
leeds in functie zijnde personeel van die nieuwe regeling
nadeel ondervindt. Die overgangsbepaling moet der
halve dit personeel waarborgen, dat het bezoldigd blijft
en zijne aanspraken blijft behouden naar de thans be
staande regeling.
Het wil ons voorkomen, dat behalve de door de Com
missie voorgestelde veranderingen van art. 11 der ver
ordening, nog een andere wijziging in dat artikel moet
worden aangebracht.
Immers, wordt het tweede lid van genoemd artikel
niet door een overgangsbepaling aangevuld, dan zou
het er practisch op neer komen, dat de thans aan de
bewaarscholen verbonden onderwijzeressen niet kun
nen dingen naar de betrekking van hoofdonder
wijzeres aan die scholen in deze gemeente. Als nieuw
minimum-salaris toch voor de hoofdonderwijzeressen
wordt voorgesteld 1800.terwijl de thans in dienst
zijnde onderwijzeressen, in het bezit der akte B (hoofd
akte), volgens de nu geldende salarisregeling eene
maximum-jaarwedde genieten van 2100.Een even-
tueele benoeming (bevordering) tot hoofdonderwijzeres
zou dientengevolge een vermindering in salaris van
300.voor de betrokkene kunnen meebrengen. Het
zal geen nader betoog behoeven, dat in deze leemte
moet worden voorzien, hetgeen kan geschieden door
in de verordening de bepaling op te nemen, dat
als diensttijd voor de eventueel uit de thans aan de
bewaarscholen in deze gemeente werkzame onderwij
zeressen te benoemen hoofdonderwijzeressen mede in
aanmerking komt de diensttijd, als onderwijzeres aan
eene bewaarschool doorgebracht.
Overeenkomstig het advies der Commissie en in
verband met artikel 5 der verordening, waarin is be
paald, dat het personeel van iedere school o. m. bestaat
uit een door Burgemeester en Wethouders te bepalen
getal onderwijzeressen, zijn wij voornemens bij voor
komende vacatures in het onderwijzend personeel of in
andere daartoe leidende gevallen over te gaan tot gelei
delijke afschaffing van het ambulantisme, als gevolg
waarvan, althans na verloop van eenigen tijd, het aantal
onderwijzeressen met zes zal verminderen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U als
College in overweging tot vaststelling van de hieronder
afgedrukte verordening, houdende wijziging van de
verordening op de gemeentelijke bewaarscholen, over te
gaan.
Leeuwarden, 29 September 1926.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
Lift. B.
OS'T WERP.
VERORDENING, houdende wijziging van de veror
dening op de gemeentelijke bewaarscholen
(gemeenteblad 1924 no. 26).
Artikel 1.
Artikel 11 van bovengenoemde verordening wordt
gelezen als volgt
„De jaarwedden bedragen
u. van de hoofdonderwijzeressen bij een diensttijd
als zoodanig van
minder dan twee jaren1800.
BESTAANDE REDACTIE.
De jaarwedden bedragen
a. van de hoofdonderwijzeressen bij een diensttijd
als zoodanig van
minder dan twee jaren2000.
435