Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. twee en meer, doch minder dan vier jaren 2100. vier en meer, doch minder dan zes jaren 2200. zes en meer, doch minder dan acht jaren 2300. acht en meer, doch minder dan tien jaren 2400. tien en meer jaren2500. b. van de onderwijzeressen bij een diensttijd als zoodanig van minder dan twee jaren1400. twee en meer. doch minder dan vier jaren 1500. vier en meer, doch minder dan zes jaren 1600. zes en meer, doch minder dan acht jaren 1700. acht en meer, doch minder dan tien jaren 1800. tien en meer jaren1900. c. van de oppasster565. Als diensttijd komt in aanmerking voor de hoofd onderwijzeressen de tijd als zoodanig in dienst van eene bewaarschool hier of elders doorgebracht voor de onderwijzeressen de tijd als zoodanig en als hoofdonderwijzeres in dienst aan eene bewaarschool hier of elders doorgebracht. twee en meer, doch minder dan vier jaren 1900. vier en meer, doch minder dan zes jaren 2000. zes en meer, doch minder dan acht jaren 2100. acht en meer, doch minder dan tien jaren 2200. tien en meer jaren2300.— b. van de onderwijzeressen bij een diensttijd als zoodanig van minder dan twee jaren1200. twee en meer, doch minder dan vier jaren 1300. vier en meer, doch minder dan zes jaren 1400. zes en meer jaren1500. c. van de oppasster565. Als diensttijd komt in aanmerking voor de hoofd onderwijzeressen de tijd als zoodanig in dienst aan eene bewaarschool hier of elders doorgebracht voor de onderwijzeressen de tijd als zoodanig en als hoofdonderwijzeres in dienst aan eene bewaarschool hier of elders doorgebracht." Art. II. Overgangsbepaling. Voor de hoofdonderwijzeressen, die eventueel be noemd worden uit de op het tijdstip van het in werking treden dezer verordening aan de bewaarscholen in deze gemeente werkzame onderwijzeressen, komt als dienst tijd mede in aanmerking de tijd als onderwijzeres aan eene bewaarschool hier of elders doorgebracht. Zij, wier inkomsten krachtens vroegere regelingen het bedrag, dat haar volgens deze verordening zou toeko men, overschrijden of later mochten overschrijden, blijven hare aanspraken behouden. Art. III. Deze verordening treedt in werking op 1 November 1926. Litt. C. Advies der Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen. No. 1102. 1 b ij 1 a g e. Leeuwarden, 22 September 1926. Uw schrijven van 12 Juli j.l. no. 1895/582, betreffende de door Gedeputeerde Staten van Friesland gemaakte opmerkingen met betrekking tot het bewaarschool- onderwijs in deze gemeente, heeft onze Commissie aan leiding gegeven, teneinde een algemeen overzicht te krijgen van de regeling van het bewaarschoolonderwijs in verschillende gemeenten van ons land, aan de be trokken gemeentebesturen inlichtingen te vragen. Uit de ontvangen antwoorden is het hiernevens gaande over zicht samengesteld. Aan Heer en Burgemeester en Wet houders van Leeuwarden. Hieruit blijkt in de eerste plaats dat slechts in enkele gemeenten het ambulantisme van de hoofdonderwijze ressen geheel of ten deele (Amsterdam, Rotterdam) bestaat en dat in andere gemeenten (Arnhem, Gronin gen) tot geleidelijke afschaffing daarvan wordt over gegaan. Ten aanzien van deze gemeente zijn wij, na onder zoek, van meening dat ook hier geen aanleiding bestaat om het ambulantisme van de hoofdonderwijzeressen bij voortduring te handhaven. Tot geleidelijke afschaffing, bij voorkomende vacatures in het personeel, kan, naar het ons wil voorkomen, zonder bezwaar worden over gegaan. Schade aan het onderwijs is daarvan niet te duchten. Te gemakkelijker kan deze afschaffing geschie den nu door het te werk stellen gedurende halve dagen, zulks voor hare practische vorming, van de leerlingen van den gemeentelijken cursus voor opleiding van be waarschoolonderwijzeressen, hulp in de klassen aanwe zig is. Zooals Uw College bekend zal zijn wordt ge noemde cursus thans bezocht door 57 leerlingen. 44 van deze leerlingen zijn in de bewaarscholen alhier 436 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1926. litjl. flO. 2ü. halve dagen werkzaam, de andere 13 in bewaarscholen elders. Waar in totaal 24 klassen aan de 6 bewaar scholen bestaan, is derhalve nagenoeg voor elke klasse gedurende den geheelen dag hulp van een kweekeling aanwezig. Doch ook zonder de hierbedoelde hulp zijn er o. i. geen voldoende motieven om het ambulantisme te behouden. Wij geven U dan ook in overweging tot geleidelijke afschaffing daarvan over te gaan, op de wijze als boven door ons is aangegeven. Met betrekking tot de salarisregeling van het onder wijzend personeel merken wij het volgende op. Afgescheiden van de vraag of de jaarwedden in ver gelijking met die welke in andere gemeenten worden betaald (zie het overzicht), al dan niet een goed figuur maken, werd in onze vergadering de vraag gesteld of zij voor de diensten, die van de betrokkenen worden geëischt, niet te hoog moeten worden geacht. Onze Commissie is bij de beantwoording van die vraag tot de slotsom gekomen dat het beginsalaris 1400.van de onderwijzeres met akte A (gewone akte), ook wanneer dat vergeleken wordt met de aan- vangsjaarwedde 1300.van de onderwijzeres bij het lager onderwijs, hoewel dit niet als motief behoeft te dienen, 200.te hoog is en met 1200.geacht moet worden op behoorlijk peil te staan. In verband daarmede werd ook het aanvangssalaris van de hoofd onderwijzeres 200.te hoog geacht. Omtrent het maximum-salaris waren in onze Com missie de meeningen verdeeld. Waar de een in de maxima geen wijziging wilde brengen, wenschte een ander deze met 200.en meer te verminderen. Ten slotte werd door de meerderheid der Commissie be sloten, nadat eerst nog een voorstel om alle salarissen, derhalve ook die van de in dienst zijnde functionarissen, met 200.te verminderen was verworpen, aan Uw College te adviseeren te bevorderen dat de jaarwedden, genoemd in art. 11 onder a en b der Verordening op de gemeentelijke bewaarscholen (gemeenteblad no. 26 van 1924) worden geregeld als volgt van de hoofdonderwijzeressen op 1800.met 5 tweejaarlijksche verhoogingen van 100.tot 2300.— van de onderwijzeressen op 1200.met 3 twee jaarlijksche verhoogingen van 100.tot 1500. met dien verstande, dat het in dienst zijnde personeel bezoldigd blijft en zijn aanspraken blijft behouden naar de thans bestaande regeling. De Commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen, J. M. VAN BEYMA, fd. Voorzitter. H. C. BUISMAN—BLOK WIJBRANDI, Secretaresse. 437

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1926 | | pagina 209