Bijl. no. 6'.
Bijlage no. 6.
I
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930.
VASTSTELLING van een schadevergoedings
verordening ter zake van rooilijnen,
bouwverboden en uitbreidingsplannen.
Aan den Gemeenteraad.
Bij Koninklijk Besluit van 12 November 1923, 110. 63
(Staatsblad no. 516) is beslist, dat Raadsbesluiten hou
dende vaststelling van rooilijnen, ingevolge artikel 7 dei-
Woningwet aan de goedkeuring van de Gedeputeerde
Staten zijn onderworpen. Met deze uitspraak rekening
houdende, zonden wij bij schrijven van 20 September
1928 aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring in Uw
besluit van 28 Augustus van dat jaar, no. 303R/177,
waarbij rooilijnen voor de bebouwing ter weerszijden
van den Stienserweg zijn vastgesteld. Wij ontvingen
daarop van gemeld College een briet d.d. 14 November
d.a.v. waarin het ons mededeelde, het toe te juichen,
dat langs wegen en in de eerste plaats langs verkeers
wegen door den Raad rooilijnen worden vastgesteld ter
voorkoming van de mogelijkheid, dat door toepassing
van artikel 7, tweede lid, der Bouwverordening enkele
slecht geplaatste woningen oorzaak worden dat een
plaatselijke vernauwing van een weg zich steeds meer
uitbreidt. Gedeputeerde Staten wezen er echter tevens
op, dat rooilijnbesluiten dikwijls worden vastgesteld
zonder dat belanghebbenden kennis dragen van de be
perking hunner eigendomsrechten en dat die besluiten
als gevolg kunnen hebben, dat een eigenaar bij voorge
nomen her- of verbouw van zijn perceel ernstige schade
lijdt. Aankoop of onteigening van door de rooilijn ge
troffen perceelen acht meergenoemd College niet noodig,
maar naar zijn oordeel is vaststelling van eene ver
ordening, waarbij de eventueel door de eigenaren te
lijden schade wordt geregeld, zeer gewenscht. Alvorens
de rooilijnen voor den Stienserweg goed te keuren,
verzochten Gedeputeerde Staten ons derhalve, het daar
heen te leiden, dat een dergelijke schadevergoedings
verordening wordt vastgesteld. Wij hebben deze aan
gelegenheid overwogen en zijn tot de overtuiging ge
komen, dat het èn op gronden van billijkheid èn met
het oog op het verkrijgen van de vereischte goedkeuring
van rooilijnbesluiten, inderdaad wenschelijk is, een
schadevergoedingsverordening, als hier bedoeld, in het
leven te roepen. De kans toch, dat eigenaren schade
zullen ondervinden door de vaststelling van een rooilijn
is geenszins denkbeeldig. In den regel zal voor onbe
bouwde terreinen de rooilijn geen bezwaar opleveren,
evenmin als voor perceelen waar zooveel ruimte achter
de rooilijn aanwezig is, dat herbouw van een daarop
staand gebouw kan plaats hebben, maar wanneer een
perceel zoodanig door de rooilijn wordt doorsneden, dat
geen ruimte voor herbouw overblijft, of wanneer een
perceel geheel vóór de rooilijn komt te liggen, is het
ongetwijfeld billijk dat de eigenaren der betreffende
perceelen aanspraak op vergoeding van geleden schade
uit de gemeentekas kunnen doen gelden. In tal van ge
meenten bestaan op dit punt dan ook reeds regelingen
welke in dergelijke gevallen voorzien en die in de
practijk bevredigend blijken te werken. Aangezien voor
deze gemeente geene bijzondere bepalingen behoeven
te worden gemaakt, hebben wij bij de samenstelling van
ons hierachter afgedrukt ontwerp zulk een bestaande
regeling tot voorbeeld genomen. Het in ons ontwerp
neergelegde stelsel komt in het kort hierop neer, dat
de eigenaar van een perceel die meent ernstige schade
te lijden door een vastgestelde rooilijn, aan den
Gemeenteraad een verzoek kan doen tot regeling van
de uit de gemeentekas te vergoeden schade. De
schade wordt eerst beoordeeld door een commissie van
deskundigen en vervolgens door den Raad vastgesteld.
Aan den eigenaar is het recht van beroep toegekend
op Gedeputeerde Staten, bij wier uitspraak beide par
tijen zich hebben neder te leggen.
De artikelen der concept-verordening behoeven geen
bijzondere toelichting; zij zullen, naar wij vertrouwen,
bij enkele lezing duidelijk zijn.
Komt deze verordening tot stand, dan stellen wij ons
voor in het vervolg, nadat een rooi lij nbesluit is ge
nomen en goedgekeurd, dit op de gewone wijze ter
algemeene kennis te brengen.
Daar bij vaststelling van bouwverboden en uitbrei
dingsplannen zich de hierboven geschetste gevallen
eveneens kunnen voordoen, is de verordening tevens
voor de eventueel uit dien hoofde te lijden schade toe
passelijk gemaakt.
Wij geven U in overweging tot vaststelling van de
in ontwerp hierachter afgedrukte verordening over te
gaan.
Leeuwarden, 6 Februari 1930.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTAt AN, Secretaris.
ONTWERP.
VERORDENING, houdende algemeene regelen
ter bescherming van de belangen van
derden in verband met rooilijnen, bouw
verboden en uitbreidingsplannen voor
de gemeente Leeuwarden.
Artikel 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt ver
staan onder
rooilijn een overeenkomstig artikel 7 der Woningwet
goedgekeurde rooilijn
houwverbodeen overeenkomstig artikel 30 der Wo
ningwet goedgekeurd houwverbod
uitbreidingsplan een overeenkomstig de artikelen 31
of 32 der Woningwet goedgekeurd uitbreidingsplan
eigenaren zij, die het recht van eigendom hebben
op grond, waarover zij tengevolge van de vaststelling