Bijlno. 6. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. van een rooilijn, bouwverbod of uitbreidingsplan, het volle beschikkingsrecht hebben verloren onder eige naren worden in deze verordening begrepen zij, die een ander zakelijk recht hebben op vorenbedoelden grond. Artikel 2. Wanneer een eigenaar van oordeel is, dat hij door de toepassing van een rooilijn, een bouwverbod of een uitbreidingsplan ernstige schade lijdt, kan hij zich tot den Gemeenteraad wenden met het verzoek die schade vast te stellen. De Gemeenteraad beslist dienaangaande binnen twee maanden, nadat het verzoek is ingekomen. Hij kan de beslissing bij een met redenen omkleed besluit éénmaal voor ten hoogste twee maanden verdagen. Artikel 3. De beslissing van den Gemeenteraad is, zoo zij strekt tot afwijzing van het in artikel 2 bedoelde verzoek, met redenen omkleed; zij wordt den betrokken eigenaar ten spoedigste bij aangeteekenden brief medegedeeld. Van deze beslissing kan de genoemde eigenaar binnen twee maanden, nadat zij hem is medegedeeld, voorzie ning vragen bij Gedeputeerde Staten; gelijke voorziening kan gedurende twee maanden worden gevraagd, indien binnen den in artikel 2, tweede lid, bedoelden termijn door den Gemeenteraad geen beslissing is genomen. Bij de toezending van de in het eerste lid genoemde beslissing wordt den eigenaar mededeeling gedaan van den termijn binnen welken van die beslissing voor ziening kan worden gevraagd. Artikel 4. indien door den Gemeenteraad, of in beroep ingevolge artikel 3, tweede lid, door Gedeputeerde Staten, wordt beslist, dat aan een verzoek, als bedoeld in artikel 2, moet worden voldaan, wordt, tenzij daaromtrent binnen drie maanden na de dagteekening van die beslissing met den betrokken eigenaar anders is overeengekomen, het bedrag der schadevergoeding beoordeeld door een com missie van drie deskundigen, waarvan één te benoemen door Burgemeester en Wethouders, één door den be trokken eigenaar en de derde door deze beiden te zamen of bij gebrek aan overeenstemming door den Kanton rechter op verzoek van de meest gereede partij. Artikel 5. In het geval, bedoeld in het vorig artikel, doen Bur gemeester en Wethouders den betrokken eigenaar binnen drie maanden na de dagteekening van de beslis sing van den Raad of van Gedeputeerde Staten bij aan geteekenden brief het voorstel om de schade te doen beoordeelen door de in dat artikel bedoelde commissie van drie deskundigen, tenzij inmiddels anders met hem is overeengekomen. Artikel 6. De eigenaar is verplicht binnen een maand na ont vangst van het in artikel 5 bedoelde voorstel, aan Bur gemeester en Wethouders schriftelijk opgave te ver strekken van den door hem aangewezen deskundige. Bij niet-inachtneming van dezen termijn verliest hij alle aanspraak op schadevergoeding. Artikel 7. Bij de berekening van de schadevergoeding wordt in aanmerking genomen de waardevermindering, welke het perceel of de perceelen, waarop de rooilijn, het bouw verbod of het uitbreidingsplan wordt toegepast, ten tijde van hunne inwerkingtreding en als onmiddellijk gevolg 456 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. daarvan heeft of hebben ondergaan. Tevens wordt hierbij rekening gehouden met de waardevermeerdering, welke het gevolg is of kan zijn van den aanleg of de verbreeding van de langs het perceel of de perceelen loopende straat of straten. Bij deze berekening wordt niet gelet op nieuwe bouw werken of andere veranderingen, gemaakt na de goed keuring van de rooilijn of de nederlegging ter inzage, bedoeld in de artikelen 30, vierde lid en 31, vierde lid der Woningwet. Indien het ontwerp van de rooilijn vóór de vaststelling op de Gemeentesecretarie ter inzage is nedergelegd, geldt voor de toepassing van het vorige lid het tijdstip van die nederlegging. Artikel 8. Onder overlegging van het rapport der in artikel 4 bedoelde schadebeoordeeiingscommissie of van de in dat artikel bedoelde overeenkomst doen Burgemeester en Wethouders een voorstel aan den Gemeenteraad tot vaststelling van de schadevergoeding. Artikel 9. Wanneer de schadevergoeding door den Raad op een lager bedrag wordt vastgesteld dan in het rapport der commissie is aangegeven of door Burgemeester en Wet houders met den eigenaar is overeengekomen, kan laatst genoemde binnen twee maanden, nadat hem dit besluit, vergezeld van een gewaarmerkt afschrift van het in artikel 8 bedoelde rapport, is medegedeeld, voorziening vragen bij Gedeputeerde Staten. Op deze bevoegdheid wordt de aandacht van den eigenaar gevestigd bij de mededeeling van het besluit. indien tegen het genomen besluit bij Gedeputeerde Staten bezwaren bestaan, herziet de Raad dat besluit met inachtneming van die bezwaren. Artikel 10. De ingevolge deze verordening vastgestelde schade vergoeding wordt uitgekeerd a. voor zoover betreft perceeelen of perceels gedeelten, welke zullen worden bestemd voor den open baren dienst, zoodra zij na verwijdering van de eventueel daarop aanwezige opstallen in vollen eigendom aan de Gemeente zijn overgedragen voor zoover betreft perceelen of perceelsgedeelten, welke niet voor den openbaren dienst zullen worden bestemd, zoodra de betrokkene op goede gronden aan nemelijk maakt, dat de schade zich doet gevoelen. Ten aanzien van de door den Raad te nemen beslis sing of het geval sub b zich voordoet, geldt het bepaalde bij artikel 9 betreffende het beroep op Gedeputeerde Staten. Artikel II. Deze verordening kan worden aangehaald onder den titel „Schadevergoedingsverordening".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1930 | | pagina 227