8. Bijzonder vervolgonderwijs.
1
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930.
INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 7 en 8, gewone dienst,
£3
3
3
J5D
O
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Per transport
Werkelijke
inkomsten
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
38.943 02
31.801
61
33.850
5D
0
148
449
450
451
452
453
101
Totaal der Inkomsten
Totaal der Uitgaven
Batig slot van Hoofdstuk VIII 7
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104, tweede
lid, der Lager-onderwijswet 1920
In verband met de inkomsten over 1928 wordt
deze post thans geraamd op 275.—.
Totaal der Inkomsten
Totaal der Uitgaven f
Batig slot van Hoofdstuk VIII 8
72
38.943 025
159.924 '52
273 94
273
2.859
94
81
81.801 61
129.013 28
150 i
150
1.700 L
83.850 -
134.796 98
275 -
275 -
3.000 -
454
455
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1930. Bijl. no. 1
UITGAVEN, HOOFDSTUK VIII, 7 en 8, gewone dienst.
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Per transport
Teruggaaf van schoolgelden
Rente van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk
VIII 7 komende
Aflossing van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk
VIII 7 komende
Annuïteiten van geldleeningen ten laste van Hoofd
stuk VIII 7 komende
Bijdrage aan Hoofdstuk VIII 7 van den kapi-
taaldienst
Werkelijke
uitgaven
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
Rente van waarborgsommen, gestort door besturen
van bijzondere scholen
Van 1922 tot 1 Sept. 1929 is gestort aan waar
borgsommen in totaal 90.250.—, waarvan ten be
hoeve van het lager onderwijs f 82.469.35. Blijkens
de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie
is hiervoor aan rente verschuldigd een bedrag van
f 4.182.29. De post wordt geraamd op f 4.300.daar
rekening moet worden gehouden met eventueel in den
loop van het jaar 1930 nog te ontvangen waarborg
sommen. Zie volgno. 98.
Rente te betalen bij aankoop van belegging voor de
vorenbedoelde waarborgsommen
Totaal der Uitgaven
Totaal der Inkomsten
Nadeelig slot van Hoofdstuk VIII 7
8. Bijzonder vervolgonderwijs.
Bijdragen aan besturen van bijzondere scholen in de
kosten van het bijzonder vervolgonderwijs, bedoeld in
artikel 102 der Lager-onderwijswet 1920
De netto-uitgaven voor het vervolgonderwijs zijn
onder Hoofdstuk VIII, 3, geraamd op f 3.315.05.
Gerekend wordt dat de komende cursus zal aanvangen
met 60 leerlingen, zoodat de kosten per leerling zullen
bedragen ongeveer f 55.
Gerekend wordt dat voor 51 leerlingen een bijdrage
zal moeten worden verleend, zoodat hier een bedrag
ad f 2.900.— wordt uitgetrokken.
Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 104, tweede
lid, der Lager-onderwijswet 1920
In verband met de uitgaven over 1928, geraamd
op f 100.—
Totaal der Uitgaven f
Totaal der Inkomsten
Nadeelig slot van Hoofdstuk VIII 8
125.292 06
3.804
351
43
33
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
7.092 61
3.714 59
19.669 50
159.924 52
38.943 02'
120.981 49 s
2.794 -
65 81
2.859Ï 81
273 94
2.585 87
113.772
4.300
38
350
6.876
3.714
31
59
129.013
31.801
97.211 67
28
61
1.700 -
memo! ne
1.700 -
150! -
1.550
119.772 38
4.300
350
6.660
01
3.714 59
134.796 98
33.850 -
100.946 98
2.900! -
100'
3.000
275
2.725 -
73