Bijl. no. 4
Bijlage lot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
Kalverdijkje te Leeuwarden gestichte paviljoen op den
voet van het bepaalde in de volgende artikelen ter be
schikking van contractanten ter andere zijde voor de
opneming en verpleging van lijders aan besmettelijke
ziekten, die in een der contracteerende buitengemeenten
vaste woonplaats hebben of aldaar tijdelijk vertoeven.
Art. 2.
Het aantal gelijktijdig verpleegd wordende patiënten
uit de contracteerende buitengemeenten mag gezamen
lijk niet meer dan 25 bedragen.
Indien en voor zoover naar het oordeel van het
gemeentebestuur van Leeuwarden de plaatsruimte zulks
toelaat, kan dit maximum-aantal tijdelijk worden ver
hoogd, waarvoor, buiten de in artikel 7 vermelde ver-
pleegkosten, geen afzonderlijke vergoeding verschuldigd
is.
Wederkeerig kan ten behoeve van patiënten uit de
gemeente Leeuwarden door contractanten ter eene zijde,
eveneens kosteloos, worden beschikt over de aan de
contracteerende buitengemeenten toegewezen plaatsen,
zoolang deze niet door lijders uit die gemeenten be
hoeven te worden ingenomen.
Art. 3.
De contracteerende buitengemeenten hebben ten
opzichte van de opneming van patiënten in het paviljoen
gelijke rechten.
Wanneer gelijktijdig opneming wordt gevraagd voor
méér patiënten dan er plaatsen beschikbaar zijn op dat
oogenblik, worden de beschikbare plaatsen toegewezen
aan de patiënten uit de gemeente of gemeenten, die het
meest in de in artikel 5 genoemde vergoeding bijdragen.
Art. 4.
De opneming van patiënten uit de contracteerende
buitengemeenten geschiedt op schriftelijke aanvrage
door of vanwege het bestuur dier gemeenten, zoo mo
gelijk in de klasse, waarvoor de aanvrage is gedaan.
Eene aanvrage, als bedoeld in het eerste lid en
onderteekend door een in de betrokken buitengemeente
gevestigden practiseerenden geneesheer, wordt geacht
vanwege het gemeentebestuur te zijn gedaan.
Art. 5.
De contracteerende buitengemeenten verbinden zich,
om, onverminderd de betaling van de in artikel 7 ver
melde verpleegkosten, gezamenlijk aan de gemeente
Leeuwarden te betalen als vergoeding voor het mede
gebruik van het paviljoen, eene bijdrage van 6000.—
per jaar.
Art. 6.
Het aandeel van elke contracteerende buitengemeente
in de in het vorige artikel genoemde bijdrage wordt
berekend naar het aantal inwoners dier gemeente op
1 Januari 1931. Indien een gemeente of een deel van
een gemeente een stedelijk karakter heeft, zal hiermede
bij die berekening rekening worden gehouden.
Vanwege de contracteerende buitengemeenten wordt
tijdig aan de gemeente Leeuwarden opgaaf gedaan van
het door elke gemeente gedurende den loop van deze
overeenkomst per jaar verschuldigde aandeel.
De contracteerende buitengemeenten verbinden zich
het voor elke gemeente berekende aandeel jaarlijks vóór
1 Juli aan de gemeente Leeuwarden te voldoen.
Bij niet-tijdige betaling is voor elke maand verzuim
een rente van /2 procent verschuldigd. Een gedeelte
van een maand wordt hierbij voor geheel gerekend. De
rente is verschuldigd door het enkel verloop van den
344
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
in het derde lid genoemden termijn, zoodat geenerlei
ingebrekestelling van de zijde der gemeente Leeuwarden
behoeft plaats te hebben.
Art. 7.
De verpleegkosten voor de lijders bedragen
in de le klasse 10.per dag;
tf 2e 7.50
3e 4 50
yy yy yy yy
Onder de verpleegkosten zijn voor alle klassen be
grepen de kosten van geneeskundige behandeling en
van genees- en verbandmiddelen, voor de 3e klasse
bovendien de kosten van eventueele operatieandere
specialistische hulp is voor alle klassen niet inbegrepen.
Voor de berekening van de verpleegkosten telt de
dag van aankomst mede, de dag van vertrek niet.
Art. 8.
De contracteerende buitengemeenten verbinden zich
om de verpleegkosten verschuldigd voor lijders uit die
gemeenten, overeenkomstig artikel 4 in het paviljoen
opgenomen, aan de gemeente Leeuwarden te voldoen
binnen 14 dagen na ontvangst der nota.
Bij niet-tijdige betaling is het laatste lid van artikel 6
toepasselijk.
Art. 9.
Geschillen over de uitvoering van deze overeenkomst
worden beslist door Gedeputeerde Staten van Friesland,
aan wier uitspraak de contracteerende partijen zich
zonder recht van beroep verklaren te onderwerpen.
Art. 10.
Deze overeenkomst wordt geacht in werking te zijn
getreden op 1 Januari 1931 en is aangegaan voor tien
achtereenvolgende jaren.
345