Bijl. no. 5. Bijlage no. 5. iijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. WIJZIGING van de Salarisverordening. Aan den Gemeenteraad. In Uwe vergadering van 22 December 1930 werd be sloten tot intrekking o. m. van de verordening tot wijzi ging van de Salarisverordening, vastgesteld bij Raads besluit van 3 December 1929, welke wijziging betrek king had op de belooning van de gaarders der brug gelden. Als gevolg hiervan verviel ook de plaatsing van den gaarder van de Oosterbrug in eene andere loon- klasse, te weten in dezelfde als waarin de gaarders van de Vrouwenpoorts- en de Noorderbrug zijn geplaatst. Aangezien deze laatste verandering uitsluitend verband hield met de toeneming van de werkzaamheden aan de Oosterbrug (zie bijlage no. 15 van 1929) en, hoewel gelijktijdig daarmede behandeld, geheel los stond van de algemeene herziening van de werkliedenloonen. waartoe in December 1929 werd besloten, is het niet meer dan billijk, dat het ingetrokken besluit gehand haafd blijft voor zooveel betreft de plaatsing van den gaarder van genoemde brug in een andere loonklasse. In verband hiermede geven wij U in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afgedrukte verordening over te gaan. Leeuwarden, 22 Januari 1931. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN, Secretaris. ONTWERP. BESTAANDE REDACTIE. Art. 8. De bezoldiging van de gaarders der bruggelden be draagt voor de gaarders aan de Harlingervaartsbrug. de Prins Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de Iste Kanaalsbrug en de 2de Kanaalsbrug 32.per week aan de Vrouwenpoortsbrug en de Noorderbrug ƒ31. per week aan de Verversbrug en de Oosterbrug 29.per week. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening tot regeling van de be zoldiging en verdere inkomsten der ambtenaren in dienst der gemeente Leeuwarden (Salarisverordening) (gemeenteblad 1929 nos. 17 en 22 en 1930 no. 19). Artikel I. Het eerste lid van artikel 8 van bovengenoemde ver ordening wordt gelezen als volgt ,,De bezoldiging van de gaarders der bruggelden be draagt voor de gaarders aan de Harlingervaartsbrug, de Prins Hendrikbrug, de Wirdumerpoortsbrug, de lste Kanaalsbrug en de 2de Kanaalsbrug 32.per week aan de Oosterbrug, de Vrouwenpoortsbrug en de Noorderbrug 31.per week aan de Verversbrug 29.per week." Artikel II. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1930. 347

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 180