Bijl. no. 10.
Bijlage no. 10.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931.
WIJZIGING Reglement van Orde voor de ver
gaderingen van den Gemeenteraad.
Aan den Gemeenteraad.
Zooals U bekend zal zijn, is op 15 April j.l. in werking
getreden de wet van 31 Januari 1931, Staatsblad no. 41,
houdende wijziging van de Gemeentewet. Tot de veran
deringen, daardoor in laatstgenoemde wet gebracht,
behooren (naast vele technische wijzigingen en de be
langrijke herziening op het stuk van de intercommunale
samenwerking en de grenswijziging van gemeenten)
onderscheidene onderwerpen, welke deels de compe
tentie van den Raad en van het college van Burge
meester en Wethouders, deels ook die van den Burge
meester raken. In hoeverre deze veranderingen aanlei
ding geven tot het doen van voorstellen aan Uwe Ver
gadering, is een quaestie, die nog bij ons in overweging
is en waaromtrent wij U over eenigen tijd onze meening
kenbaar denken te maken. Intusschen heeft de Gemeen
tewet ook eenige wijzigingen ondergaan, welke het
noodig maken, dat het Reglement van Orde voor de
vergaderingen van Uwen Raad op enkele punten worde
herzien. Vermits wij het wenschelijk achten, dat het
Reglement van Orde reeds thans met den sinds 15 April
bestaanden toestand in overeenstemming wordt ge
bracht, bieden wij U hieronder een ontwerp-besluit tot
wijziging van dat reglement ter vaststelling aan.
Tot toelichting daarvan zij nog het volgende opge
merkt.
Artt. I en II. Nu de Gemeentewet in artikel 47
(nieuw), lid 3, zelve voorschrijft, dat de burgemeester
de leden schriftelijk tot de raadsvergadering oproept en
zorgt, dat, tegelijk met deze oproeping, dag en uur van
de vergadering ter openbare kennis wordt gebracht, is
het onzes inziens niet juist en althans overbodig, dat
het Reglement van Orde daarnaast nog eens bepaalt,
dat bij het uitvaardigen der oproepingsbrieven de voor
zitter zorgt, dat van de te houden vergadering tijdig
openbare kennisgeving geschiede. Art. 5, lid 1, R. v. O.
ware mitsdien te schrappen. Om redenen van redac-
tioneelen aard ware vervolgens het tweede lid van art. 5
als tweede lid aan artikel 6 toe te voegen.
Art. III. In art. 64 (oud art. 58) der Gemeentewet
is het woord presentiegeld" vervangen door den term
„vergoeding", in verband waarmede wordt voorgesteld
het Reglement van Orde daarmede in overeenstemming
te brengen door wijziging van de artt. 12, 13 en 14.
Volledigheidshalve meenen wij hier te moeten ver
melden, dat in genoemd artikel 64 thans met zoovele
woorden de mogelijkheid is neergelegd om een vergoe
ding, als bovenbedoeld, aan de raadsleden toe te kennen
niet alleen voor het bijwonen van de vergadering van
den Raad, maar ook van die der afdeelingen van den
Raad of van vergaderingen van door den Raad benoemde
commissiën van voorbereiding, van bijstand, ad hoe en
voor het ontwerpen van de strafverordeningen. Tot dus
verre werd vrij algemeen aangenomen, dat het genieten
van een presentiegeld voor het bijwonen van andere
vergaderingen dan die van den Raad zeiven, als zijnde
in strijd met de wet, niet geoorloofd was.
Ons College heeft geen aanleiding gevonden U te
dezer zake een voorstel tot wijziging van den bestaan-
den toestand te doen.
Art. IV. In het nieuwe artikel 58 der Gemeentewet
is thans bepaald, dat in geval van uitstel van een besluit
tot een volgende vergadering wegens het staken der
stemmen in de vorige, in die tweede vergadering de
beraadslagingen kunnen worden heropend. Daaren
tegen bevat het Reglement van Orde in art. 32, lid 4,
het voorschrift, dat dan de beraadslagingen moeten
worden heropend. Aangezien er aan zoodanige herope
ning niet immer behoefte zal bestaan en zij ingevolge
de wet toch altijd mogelijk blijft telkens wanneer de
Raad haar wenscht, verdient het o. i. aanbeveling de
imperatieve bepaling van het reglement te vervangen
door een facultatief voorschrift en daartoe het vierde
en vijfde lid van art. 32 R. v. O. te wijzigen als hier
onder is aangegeven.
Artt. V, VI en VII, lid 1. De hierin opgenomen aan
vullingen zijn een gevolg van de op dit punt gewijzigde
terminologie der Gemeentewet (zie de artt. 55, 56, 57
en 58 nieuw).
Art. VII, lid 2. De voorgestelde verandering van
art. 37, lid 2, R. v. O. sluit zich aan bij de praktijk, welke
reeds geruimen tijd zonder eenig bezwaar door Uwen
Raad wordt gevolgd; zij is geen uitvloeisel van de ge
wijzigde Gemeentewet.
Art. VIII. Mede met het oog op de bepalingen van
de nieuwe artikelen 55, lid 1, en 57 der Gemeentewet,
komt ons de voorgestelde redactie van art. 38 R. v. O.
juister voor dan de bestaande.
Art. IX. Nu art. 56 der Gemeentewet bepaalt, wan
neer eene stemming nietig is, behoort art. 41 R. v. O.
te worden geschrapt.
Art. X. Tengevolge van de vernummering van de
artikelen der Gemeentewet is wijziging van eene aan
haling in art. 43 R. v. O. noodig geworden.
Leeuwarden, 19 Mei 1931.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
L M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
ONTWERP.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 5.
Bij het uitvaardigen der oproepingsbrieven zorgt de
voorzitter, dat van de te houden vergadering tijdig
openbare kennisgeving geschiede.
Spoedeischende gevallen uitgezonderd, worden in de
oproepingsbrieven geene belangrijke onderwerpen op
genomen, dan wanneer het voorstel ten minste 10 dagen
te voren bij de leden is rondgezonden.
VERORDENING, houdende wijziging van het
Reglement van Orde voor de vergade
ringen van den Raad der gemeente
Leeuwarden (gemeenteblad 1925 no.
17, 1927 no. 6 en 1929 no. 3).
Artikel I.
Artikel 5 van bovengenoemd reglement vervalt.
471