Bijl. no. 13. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Art. 2. Voor de leerlingen, die tot een van de in artikel 1 genoemde inrichtingen van onderwijs zijn toegelaten, verleent de gemeente waar de ouders of waar, bij ont stentenis van beide ouders of bij meerderjarigheid, zij zelf hoofdverblijf hebben, aan de gemeente Leeuwarden een bijdrage in de kosten van die scholen. De bijdrage is verschuldigd over het afgeloopen leer jaar en wordt gesteld op het gemiddelde bedrag van de kosten der school per leerling. Art. 3. Het gemiddelde bedrag der kosten, bedoeld in artikel 2, wordt gevonden door het totaal van de kosten der school wegens a. de jaarwedden van den directeur, de leeraren en beambten dier school; b. de bijdragen tot het pensioen van het sub a be doelde personeel en van de weduwen en weezen van dat personeel; c. verlichting, verwarming en schoonmaak der schoollokalen; d. het aanschaffen en onderhouden der boeken, leer middelen, schoolmeubelen, werktuigen en verdere hulp middelen voor het onderwijs; e. drukwerk en advertentiën; andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het onderwijs, na aftrek van het totale jaarlijksche bedrag der schoolgelden, te deelen door het geheele getal leerlingen, hetwelk bij den aanvang van het leerjaar tot de school was toegelaten. Art. 4. Indien het schoolgeld volgens de betrekkelijke hef fingsverordeningen slechts voor een gedeelte van een jaar verschuldigd is, wordt de bijdrage over gelijk tijd vak berekend. Art. 5. De bijdrage moet worden betaald binnen twee maan den nadat het bedrag daarvan door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden aan het betrokken ge meentebestuur is opgegeven. Art. 6. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met den aanvang van het leerjaar 1930/1931. ONTWERP B. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeentelijken cursus voor op leiding van bewaarschoolonderwij zeressen te Leeuwarden (gemeente- BESTAANDE REDACTIE. blad 1926 no. 34). Art. 2. Artikel I. Voor leerlingen, wier ouders of voogden of die bij Artikel 2 van bovengenoemde verordening vervalt, meerderjarigheid zelf in de gemeente Leeuwarden geen hoofdverblijf hebben in den zin van art. 244a der Ge meentewet, bedraagt het schoolgeld per leerling en per jaar 35. 484 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Art. II. In artikel 10 wordt in plaats van ,,264, 2656 en 265c" gelezen „297, 299 en 300". ONTWERP C. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening op de invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan den gemeentelijken cursus voor op leiding van bewaarschoolonderwijze ressen te Leeuwarden (gemeenteblad 1926 no. 34). Eenig artikel. In artikel 6 van bovengenoemde verordening wordt in plaats van „258 tot en met 261" gelezen „291 tot en met 294". 485

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 247