Bijlage no. 21. VERORDENING op de slaapsteden. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. ONTWERP B. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening op de invordering der rechten, geheven onder den naam van leges (gemeenteblad 1925 no. 4). Eenig artikel. In artikel 3 van bovengenoemde verordening wordt in plaats van „258-262" gelezen „291-295". 504 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. jBtjl. VIO21. VERORDENING op de slaapsteden. Aan den Gemeenteraad. Van Burgemeester en Wethouders ontving onze Com missie de mededeeling, dat het College de invoering van eene verordening op de inrichting van slaapsteden wenschelijk achtte, met het verzoek deze zaak in over weging te nemen en een daartoestrekkend voorstel bij Uwen Raad in te dienen. Na kennisneming van nevensgaand rapport, door den Gemeentelijken Inspecteur voor het Woningtoezicht dienaangaande uitgebracht, waaruit blijkt, dat de toe stand op het gebied der slaapsteden in deze gemeente in het algemeen zeer veel te wenschen overlaat, ja, dat in enkele slaapsteden de toestand uit een oogpunt van reinheid en veiligheid, gezondheid en zedelijkheid zoo buitengewoon slecht is, dat zonder overdrijving van totale vervuiling en verwildering mag worden gespro ken, komt het ook onze Commissie voor, dat er inder daad alle aanleiding bestaat om door het uitvaardigen van dwingende voorschriften met betrekking tot de slaapsteden tot de werkelijk zeer noodzakelijke verbe tering te geraken. Wij hebben tot dit doel eene verordening ontworpen, welke hieronder is afgedrukt en U ter vaststelling wordt aangeboden. Bijzondere toelichting behoeven de artikelen van het ontwerp niet; zij zullen U, naar wij vertrouwen, bij enkele lezing duidelijk zijn. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Ver gadering in overweging tot vaststelling van de hier onder in ontwerp afgedrukte verordening op de slaap steden over te gaan. Leeuwarden, 25 November 1931. De Commissie voor de Strafverordeningen, J. M. VAN BEYMA, Voorzitter. ONTWERP. Artikel 1. In deze verordening wordt onder slaapstede verstaan eene inrichting, waar tegen betaling aan logeergasten nachtverblijf wordt verschaft en waarin zich een of meer vertrekken bevinden, bestemd of ingericht om als nacht verblijf voor meer dan twee volwassen personen te worden gebruikt. Art. 2. Het is verboden, tenzij met vergunning van Burge meester en Wethouders, een slaapstede op te richten, in gebruik te nemen, in stand te houden of te verplaatsen. Burgemeester en Wethouders verleenen eene vergun ning, als bedoeld in het eerste lid, slechts wanneer de slaapstede voldoet aan de voorschriften, vervat in artikel 4 dezer verordening. Zij zijn evenwel bevoegd in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, de ver gunning te verleenen met algeheele, dan wel tijdelijke, ontheffing van bepaalde bij dat artikel gegeven voor schriften. De vergunning geldt alleen voor hem, te wiens name zij is gesteld. Art. 3. Hij die een reeds bestaande slaapstede overneemt, en hij die ophoudt een slaapstede in bedrijf te hebben, is verplicht daarvan binnen zeven dagen nadien schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders kennis te geven. Art. 4. Elke slaapstede moet, onverminderd de bepalingen van de Bouwverordening, zoodanig zijn ingericht dat a. de daken, trappen, vloeren, wanden en zolde ringen van zoodanige hechtheid en samenstelling zijn, dat zij geen gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de logeergasten kunnen opleveren; b. alle deuren naar buiten openslaan of doordraaien of, indien dit niet mogelijk is dan wel naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders overwegend bezwaar oplevert, zijwaarts verschuifbaar zijn; c. trappen, deuren en gangen in verband met het 505

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 257