Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. aantal personen, dat in de slaapstede kan worden ge huisvest, in voldoend aantal en van voldoende breedte, een en ander ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, aanwezig zijn; d. de trappen aan weerszijden van stevige leuningen zijn voorzien; e. nooduitgangen en noodtrappen aanwezig zijn ter plaatse en tot het aantal als Burgemeester en Wethou ders noodig oordeelen; slaapvertrekken, woonvertrekken en keukens rechtstreeks van buiten behoorlijk daglicht en frissche lucht kunnen ontvangen, met dien verstande dat frissche lucht, tenzij zij op andere wijze in voldoende mate kan worden verkregen, van buiten ontvangen moet kunnen worden door middel van een of meer door het open staan van een of meer beweegbare ramen of deuren verkregen openingen, die alleen of gezamenlijk een grootte hebben van ten minste Vis gedeelte van de vloeroppervlakte van het vertrek, respectievelijk de keuken; g. slaapvertrekken voor mannen, voor vrouwen en voor echtparen geheel van elkaar zijn afgezonderd en geen directe gemeenschap met elkaar hebben; h. het aantal slaapplaatsen in een slaapvertrek niet grooter is dan Vio gedeelte van het aantal kubieke meters dat den inhoud van het vertrek aangeeft; i. geen vaste slaapplaatsen aanwezig zijn, de slaap plaatsen niet boven elkaar zijn aangebracht en ten minste 1.90 M. lang en 0.75 M. breed zijn, tusschen twee zich naast elkaar bevindende slaapplaatsen een gangpad is ter breedte van ten minste 0.75 M. en tusschen twee rijen slaapplaatsen een tusschenpad van ten minste 1.50 M. breedte aanwezig is; j. de deuren, welke tot slaapvertrekken toegang geven, aan den binnenkant gemakkelijk afgesloten kun nen worden en op beide zijden dier deuren duidelijk leesbaar is aangegeven voor welke sexe het vertrek bestemd is en hoeveel slaapplaatsen het bevat; k. bij ten hoogste elke twaalf slaapplaatsen ten minste een waschgelegenheid met waterleidingkraan aanwezig is elders dan in de keuken; in of nabij de slaapstede op ten hoogste elke twaalf slaapplaatsen ten minste één privaat aanwezig is, dat niet bij het gezin van den eigenaar of den houder van de slaapstede of bij bev/oners van andere perceelen in gebruik is; m. op iedere verdieping, de beganegrond-verdieping daaronder begrepen, ten minste één in goed bruikbaren staat verkeerend brandbluschapparaat voor onmiddellijk gebruik op een in het oog vallende plaats aanwezig is; 72. in elk slaapvertrek duidelijk leesbaar is opge hangen een uittreksel uit de bepalingen dezer veror dening, bevattende ten minste den woordelijken tekst der artikelen 4, 5, 6, 9, 10 en 11. Art. 5. Het is verboden in de slaapvertrekken van een slaap stede als kunstlicht ander dan electrisch licht te bezigen. Art. 6. Alle vertrekken en andere ruimten in een slaapstede, zoomede het zich daarin bevindende meubilair, roerende goederen en ander toebehooren, moeten steeds in een behoorlijk zindelijken staat worden gehouden. Art. 7. Wanneer de inrichting van een slaapstede, waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 is verleend, niet of niet meer voldoet aan de eischen, in artikel 4 gesteld of wanneer het bepaalde bij de artikelen 5 en 6 niet wordt nageleefd, schrijven Burgemeester en Wethou ders, onverminderd de bepaling van art. 10, tweede lid, Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Bijl. no. 21. den eigenaar of den houder van de slaapstede aan om binnen een door hen vast te stellen termijn aan de ge noemde voorschriften te voldoen. Indien aan die aan schrijving binnen dien termijn geen gevolg is gegeven, kunnen Burgemeester en Wethouders de slaapstede gesloten verklaren. Art. 8. Overgangsbepaling. Slaapsteden, welke op het tijdstip van het inwerking treden van deze verordening reeds in bedrijf zijn, moeten, indien zij alsdan niet aan de in deze verordening gege ven voorschriften voldoen, daarmede binnen een jaar na genoemd tijdstip in overeenstemming zijn gebracht. Artikel 2 blijft zoolang buiten toepassing. Na afloop van vorengenoemden termijn vindt artikel 7 overeenkomstige toepassing. Art. 9. Het is den eigenaar of houder van een slaapstede, welke door Burgemeester en Wethouders gesloten is verklaard, verboden aan logeergasten nachtverblijf in die slaapstede te verschaffen of toe te laten dat daarin door logeergasten nachtverblijf wordt gehouden. Art. 10. Overtreding van het bepaalde in de artikelen 2, eerste lid. en 9 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste tweehonderd gulden. Overtreding van de artikelen 3 en 5 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 11. De dienaren der gemeentepolitie, zoomede de ge meentelijke inspecteur voor het Woningtoezicht en de tct dien dienst behoorende technische ambtenaren, zijn in het bijzonder belast met de opsporing van de over tredingen dezer verordening. Hun wordt de last verstrekt om tot dat einde de slaapsteden en de woningen van eigenaren of houders daarvan te allen tijde, huns ondanks, binnen te treden, met inachtneming van de bepalingen der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad no. 83). Art. 12. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1932. 507

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 258