SECT1EVERSLAG. MEMORIE VAN ANTWOORD. SECTIEVERSLAG. MEMORIE VAN ANTWOORD. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Waarom is het plantsoentje bij de Noorderbrug ver dwenen Hoe staat het met de plannen van een park aan de Oostzijde der stad Volgnummer 134. Geruimen tijd geleden werd een adres-Landeweer a., waarin gevraagd werd verbe tering of baggeren van het Vliet, om praeadvies in han den gesteld van Burgemeester en Wethouders. Wanneer kan dit praeadvies worden tegemoet gezien 't Zelfde werd gevraagd naar aanleiding van een adres van bewoners uit de Indische buurt (verzoek om verbetering van het Deliplein). Men klaagde over de hooge kosten der waterlevering voor de veemarktplaats en was van meening, dat er stappen behoorden gedaan te worden om de afzonder lijke contracten, welke ten behoeve der bedrijven met de N. V. Intercommunale Waterleiding gesloten werden, te vervangen door één algemeen contract. Volgnummer 148. Hoever zijn de onderhandelingen gevorderd tusschen de Gemeente en het Rijk in zake de overname van de Hoeksterbrug? Er werd op spoed aan gedrongen. Deze brug werd algemeen als absoluut on voldoende beschouwd. Gemeend werd dat de Lijkvaartsbrug kan vervallen. Volgnummer 151. De vraag werd gesteld, of het niet practischer is een nieuwe brugwachterswoning te bou wen, in plaats van een belangrijk bedrag te besteden voor verbouw. Volgnummer 152ö. Men vroeg, waarvoor de voor malige Rijkskweekschool in de Bollemanssteeg werd gebruikt. Volgnummer 158. De raming van dezen post werd hoog gevonden. Volgnummer 180. De raming van 2805.33 voor onderhoud van het gebouw, waarin gevestigd de Ste delijke Muziekschool, kwam hoog voor. Men begreep niet dat hier b.v. voor gewoon onderhoud alweer een bedrag van 250.werd geraamd. Men vroeg of, in verband met de kosten, centrale ver warming in de Stedelijke Muziekschool niet boven de bestaande wijze van verwarming de voorkeur verdiende. Het ten deele met gras begroeide terreintje kon be zwaarlijk den naam van plantsoen dragen en was even als het hierboven genoemde terrein een modderpoel. Wanneer de plannen tot verbetering van de Spanjaards laan vasteren vorm zullen aannemen, kan worden nage gaan, waar in die omgeving als verfraaiing eenig plant soen kan worden aangelegd. Deze vraag is hierboven reeds beantwoord. De hier bedoelde aangelegenheid heeft eenige malen een punt van bespreking in onze vergadering uitge maakt. Wij hopen het praeadvies dienaangaande over eenigen tijd te kunnen uitbrengen. Betreffende de bestemming van het Deliplein is een plan bij den dienst der Gemeentewerken in bewerking. Voor de levering van water op het terrein van de veemarkt is een speciaal contract gesloten met de N. V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden, tegen den laagsten prijs waarvoor die vennootschap, behoudens zeer bijzondere uitzonderingsgevallen, water verstrekt. Hoewel wij voorshands betwijfelen of samenvoeging van de bestaande contracten met de gemeente tot één contract mogelijk is, hebben wij er geen bezwaar tegen om daarnaar alsnog een onderzoek in te stellen. Nadat de in 1927 met den Minister van Waterstaat gevoerde briefwisseling in zake vernieuwing van de Hoeksterpoortsbrug geen resultaat had opgeleverd, hebben wij ons bij schrijven van 14 September j.l. op nieuw te dezer zake tot dien bewindsman gericht. Wij ontvingen daarop bij missive van 22 September ten ant woord, dat de Minister den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de directie Groningen, Fries land en Drenthe verzocht had zich met ons College in verbinding te stellen, waarna vrij op 10 October j.l. bij dien hoofdambtenaar op een spoedige behandeling van deze aangelegenheid hebben aangedrongen. Naar wij meenen te weten is de zaak thans door den Hoofdinge nieur-Directeur in studie genomen, zoodat diens bericht moet worden afgewacht. Deze kan inderdaad te zijner tijd na demping en rio- leering van de Lijkvaart vervallen. Deze vraag behoeft in verband met het hiervoren dienaangaande door ons medegedeelde, geene beant woording meer. In dit gebouw zijn thans ondergebracht de jeugdlees zaal, de cursus voor eerste hulp bij ongelukken en tij delijk, zuiks wegens de verbouwing van de school voor buitengewoon lager onderwijs, de kinderbewaarplaats. Het wordt tevens voor de schoolvoeding gebruikt. De bedragen, opgenomen onder volgno. 158, zijn uiteraard gesteld op de sommen, welke ons College, voorgelicht door den Directeur der Gemeentewerken, voor 1932 noodig oordeelt. Opgemerkt worde, dat het bedrag van 2805.33 geenszins uitsluitend voor het onderhoud van het ge bouw der Stedelijke Muziekschool is bestemd; men zie de in de begrooting gegeven specificatie. Hoewel in het algemeen centrale verwarming goed- kooper is dan gasverwarming, heeft men bij het inrich ten van het tegenwoordige gebouw van de Stedelijke Muziekschool aan laatstgenoemde verwarming de voor keur meenen te moeten geven. De verschillende lokalen zijn zeer afwisselend, en ook des avonds, in gebruik. Daar nu slechts de radiatoren in die lokalen, welke 516 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1931. Bijl. no. 22. Gevraagd werd, of in post 182 der uitgaven ook een post voor klompen begrepen was en of het mogelijk was de klompen tegen denzelfden prijs van te Leeuwarden gevestigde handelaren te betrekken. Volgnummer 228. Een lid stelt de vraag, of Burge meester en Wethouders bij de verbetering van de Nieu- westad en Wirdumerdijk een zoodanig tempo willen bevorderen, dat de winkeliers zoo weinig mogelijk hin der ondervinden. GRONDBEDRIJF. Gevraagd werd of Burgemeester en Wethouders op den duur een rentepercentage van 6 voor de erf- pachtsgronden houdbaar achten. Volgnummer 2. Groep C. Door een lid werd ge wezen op het groote gevaar, indien in een der schip huizen brand ontstaat. De brandweer kan daar onmo gelijk bij komen. Zijn Burgemeester en Wethouders genegen deze kwestie onder de oogen te zien. Verder gaf men in overweging, waar hier door de gemeente huur voor den grond der schiphuizen getou cheerd wordt, een behoorlijk bestrate toegangsweg te maken. Gevraagd werd waarom bij de verhuring van stads tuintjes geen reductie werd verleend. WONINGBEDRIJF. Waar in de aanbiedingsbrief van de begrooting voor 1931 staat, dat den Raad in 1931 voorstellen zouden bereiken tot het onbewoonbaar verklaren van woningen, vroeg men waarom dergelijke voorstellen niet waren gedaan. Men vroeg verder, hoe of het stond met de honderd onbewoonbaar verklaarde woningen, of deze alle waren ontruimd. Indien dit niet het geval was, zou men gaarne de reden hiervan vernemen. Een der leden vroeg inlichtingen over den stand van het Woningbedrijf, speciaal voor den bouw van arbei derswoningen. moeten worden gebruikt, behoeven te worden aange stoken, werd een besparing verwacht. Gasradiatoren, in dit verband bezien, hebben het voordeel, dat de lokalen zeer snel op temperatuur worden gebracht. De op dezen post aangevraagde gelden zijn hoofd zakelijk bestemd voor het verstrekken van klompen. Het was niet mogelijk de klompen ditmaal te betrek ken van de Leeuwarder firma, welke mede uitgenoodigd was om op de levering in te schrijven, aangezien de door deze firma gedane aanbieding voor de gemeente de minst voordeelige en ruim 6 hooger dan de laagste aanbieding was. Wij beantwoorden deze vraag bevestigend. Wij zijn van meening, dat thans bezwaarlijk kan worden teruggekomen van de berekening van een rente percentage van 6 voor de reeds uitgegeven erfpachts- gronden. In hoeverre dit percentage voor nieuwe uit giften kan worden verminderd, mede in verband met grondprijs en exploitatie-opzet, dan wel of een andere wijze van vaststelling van den canon aanbeveling ver dient, zal door ons nader worden nagegaan. Wij beantwoorden deze vraag bevestigend. Wij zullen ook deze zaak onder de oogen zien. Aangezien naar ons oordeel de huren van de stads tuintjes niet te hoog kunnen worden geacht, hebben wij tot het verleenen van eenige reductie daarop geen aanleiding gevonden. Bij het onbewoonbaar verklaren van woningen moet vooral ook met twee factoren rekening worden gehouden, te weten met de omstandigheid, dat de ontruiming daarvan voor een gedeelte blijkens de ervaring slechts geleidelijk kan geschieden, zoomede met het al dan niet beschikbaar zijn van andere woningen van gelijken of ongeveer gelijken huurprijs als de onbewoonbaar ver klaarde. Met het oog op deze beide factoren hebben wij het raadzaam geacht in dit jaar, met uitzondering van een enkel op zichzelf staand geval, geen verdere voorstellen tot onbewoonbaarverklaring bij den Raad te moeten indienen. Van de hierbedoelde honderd woningen zijn er thans nog 48 niet ontruimd. Het ligt in ons voornemen binnen kort een voorstel bij Uwe Vergadering aanhangig te maken om, door bepaling van nieuwe ontruimings termijnen, tot een geleidelijke, doch definitieve, ont ruiming van deze woningen te geraken. Zooals gezegd, hangt met het beleid in zake onbe woonbaarverklaring samen het vraagstuk van den bouw van andere woningen, al dan niet van gemeentewege. 517

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1931 | | pagina 263