Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. 8. Bijlage no. 8. VERORDENING betreffende de Winkel- sluiting (bijlage 1932 no. 6). Aan den Gemeenteraad. In Uwe Vergadering van 22 Maart j.l. werd om praeadvies in onze handen gesteld een adres van de N.V. Algemeene Confectiehandel van C. en A. Bren- ninkmeijer en een aantal andere winkeliers in manufac turen en aanverwante artikelen, waarin zij U verzoeken op grond van art. 6 der Winkelsluitingswet 1930 (Stbl. no. 460) voor te schrijven, dat de tot hunne branche behoorende winkels des Maandagsochtends voor het publiek gesloten moeten zijn. Zooals wij in ons voorstel van 14 Maart j.l. (bijlage no. 6) tot vaststelling van eene verordening betreffende de winkelsluiting reeds deden uitkomen, zijn wij bereid medewerking te verleenen bij pogingen van werkgevers- en werknemerszijde oin tot een uniforme regeling op dit gebied te geraken, waarbij wij met name de mogelijk heid van een sluiting op Zaterdagmiddag noemden. Het ligt n.l. in ons voornemen naar de mogelijkheid en de wenschelijkheid van zulk een sluiting een onder zoek in te stellen. In hetgeen aangaande den Zaterdag middag in het onderwerpelijke adres wordt opgemerkt vinden wij daartoe te meer aanleiding. Het wil ons nu voorkomen, dat het niet raadzaam is om, zoolang bedoeld onderzoek niet plaats heeft gehad, voor de groep winkels van de adressanten eene sluiting op den Maandagochtend in te voeren, zoodat wij U ontraden daartoe thans reeds over te gaan. In dit verband zij voorts medegedeeld, dat bij Uwen Raad is ingekomen een voorstel van Uwe medeleden, de heeren Botke en Van der Meulen, luidende ,,De Raad, van oordeel, dat het gewenscht is dat de winkels op een werkdag in de week des namiddags voor het publiek gesloten zijn, noodigt Burgemeester en Wet houders uit naar de mogelijkheid hiervan, zoo mogelijk in samenwerking met de belanghebbenden, een onder zoek te doen en van het resultaat van dit onderzoek verslag aan den Raad te doen". Aan hetgeen wij omtrent deze aangelegenheid hier boven en in ons voorstel van 14 Maart j.l. (bijlage no. 6) hebben geschreven, behoeven wij weinig toe te voegen. Immers het in het voorstel der heeren Botke en Van der Meulen bedoelde onderzoek zal reeds worden ingesteld. Slechts zij hier herhaald, dat ingevolge de wet en de opvatting van den Minister van Arbeid. Handel en Nijverheid overleg, ja overeenstemming, met de belanghebbende winkeliers te dezen niet alleen mo gelijk, maar eene noodzakelijke voorwaarde is om op de desbetreffende verordening de vereischte Koninklijke goedkeuring te verkrijgen. Voorts zij er op gewezen, dat het door ons College voorgenomen onderzoek naast de mogelijkheid ook de wenschelijkheid eener middag sluiting zou betreffen, terwijl het voorstel-Botke-Van der Meulen die wenschelijkheid ook zonder vooraf gaand onderzoek reeds als het oordeel van den Raad veronderstelt. Intusschen laten wij het uitspreken van een oordeel te dezen, zoomede de beantwoording van de vraag of aan zulk een uitspraak niet een onderzoek, als door ons bedoeld, vooraf moet gaan, natuurlijk geheel aan Uwen Raad over. Nog is ingekomen een amendement van Uw medelid, den heer Van Kollem, strekkende tot invoeging van een nieuw artikel 6 in de ontwerp-verordening betreffende de winkelsluiting van den volgenden text ..Burgemeester en Wethouders kunnen aan het hoofd of den bestuurder van een winkel, die aan Burgemeester en Wethouders schriftelijk kennis geeft, dat hij zijn winkel, of indien hij meer dan één winkel heeft, zijn winkels, gedurende den Sabbath of den Zevendedag sluit, en aan die kennisgeving een ten genoegen van Burgemeester en Wethouders duidelijke aanwijzing toevoegt van het perceel of de perceelen, waarin hij binnen de gemeente Leeuwarden een winkel houdt, vergunning, en wel voor eiken winkel afzonderlijk, ver leenen, zijn winkel(s) op Zaterdag of den Zevendedag, na zonsondergang, tot elf uur voor het publiek geopend te houden, indien de Sabbath of de Zevendedag later dan negen uur eindigt," en tot vernummering van het door ons ontworpen artikel 6 in artikel 7. Aangezien wij ons standpunt en dat der Regeering in zake een bijzondere plaatselijke regeling voor Israë lieten en Sabbathisten reeds in ons voorstel van 14 Maart kenbaar hebben gemaakt, kunnen wij ons hier van beschouwingen omtrent dit amendement onthouden. Wij geven U in overweging a. het adres der hiervoren vermelde winkeliers buiten verdere behandeling te laten, totdat de uitslag van het bovenbedoelde, door ons College in te stellen, onderzoek den Raad bekend zal zijn; b. te besluiten overeenkomstig ons voorstel, opge nomen in bijlage no. 6 tot 's Raads Handelingen van 1932. Leeuwarden, 4 April 1932. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN, Secretaris. 385

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 193