Bijlage no. 9. Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. 9. VERORDENINGEN op de heffing en invor dering van een ver gunnings- en een verlofsrecht ingevolge de Drankwet. Aan den Gemeenteraad. Volgens artikel 78 der op 1 April j.l. in werking aetreden nieuwe Drankwet (Staatsblad 1931 no. 476) inoeten de plaatselijke verordeningen, regelende het heffen van vergunningsrecht, binnen zes maanden na het inwerkingtreden der wet met hare bepalingen in overeenstemming worden gebracht. Derhalve zal ook de in deze gemeente geldende verordening (gemeente blad 1905 no. 12 en 1926 no. 9) eene herziening moeten ondergaan. De voornaamste wijzigingen ten opzichte van het gemeentelijke vergunningsrecht zijn de volgende het minimumrecht voor de gewone vergunningen is verhoogd van 25.— tot 40.— per jaar; voor een vergunning voor een nieuw bedrijf is de eerste maal een recht verschuldigd van 100. vermindering van het recht met 50 wordt toege staan voor localiteiten, die voor het publiek gesloten zijn tusschen Zaterdagavond 6 en Maandagmorgen 8 uur. De oude wet sprak te dezen van localiteiten, waarin gedurende dit tijdvak geen sterke drank in het klein verkocht of geschonken werd. Voorts kent de nieuwe wet een vergunningsrecht voor hotels, waarvan het maximum 25. is neer gelegd in haar artikel 23, lid 4, en dat bij algemeenen maatregel van bestuur nader is geregeld. De helft van dit recht moet aan het Rijk worden afgedragen. Vervolgens schrijft de Drankwet 1931 voor. dat een verlofsrecht moet worden geheven voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein (verlof A). Dit verlofsrecht is een vaste som van 25. zijn rege ling geschiedt, evenals bij het vergunningsrecht het geval is, met inachtneming van de voor de plaatselijke belastingen in de Gemeentewet vastgestelde bepalingen. De gemeente moet de helft ook van dit recht aan het Rijk afdragen (art. 46 der wet). De verordening op de heffing van het verlofsrecht moet eveneens zijn vast gesteld binnen zes maanden na den dag van het inwerkingtreden der nieuwe Drankwet, dus vóór 1 October a.s. Wij hebben beide regelingen in één verordening ondergebracht, waarvan het ontwerp hierachter is afgedrukt. Onderscheidene bepalingen van de wet zal men ook in de ontwerp-verordening aantreffen. Hoewel wij het uit een staatsrechtelijk oogpunt minder juist achten, dat de gemeentelijke verordening bepalingen der wet herhaalt, hebben wij ter wille van de overzich telijkheid en op het voetspoor van de bestaande veror dening alle bepalingen omtrent het vergunnings- en het verlofsrecht in de verordening bijeen gebracht. Voorts hebben wij deze gelegenheid te baat genomen om hier en daar de redactie der bepalingen aan te vullen óT te verbeteren, alsook om een wijziging te brengen in de benoeming van de herschatters (artikel 19). De tegenwoordige verordening schrijft voor, dat deze benoeming telken jare opnieuw moet geschieden voor het komende vergunningsjaar. De praktijk van de laatste jaren is intusschen, dat geregeld dezelfde per sonen worden benoemd, waarom het ons wenschelijk wil voorkomen, dat deze functionnarissen voor een tijd vak van 5 jaren worden aangesteld. Overigens behoeven de bepalingen van de ontworpen heffingsverordening evenmin als die der invorderings verordening bijzondere toelichting. Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Ver gadering in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hierachter afgedrukte verordeningen op de heffing en de invordering van een vergunningsrecht en een verlofsrecht ingevolge de Drankwet (Staatsblad 1931 no. 476) over te gaan. Leeuwarden, 12 Mei 1932. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, M. VAN BEYMA, Burgemeester. E. SCHOTMAN. Secretaris. ONTWERP A. BESTAANDE REDACTIE. VERORDENING op de heffing van het recht wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. VERORDENING op de heffing van een ver gunningsrecht en een verlofsrecht inge volge de Drankwet (Staatsblad 1931 no. 476). Artikel 1. Artikel 1. Als grondslag voor de berekening van het vergun ningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein wordt genomen de jaarlijks te schatten huur waarde, die de localiteit, in verband met den omvang van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. Er worden in de gemeente geheven a. een recht wegens vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein; b. een recht wegens verlof voor den verkoop van zwak-alcoholischen drank in het klein (verlof A), een en ander overeenkomstig de regelen, daaromtrent bij of krachtens de Drankwet (Staatsblad 1931 no. 476) en in de hierna volgende artikelen gesteld. Art. 2. Als grondslag voor de berekening van het vergun ningsrecht, met uitzondering van dat voor eene hotel vergunning, wordt genomen de jaarlijks te schatten huurwaarde, die de localiteit in verband met den om vang van het bedrijf, waarvoor de vergunning strekt, kan geacht worden te bezitten. 387

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 194