Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1932. Art. 2. De betaling van het recht, alsmede van de in art. 11 van het heffingsbesluit bedoelde verhooging, geschiedt in één termijn ten kantore van den Gemeenteontvanger, tegen kwitantie op het aanslagbillet. Van de ontvangst van het recht of van de verhooging wordt door den Ontvanger onmiddellijk aan Burge meester en Wethouders kennis gegeven. Art. 3. Deze verordening treedt in werking met den 1 Mei 1905, met welk tijdstip vervalt de verordening op de invordering van het gemeentelijk vergunningsrecht voor den verkoop van sterken drank in het klein, vastgesteld den 27 October 1885 (gemeenteblad no. 27 van 1885). Art. 2. De betaling van het recht, alsmede van de in artikel 22 van het heffingsbesluit bedoelde verhooging, ge. schiedt in één termijn ten kantore van den gemeente ontvanger, tegen afgifte van kwitantie. Van de ontvangst van het recht of van de verhooging geeft de ontvanger onmiddellijk kennis aan Burge meester en Wethouders. Art. 3. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de verordening op de heffing van het vergunnings- en het verlofsrecht. Alsdan vervalt de verordening op de invordering van het gemeentelijk vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in 't klein (gemeenteblad 1905 no. 12). Verzonden 14 Mei 1932. 392 )ij lag e tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. HtjlttgG tl O. 10. Bijlage no. 10. VERDEELING van de gemeente in kieskringen en in stemdistricten en aanwijzing van de stemlokalen. Aan den Gemeenteraad. Blijkens de in het vorige jaar gehouden verkiezing van leden voor de Provinciale Staten bedroeg het aantal kiezers in stemdistrict 1 (wijk L) 1142 2 (wijken H en K)887 3 (wijken I en N) 721 4 (wijken A en O)753 5 (wijken C en M)955 6 (wijken B, D en E) 782 7 (wijken F en G)789 8 (wijk Y)1167, vormende kieskring I voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad7196. stemdistrict 9 (een gedeelte van wijk P) 809 10 (het overige gedeelte van wijk P) 1282 11 (een gedeelte van wijk Z) 1103 12 (wijk AA en het overige gedeelte van wijk Z)725 13 (wijk BB)1417 14 (een gedeelte van wijk X) 683 15 (wijk V)936 16 (wijk W)1071 17 (een gedeelte van wijk X) 972, vormende kieskring II voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad8998. stemdistrict 18 (een gedeelte van wijk Q) 885 19 (een gedeelte van wijk Q) 1202 20 (het overige gedeelte van wijk Q)1372 21 (wijk R)1080 22 (een gedeelte van wijk U) 1055 23 (een gedeelte van wijk U) 1178 24 (een gedeelte van wijk U) 1002 25 (een gedeelte van wijk U) 1331 26 (wijken S en T)506, vormende kieskring III voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad 9611. Uit dit overzicht blijkt, dat het aantal kiezers in de verschillende stemdistricten vrij sterk uiteenloopt. In het bijzonder komt dit tot uiting bij de districten 13 en 20 eenerzijds, 14 en 26 anderzijds. Het tijdstip schijnt ons dan ook genaderd om de indeeling van de stem districten opnieuw onder de oogen te zien; wij hebben derhalve een ontwerp van eene nieuwe verdeeling voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer en van die der Provinciale Staten opgemaakt, hetwelk hieronder is afgedrukt (ontwerp A). Daaruit zal U blijken, dat wij hebben gemeend het aantal stemdistric ten met twee te moeten vermeerderen, waartoe het groot getal kiezers in sommige districten ons aanleiding gaf. Het vermoedelijk aantal kiezers) in ieder stem district is daarachter telkens tusschen haakjes vermeld. Bij de verdeeling is ook nu weer rekening gehouden met de mogelijkheid van vermeerdering van het aantal kiezers door den aanbouw van woningen in elk stem district. Verwacht mag worden dat dit in het bijzonder het geval zal zijn in de ontworpen districten 13, 14, 15. 22 en 24. Waar die vermeerdering niet of nagenoeg niet te verwachten is, is het vermoedelijk aantal kiezers uiteraard het grootst. Dit laatste komt, zooals het ont werp doet zien, wel het sterkst uit in de eerste tien stemdistricten (kieskring I); deze districten vormen evenwel bijna uitsluitend de binnenstad en waar hier woonhuizen nog al eens tot winkels of kantoorlokalen worden verbouwd, mag in de toekomst voor die dis tricten eerder op vermindering dan op vermeerdering van het aantal kiezers worden gerekend. De practijk heeft dit trouwens reeds geleerd, want werd om die zelfde reden bij de eerste verdeeling van de gemeente in kieskringen het aantal kiezers in kieskring I het grootst genomen, dit aantal is thans verreweg het kleinst. Aangaande het aantal kiezers in het eerste stemdistrict worde nog opgemerkt, dat daarin zeer veel schippers zijn begrepen, en nu bewijzen de verkiezingen telkens weder dat deze kiezers, ondanks stemplicht, voor een groot deel niet verschijnen. Met betrekking tot het aantal kiezers in het ontworpen stemdistrict 28 zij medegedeeld, dat dit district een afgesloten geheel vormt, waarvan moeilijk een gedeelte aan een ander district kon worden toegevoegd. Uitbreiding van het aantal kiezers is hier bovendien buitengesloten; eerder mag op eene vermindering worden gerekend. Bij de door ons voorgestelde indeeling zal kieskring I tien, kieskring II negen en kieskring III eveneens negen stemdistricten omvatten; in totaal derhalve 28 stem districten. Wij merken hierbij voorts nog op, dat wij met den tot nu gevolgden regel om de stemdistricten met de wijken aan te duiden, hebben gebroken. Het wil ons voorko men dat er alles voor, en niets tegen, is om voortaan voor elk district de straten te noemen die er in gelegen zijn. De situatie zal daardoor immers veel overzichte lijker worden. Als wij alleen maar verwijzen naar de thans bestaande omschrijving van de districten 14. 18. 22, 23, 24 en 25 (men zie de artt. 2 en 3, sub 1, 5, 6, 7 en 8, der verordening van 1924, gemeenteblad no. 21, en 1928 gemeenteblad no. 16), dan wordt daarmede toch wel duidelijk aangetoond dat die omschrijvingen tot verwarring aanleiding moeten of althans kunnen geven. Wij meenen dan ook dat de in dezen door ons voorgestelde verandering geheel voor zich zelf spreekt en geen verdere toelichting behoeft. Bij de verdeeling van de gemeente in kieskringen moeten Gedeputeerde Staten zorgen, dat iedere kies kring een ongeveer gelijk gedeelte der bevolking omvat. Hoewel het van zeer ondergeschikt belang is hoe deze verdeeling is geregeld en zij dan ook uitsluitend admi nistratieve beteekenis heeft, achten wij het toch ge- wenscht de bestaande indeeling. welke van 1917 da teert, te herzien. Het aantal kiezers in de kieskringen, te weten in kieskring I 7196, in kieskring II 8998 en in kieskring III 9611, geeft ons daartoe aanleiding. Bij de thans hieronder afgedrukte nieuwe verdeeling (ontwerp B) is andermaal gelet op het wetsvoorschrift dat iedere kieskring een ongeveer gelijk gedeelte der bevolking omvat. De ontworpen eerste kieskring zal weliswaar, evenals in 1917, de meeste inwoners tellen, maar in dezen is nagenoeg geen vermeerdering van het aantal te verwachten, wat daarentegen wel het geval is in den ontworpen tweeden en derden kieskring. De verdeeling van ieder der kieskringen in stemdis tricten voor de verkiezing van leden van den Gemeen teraad is mede reeds ontworpen (ontwerp C). Wij leggen U dat ontwerp nu slechts ter kennisneming over, omdat het eerst kan worden vastgesteld, nadat Gede puteerde Staten de gemeente in kieskringen hebben verdeeld. Bij vergelijking zal blijken, dat de grenzen van deze stemdistricten, evenals voorheen, overeen stemmen met die voor de verkiezing van de leden der Kamer en Staten, waarvoor de stemdistricten door den Minister van Binnenlandsche Zaken, resp. Gedepu teerde Staten, worden vastgesteld. De ondervinding heeft geleerd, dat het voor de kiezers gemak oplevert, dat zij voor alle verkiezingen tot hetzelfde stemdistrict behooren. Om diezelfde reden is ook nu weer voor alle verkiezingen hetzelfde lokaal voor de zitting van elk 393

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 197