Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932.
ONTWERP C. VERORDENING, houdende voorwaarden
waarop en tarief waarnaar het bedrijf
van het Openbaar Slachthuis dien
sten verstrekt ten behoeve van de
verzending van vleesch naar het bui
tenland.
Artikel 1
Ten behoeve van het bedrijf van het Openbaar
Slachthuis worden volgens na te noemen voorwaarden
en tarief vergoedingen gevorderd voor de door dit
bedrijf te verstrekken, hierna te noemen, diensten.
Art. 2.
Zij, die gebruik maken van de in artikel 1 bedoelde
diensten, worden geacht bekend te zijn en genoegen te
nemen met de voorwaarden en het tarief, vervat in deze
verordening.
Voor hen gelden de bepalingen, gegeven bij en
krachtens de verordening op het gebruik van het Open
baar Slachthuis te Leeuwarden.
Art. 3.
De uitvoering van de gevraagde diensten wordt
geregeld door den Directeur van het bedrijf of door
hem, die hem vervangt.
Art. 4.
De betaling van de vergoeding geschiedt, desgevor-
derd bij vooruitbetaling, tegen kwitantie, afgegeven
door den kassier-boekhouder van het bedrijf.
Art. 5.
Geen terugbetaling geschiedt, indien van de diensten,
waarvoor betaald is, geen gebruik wordt gemaakt.
Art. 6.
De vergoedingen zijn verschuldigd volgens het navol
gende
IV. A. Voor het gebruik maken van de hallen
voor het slachten en de darmenwasscherij voor vee, uit
sluitend bestemd voor dadelijke verzending naar het
buitenland, is verschuldigd
a. voor dieren genoemd onder lila 1.50
b. IIIb, uitge
zonderd varkens0.40
c. voor dieren genoemd onder IIIc en Illd,
uitgezonderd varkens 0.20
d. voor een varken, niet zwaarder dan
100 K.G. geslacht gewicht0.40;
e. voor een varken zwaarder dan 100
K.G. geslacht gewicht0.60.
TARIEF.
Voor het gebruik maken van de hallen voor het
slachten en de darmenwasscherij voor vee, uitsluitend
bestemd voor dadelijke verzending naar het buitenland,
boven de door de gemeente aan het Rijk te betalen
keurloonen
a. voor een paard, stier, os, koe, vaars,
pink of kalf zwaarder dan 150 K.G. geslacht
gewicht,1.50;
b. voor een kalf, niet zwaarder dan 150
K.G. geslacht gewicht0.40;
c. voor een schaap, lam of kalf, niet
zwaarder dan 35 K.G. geslacht gewicht, 0.20;
d. voor een varken, niet zwaarder dan 100
K.G. geslacht gewicht,0.40:
e. voor een varken, zwaarder dan 100
K.G. geslacht gewicht,0.60.
Art. 7.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn
getreden op 1 Februari 1932.
408
Verzonden 2 Juni 1932.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Hi)l(l(JC HO, 12,
Bijlage no. 12.
WIJZIGING verordening betreffende de
winkelsluiting (bijlage no. 6 van
1932).
Aan den Gemeenteraad.
Ter voldoening aan de bepalingen der Winkelslui
tingswet (Stbl. 1930 no. 460) hebben wij de door Uwen
Raad op 12 April j.l. vastgestelde verordening betref
fende de winkelsluiting aan de Koningin ter goedkeu
ring aangeboden. De Minister van Economische Zaken
en Arbeid heeft ons daarop bij brief van 24 Mei j.l.
medegedeeld, dat die verordening hem tot enkele op
merkingen aanleiding heeft gegeven. Deze opmerkingen
betreffen
Artikel 2. Achter de woorden „1 uur des voormid
dags" zou de Minister willen zien ingelascht,,van den
volgenden dag Hoewel het artikel zooals het thans
luidt onzes inziens niet kan worden misverstaan, hebben
wij tegen invoeging van deze woorden geen bedenking.
Artikel 3. Dit artikel stelt de uitzondering, welke
de wet voor bloemenwinkels kent met betrekking tot
het geopend zijn op Zondag wanneer 1 Januari, 14 en
15 Augustus, 1 en 2 November, 24, 26 en 31 December
op dien dag vallen, buiten werking. Het komt den
Minister evenwel voor, dat er in dezen geen aanleiding
bestaat om aan de betrokken winkeliers een recht, dat
de wet hun geeft, te ontnemen. Waar het hier afwij
kingen geldt van geringe beteekenis (zij komen n.l. eens
in de 7 jaren voor) en handhaving van het artikel waar
schijnlijk aan het verleenen van de Koninklijke goed
keuring in den weg zou staan, zijn wij van gevoelen,
dat tegen schrapping er van geen overwegend bezwaar
bestaat.
Artikel 4. De hierin vervatte afwijking van de wet,
n.l. het sluiten van kappers- en barbierswinkels des
Zaterdagsavonds na 9 uur voor het verrichten van
kappers- en barbierswerkzaamheden, ontmoet bij den
Minister geen bezwaar „indien uit de toelichting mag
worden opgemaakt, dat de hierbedoelde regeling den
bestaanden toestand weergeeft en zij voorts in het alge
meen in overeenstemming is met het verlangen der be
trokken winkeliers". Hoewel de Zaterdagavondsluiting
om 9 uur onder de kapperszaken hier niet algemeen
wordt toegepast, meenen wij, dat de door den Minister
genoemde omstandigheden in voldoende mate aanwezig
zijn om goedkeuring van deze afwijking te wettigen.
Artikel 5. In dit artikel is een speciale regeling ge
geven voor hen, die hun winkels gedurende den Sab
bath of den Zevendedag sluiten; hun kan n.l. op verzoek
vergunning worden verleend om de winkels op die
dagen na zonsondergang tot elf uur voor het publiek
geopend te houden, indien de Sabbath of de Zevende
dag later dan negen uur eindigt. Zij moeten van die
vergunning door middel van een schriftelijke aankon
diging in den winkel aan het publiek kennis geven.
De Minister heeft er blijkens zijn meervermelden
brief bezwaar tegen, dat het gebruik maken van de in
dit artikel verleende faciliteit afhankelijk wordt gesteld
van een door Burgemeester en Wethouders te verleenen
vergunning. Waar de hier bedoelde winkeliers reeds
ingevolge het bepaalde in artikel 5 der wet een ver
gunning aan ons College moeten vragen om hun zaken
des Zondags geopend te mogen hebben, komt het den
Minister overbodig voor, nog eens het vragen van een
vergunning voor het langer geopend zijn op Zaterdag
avond voor te schrijven. Hij geeft dan ook in over
weging te bepalen, dat de winkeliers, die in het bezit
zijn van eene vergunning krachtens evengenoemd wets
artikel, hunne winkels geopend mogen hebben zooals
in artikel 5 der verordening is aangegeven. Vermits de
bedoeling van het onderhavige artikel ook na wijziging
in den door den Minister aangegeven zin ten volle tot
haar recht komt en bovendien nog eenige vereenvou
diging in de administratie medebrengt, kan aan dezen
wensch naar ons oordeel wel v/orden voldaan.
Wij hebben de Commissie voor de Strafverorde
ningen verzocht de door een en ander noodig geworden
veranderingen te formuleeren en leggen haar desbe
treffend voorstel hiernevens aan U over. Dienovereen
komstig geven wij Uwe Vergadering in overweging
a. in de bij Raadsbesluit van 12 April 1932, no.
106r/64, vastgestelde verordening betreffende de
winkelsluiting de navolgende wijzigingen aan te
brengen
in artikel 2 wordt achter het woord „voormiddags"
ingevoegd „van den volgenden dag";
artikel 3 vervalt;
artikel 4 wordt artikel 3;
artikel 5 wordt gelezen als volgt
„Art. 4.
Het is aan het hoofd of den bestuurder van een win
kel, aan wien eene vergunning is verleend als bedoeld
in het eerste lid van artikel 5 der wet, toegestaan zijn
winkel, of indien hij meer dan één winkel heeft, zijn
winkels na zonsondergang tot des namiddags 11 uur
voor het publiek geopend te hebben op die Zaterdagen,
waarop de Sabbath of de Zevendedag later dan des
namiddags 9 uur eindigt.";
artikel 6 wordt artikel 5;
b. de onder a vermelde verordening, gewijzigd als
daar is atmgegeven, opnieuw vast te stellen.
Leeuwarden, 6 Juni 1932.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN. Secretaris.
Verzonden 7 Juni 1932.
409