Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. 18.
Bijlage no. 18.
VERORDENING betreffende de winkel
sluiting (gemeenteblad 1932 no. 15;
bijlage 1932 no. 13).
Aan den Gemeenteraad.
Bij Uw besluit van 5 Juli j.l. no. 21 2r/1 29 is vast
gesteld eene verordening tot wijziging van artikel 4
der verordening betreffende de winkelsluiting, waarbij
aan de winkeliers, wien een vergunning is verleend
als bedoeld in art. 5, eerste lid, der Winkelsluitings
wet, met name dus aan de Sabbathhoudende Joodsche
winkeliers, wordt toegestaan hunne winkels voor het
publiek ook geopend te hebben op Zondag van des
namiddags 2 tot 5 uur (zie bijlage no. 13 van dit
jaar). Het artikel stond reeds toe, dat bedoelde
winkels tot des namiddags 11 uur blijven geopend op
die Zaterdagen, waarop de Sabbath later dan des
namiddags 9 uur eindigt (zie gemeenteblad 1932 no.
15). Heeft laatstgemelde bepaling als afwijking van
de Winkelsluitingswet de Koninklijke goedkeuring
kunnen verkrijgen, de eerstgenoemde afwijkende
regeling ontmoet bij den Minister van Economische
Zaken en Arbeid zoodanig bezwaar, dat hij de daartoe
strekkende verordening niet ter goedkeuring aan de
Kroon kan voordragen. In zijn hiernevens overgelegde
missive van 16 September j.l. doet de Minister dien
aangaande opmerken, dat de in artikel 5 der Winkel
sluitingswet neergelegde regeling, na zorgvuldige af
weging der belangen van de betrokken winkeliers tot
stand gekomen, geacht moet worden een juiste compen
satie te geven voor het gemis van den Zaterdag tijdens
den Sabbath als verkooptijd. Alleen in die gemeenten,
als Amsterdam en enkele andere zoo zegt de
Minister waar het aantal Israëlietische winkeliers
zoo groot is, dat er aanleiding is het aantal verkoop
uren eenigszins te verruimen, is afwijking van de
bovengenoemde wettelijke regeling toegestaan. Naar
de meening van den Minister is het aantal Israëlietische
winkeliers in deze gemeente niet zoo groot, dat het een
afwijking als hier bedoeld zou wettigen en de wettelijke
regeling, gevoegd bij die van artikel 4 der hier ter stede
geldende verordening van 14 Juni 1932, kan zijns in
ziens dan ook voldoende worden geacht.
Hoewel tegen de hier weergegeven redeneering zou
zijn in te brengen, dat, daarvan uitgaande, de hier
reeds bestaande afwijking van de wettelijke regeling
evenmin had moeten worden goedgekeurd en dat er,
nu dit niettemin is geschied, toen blijkbaar een andere
maatstaf bij de beoordeeling der gemeentelijke bepa
lingen is aangelegd dan thans geschiedt, zijn wij van
oordeel, dat in de gegeven omstandigheden handhaving
van het gewijzigde artikel 4 weinig zin heeft, aangezien
de desbetreffende verordening de Koninklijke goed
keuring toch niet zou verwerven.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging
het besluit van den 5den Juli 1932 no. 21 2r/1 29 tot vast
stelling van eene verordening, houdende wijziging van
de verordening van 14 Juni 1932 betreffende de winkel
sluiting, in te trekken.
Leeuwarden, 22 September 1932.
Burgemeester en V/ethouders van Leeuwarden,
J. M. VAN BEYMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN, Secretaris.
Verzonden 22 September 1932.
425