Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. hulpmiddelen voor het onderwijs; e. drukwerk en advertentiën; f. andere uitgaven ter verzekering van den goeden gang van het onderwijs; II. wat den Gemeentelijken Cursus voor meisjes aan de Industrie- en Huishoudschool betreft het bedrag, dat over het betrokken leerjaar door het Bestuur van de Leeuwarder Industrie- en Huishoud school aan de gemeente Leeuwarden in rekening wordt gebracht." Art. III. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden bij den aanvang van het leerjaar 1932/1933. Verzonden 23 November 1932. 430 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. Bijlage no. 21. AANBIEDING van de gemeente- en bedrijfsbegrootingen voor 1933 (bijlagen 1933 nos. 1 en 2). Aan den Gemeenteraad. Ingevolge artikel 238 der Gemeentewet hebben wij de eer U de ontwerp-gemeentebegrooting voor 1933, benevens de ontwerp-bedrijfsbegrootingen voor dat jaar aan te bieden, met bijvoeging van de daarop be trekking hebbende bescheiden, zoomede van de advie zen der commissiën, welke in dezen zijn gehoord. Ten aanzien van het meerendeel der posten gaan de ontwerp-begrootingen van eene toelichting vergezeld; intusschen mogen hier, gelijk gebruikelijk is, met be trekking tot sommige onderwerpen enkele opmerkingen van algemeener aard plaats vinden. Sinds de vaststelling van de begrooting voor het loopende jaar hebben de economische omstandigheden zich niet alleen niet ten gunste gewijzigd, maar zelfs doen zich de gevolgen daarvan in toenemende mate gevoelen en mag aangenomen worden dat de druk in het komende jaar in het bijzonder met betrekking tot de gemeentefinanciën nog zwaarder zal worden. Het ligt derhalve voor de hand, dat de lijn, voor het finan- cieële beleid aangegeven in onzen brief tot aanbieding van de begrooting voor 1932 (bijlage no. 17 van dat jaar), ook voor 1933 met te meer nauwgezetheid moet worden gevolgd, wil men niet, dat in het komende jaar, en zeker in 1934, op geldelijk gebied maatregelen zou den moeten worden getroffen, welke, juist nu, zoo lang mogelijk achterwege dienen te blijven. Dit brengt mede wij wezen er reeds eerder op dat sommige op zichzelf wenschelijke zaken nagelaten, althans uitgesteld, moeten worden en dat eenige ver zoeken (wij denken hier o. a. aan het adres der Veree- niging Leeuwarder School- en Kinderwerktuinen om een subsidie uit de gemeentekas ten beloope van 1055.'voorshands niet voor inwilliging vatbaar zijn, omdat in deze tijden de noodzakelijke en als onvermijdelijk beschouwde uitgaven nu eenmaal vóór moeten gaan. Zoo wordt alleen het subsidie voor de Stads-Armenkamer voor 1933 al geraamd op niet min der dan 325.000. waarnaast in de ontwerp-begroo- ting nog voorkomen de aanmerkelijk gestegen kosten van werkverschaffing en voor de ontwikkeling en ont spanning van jeugdige werkloozen, alsmede een aan zienlijk verhoogd subsidie aan werkloozenkassen. Dat het bij dergelijke zeer zware lasten niet mogelijk is, zonder het financiëele evenwicht in gevaar te brengen, gelden voor al die doeleinden te bestemmen, welke men reeds nu gaarne zou bereiken, behoeft geen betoog. Evenmin is het mogelijk de inkomsten daar lager te stellen, waar zulks niet strikt noodig is; om die reden kan dan ook, om een voorbeeld te noemen, voorloopig niet worden overgegaan tot verlaging van de electri- citeitstarieven, hoezeer deze op zichzelf en gelet op de uitkomsten van het electriciteitbedrijf, te verdedigen zou zijn. Omtrent deze tarieven zij overigens verwezen naar hetgeen hieronder bij de ontwerp-begrooting van het Electriciteitbedrijf wordt gezegd. Het is ons streven geweest de ontwerp-begrooting voor 1933 sluitend te maken eenerzijds zonder het schrappen van tot dusver nuttig geoordeelde posten, anderzijds zonder verhooging van den belastingdruk of het aanspreken van reserves. Dat wij hierin konden slagen, stemt om velerlei redenen tot verheugenis en wettigt de conclusie, dat ook nu de financieële toestand van Leeuwarden nog gunstig en gezond is. Bestendiging daarvan is intusschen alleen bij een zeer voorzichtig geldelijk beheer, mede gericht op vol gende jaren, mogelijk. Evenals ten vorige jare is geschied, is het op de begrooting voor 1932 onder volgnummers 177 en 678 uitgetrokken en gereserveerde bedrag ad 58.000. naar den dienst van 1933 overgebracht, met de be doeling die som voor den dienst van 1934 te bestemmen en haar dus voorloopig nog als reservefonds te blijven beschouwen. Het is namelijk thans nog niet noodig er over te beschikken. Ook in 1933 zal de heerschende werkloosheid, naar het zich laat aanzien, nog in groote mate de aandacht eischen. Met den aanleg van het sportterrein aan den Oostkant der stad is eenige maanden geleden een aan vang gemaakteen deel der werklooze arbeiders is daarbij tewerkgesteld. Daarnaast zal nog een aantal werkloozen naar de ontginningswerken van de N. V. Ontginningsmaatschappij ,,De Drie Provinciën" onder Wolvega moeten worden gezonden. De voor deze voorzieningen noodig geachte uitgaven zijn geraamd onder volgnummer 580 tot een bedrag van 170.000. terwijl volgnummer 139 der begrooting de van het Rijk te verwachten bijdragen in de kosten van werkver schaffing ten bedrage van 78.200.— vermeldt. Ter vergelijking met de begrooting voor het loopende jaar mogen wij aan hetgeen reeds bij de betrokken posten zelve is vermeld, nog het een en ander als toelichting toevoegen. In het bijzonder zij er op gewezen, dat het in 1932 uitgetrokken bedrag van 100.000.wel tot 170.000.— voor het komende jaar is verhoogd, doch dit niet beteekent, dat de uitgaven voor de werkver schaffing met 70.000.— zouden zijn gestegen. Er is, naar uit de toelichting bij dezen post kan blijken, voor 1933 voor dit doel netto 25.100.— meer beschikbaar gesteld moeten worden. De eerstvermelde verhooging van den post vindt namelijk haar oorzaak in het feit, dat voor de werkzaamheden voor den aanleg van het sportterrein alle uitgaven voor loonen en toeslagen door de gemeente zelf rechtstreeks worden betaald, terwijl tevoren aan de N. V. Ontginningsmaatschappij ,.De Drie Provinciën" de netto ten laste van de ge meente blijvende 40 °/b van het arbeidsloon der tewerk gestelde arbeiders werd voldaan. Verrekening met het Rijk wat betreft het subsidie geschiedde door genoemde Vennootschap; alleen voor den verleenden toeslag ad 50 op het loon, die de gemeente rechtstreeks betaalt, werd een bijdrage ten beloope van 60 aan het Rijk gedeclareerd. Ten opzichte van de tewerkgestelden in de ontginningswerken der genoemde vennootschap be staat nog dezelfde gang van zaken. Nu de aanleg van het sportterrein door de gemeente zelf gefinancierd wordt, zijn de uitgaven dientengevolge hooger, doch stijgen ook de ontvangsten naar evenredigheid. Het subsidie aan werkloozenkassen (volgno. 598) moest sterk worden verhoogd en is van 20.000.op 36.000.— gebracht. De personeelsuitgaven worden zooveel als zonder schade voor de belangen van den dienst toelaatbaar is, beperkt in dien zin, dat wij bij voortduring op vermin dering van personeel bedacht zijn. In enkele vacatures is dan ook laatstelijk niet door het aanstellen van nieuwe krachten voorzien. Zoo zal ook het deurwaar- derspersoneel, werkzaam ten behoeve der belasting- invordering en welks diensten over 1932 nog noodig zijn gebleken, in 1933 worden verminderd, aangezien in de toekomst met één deurwaarder kan worden vol staan. Wij zijn voornemens in verband daarmede tevens na te gaan of het geen aanbeveling verdient in de orga nisatie van de diensten voor het marktwezen, thans deels door den marktmeester der veemarkt, deels door de politie, deels ook door de secretarie behartigd, ver andering te brengen. Met de gebruikelijke jaarlijksche bijdrage ad 65.000.— van den gewonen dienst aan den kapitaal- dienst is ook voor 1933 rekening gehouden. Wij zou den, in overeenstemming met het standpunt dienaan gaande door ons College ingenomen en weergegeven op blz. 238 der Handelingen van 1932, geene nieuwe 431

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 216