Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden. 1932.
werken, te bekostigen naar de methode van het dus-
genoemde stratenfonds, in de ontwerp-begrooting heb
ben opgenomen, ware het niet, dat de uitvoering van
twee van zulke werken in 1933 zal moeten plaats heb
ben. Wij doelen hier vooreerst op de verbetering van
den Noordersingel, te weten van het gedeelte tusschen
den Harlingersingel en de Singelstraat, waarvan de
toestand zoodanig slecht is, dat verbetering naar ons
gevoelen niet langer mag worden uitgesteld. Onder
volgnummer 864 is derhalve een post, groot 28.600.
voor dit doel opgenomen. En vervolgens zal, in de lijn
van Uw besluit van 9 Februari j1in 1933 het tweede
gedeelte van den Mr. P. J. Troelstraweg, tusschen het
Leeuwrikplein en het Valeriusplein, gereed gemaakt
moeten worden. Hiervoor is een bedrag van 86.032.41
op de begrooting gebracht (zie volgno. 857). De trot
toirs langs de Westzijde van dit wegvak zijn bereids
gelegd ingevolge Uw besluit van 1 Maart j.l. Wij
achten ons, gezien de urgentie van beide werken, te
meer verantwoord daarvoor gelden aan te vragen, nu
de kosten der reeds in uitvoering zijnde werken niet
onbelangrijk blijken mee te vallen.
Ten slotte is op den kapitaaldienst (volgno. 863) een
bedrag van 61.220.— uitgetrokken, bestemd voor de
inrichting van het Oldehoofsterkerkhof tot parkeer
terrein voor vrachtwagens. De toeneming van het aan
tal vrachtwagens maakt het, vooral nu binnen afzien-
baren tijd de standplaats aan de Westerplantage zal
moeten verdwijnen in verband met de vernieuwing van j
de Vrouwenpoortsbrug en de verandering van den i
Zuidelijken toegangsweg, noodzakelijk dit werk thans 1
ter hand te nemen. Dienaangaande, alsmede in zake j
den Noordersingel, zullen U in den loop van het vol-
gend jaar nadere voorstellen bereiken.
Eenigen tijd geleden werd om praeadvies in onze
handen gesteld een verzoek van de bewoners van
huizen, uitkomende op het pad langs de Oostzijde van
het Rengerspark, om aldaar een verharden weg te
willen aanleggen. Wij hebben gemeend voor dit doel I
in de ontwerp-begrooting geen gelden te moeten op- i
nemen. Een algemeen belang toch is bij dezen weg, die I
doodloopt en waarlangs zich geenerlei verkeer beweegt,
niet betrokken het is zelfs twijfelachtig of de aan-
wonenden ten rechte uitgang op het pad hebben ge
nomen en een verbetering zou derhalve nagenoeg
uitsluitend in het belang van de eigenaren der langs-
gelegen perceelen strekken. Een afdoende verbetering,
te weten het aanleggen van een weg ter breedte van
5 M., zou rond 7000.— kosten, terwijl met het maken
van een 3.50 M. breede verharding altijd nog 4600.—
gemoeid zou zijn. Wij achten een dergelijke uitgave in
dit geval niet gerechtvaardigd. Inmiddels hebben wij
bereids opdracht gegeven om het pad, waarin zich een
goede rioleering bevindt, schoon te houden, waardoor,
mits met medewerking van de bewoners zeiven, de
toestand ter plaatse aanmerkelijk zal verbeteren.
Voortgaande met de moderniseering van de inrich- I
ting der scholen, hebben wij op de ontwerp-begrooting I
van Gemeentewerken (zie volgno. 158, sub d) een
bedrag van 14.550.— uitgetrokken voor het aanbren
gen van centrale verwarming, electrisch licht en sanitair
in het schoolgebouw aan den Arendstuin (scholen 7a
en 7b). Om financiëele redenen moet in 1933 te dezen
met één school worden volstaan.
Eene ingrijpende verandering van de inrichting van
den Prinsentuin, waarop wij het vorige jaar doelden
(zie bijlage no. 17, blz. 496), moet uit geldelijke over
wegingen voorloopig achterwege blijven. Intusschen is
de toestand van den ingang van den tuin zoo, dat ver
betering daarvan geen langer uitstel gedoogt, weshalve
hiervoor in de begrooting van Gemeentewerken een
bedrag van 1500.— is opgenomen.
Het ontwerp-uitbreidingsplan is dezer dagen gereed
gekomen en zal binnenkort in onze vergadering ter
tafel worden gebracht. Wij stellen ons voor, zoo
spoedig mogelijk daarna het nemen van een besluit, als
bedoeld in artikel 36, 4e lid, der Woningwet, bij Uwe
Vergadering aanhangig te maken.
In zake vernieuwing, eventueel ook overneming, van
de Hoeksterpoortsbrug zijn wij sinds meer dan een jaar
in correspondentie met den Minister van Waterstaat.
Hoewel wij nog onlangs op spoedige afdoening van
deze urgente aangelegenheid hebben aangedrongen,
mochten wij tot dusverre nog geen antwoord ontvan
gen. Wij blijven intusschen ook te dezen diligent en
vertrouwen dat deze quaestie althans in 1933 haar be
slag zal kunnen krijgen. Op den kapitaaldienst is hier
voor een memoriepost aangebracht.
Tot een van de moeilijkste vraagstukken, waarvoor
de gemeenten zich geplaatst zien, behoort dat van de
krotopruiming en den bouw van woningen van ge
meentewege. Het is in het bijzonder in de huidige tijds
omstandigheden, nu zich tegelijkertijd het probleem van
huurverlaging en de wenschelijkheid van samenwerking
met de onderscheidene woningbouwvereenigingen doet
gevoelen, verre van gemakkelijk te dezer zake een op
lossing te vinden, die doelmatig en tevens financiëel
voor de gemeente uitvoerbaar is. Wij hebben ons dezer
dagen opnieuw met de Rijksautoriteiten geldelijke
steun van het Rijk is hier immers onontbeerlijk in
verbinding gesteld en zullen Uwe Vergadering binnen
kort met onze plannen hieromtrent in kennis stellen.
In dit verband zij opgemerkt, dat wij ook aan de
vraag of tot aanstelling van een woninginspectrice
moet worden overgegaan, aandacht hebben geschon
ken, Ons College is evenwel van oordeel, dat de be
noeming van zulk een functionnaris eerst dan over
weging verdient, nadat eventueele plannen tot woning
bouw vasten vorm zullen hebben gekregen.
De moderner organisatie van de Brandweer, vermeld
in onzen brief tot aanbieding van de begrooting voor
1932, is nog in voorbereiding. Eveneens zijn bij ons
College nog in studie het onderzoek naar de wensche
lijkheid van oprichting van een gemeentelijk radiodis
tributiebedrijf, zoomede van een instelling voor maat
schappelijk hulpbetoon. Wij hebben ons omtrent beide
zaken bereids van de desbetreffende regelingen in een
aantal andere gemeenten op de hoogte gesteld en den
ken over eenigen tijd voorstellen dienaangaande bij
Uwe Vergadering aanhangig te maken.
Het onderzoek, dat wij naar aanleiding van een des
betreffende opmerking in het sectieverslag over de be
grooting 1932 (bijlage no. 22 van 1931 blz. 516) hebben
ingesteld naar de mogelijkheid van samenvoeging van
de onderscheidene contracten tot waterlevering aan de
gemeente tot één algemeen contract, heeft doen zien,
dat zulks, voornamelijk uit hoofde van de ongelijksoor
tigheid dier contracten, niet mogelijk is en bij de N. V.
Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden op
overwegende bezwaren stuit.
In verband met de daaruit voortvloeiende uitgaven
hebben wij gemeend de vraag, of in deze gemeente het
instituut van schooltandarts in het leven dient te wor
den geroepen, voorloopig te moeten laten rusten.
Uit de ontwerp-begrooting zal U blijken, dat de ont
vangsten wegens schoolgelden tot lagere bedragen
(n.l. de opbrengsten over 1931, verminderd met 10 a
12H zijn uitgetrokken dan verleden jaar. Zulks is
geschied met het oog op de te verwachten vermindering
der inkomens, waarnaar de schoolgelden berekend
worden.
Evenals vorige jaren stellen wij voor, de winst, welke
de Gasfabriek in 1933 eventueel zal maken, aan de
gemeentekas ten goede te laten komen.
Omtrent de onderscheidene begrootingen zij thans
nog het volgende opgemerkt
GEMEENTEWERKEN.
Meer nog dan in voorgaande jaren is er bij het
432
ijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932.
Bijlage no. 21.
opmaken van de begrooting voor dit bedrijf naar ge
streefd de buitengewone posten tot het hoognoodige te
beperken door alleen voor die werken gelden uit te
trekken, waarvan de uitvoering als noodzakelijk is te
beschouwen. Het is echter niet wenschelijk, en ook niet
noodig. om die voorzieningen achterwege te laten,
waarvan het uitstellen aan de deugdelijkheid der ge
bouwen en constructies afbreuk zou doen, zoodat daar
later grootere onkosten uit voort zouden spruiten. Wij
denken hierbij aan het buitenverfwerk; wordt dit niet
tijdig uitgevoerd, dan ontstaat schade voor het hout
werk. als anderszins, welke voorkomen moet worden.
Van de binnenverfwerken zijn alleen die in de
ontwerp-begrooting opgenomen, welker uitvoering met
het oog op den toestand der objecten absoluut nood
zakelijk is.
Het bedrag, onder volgnummer 128 uitgetrokken
voor het onderhoud van straten en pleinen, beloopt
thans 70.000. dat is 10.000.— lager dan voor
1932 was geraamd. Houdt men er rekening mede, dat
de gemeente in den afgeloopen tijd een aanmerkelijke
oppervlakte van straten van particulieren heeft over
genomen en dat ook de van gemeentewege aangelegde
stratenplannen het totale straatoppervlak belangrijk
hebben vergroot, dan springt in het oog dat hier voor
1933 een aanzienlijke bezuiniging heeft plaats gevonden.
Zulks is o. a. ook het geval met de kosten van het
baggeren van grachten en vaarten (volgno. 134). het
onderhoud van wallen (137), van de bruggen en de
brugwachterswoningen (148 en 150), de begraafplaat
sen (154), de scholen (158 e. v.), enz. De ramingen
van de kosten voor onderhoud der plantsoenen zijn in
totaal eveneens beneden die van het vorige jaar, on
danks de uitbreiding welke ook zij in den laatsten tijd
hebben ondergaan. Verdere verlaging hiervan zou tot
schade van de plantsoenen en dus ook van het uiterlijk
aanzien der stad voeren.
Uit den post ..jaarwedden van ambtenaren" (volgno.
189), voor 1933 uitgetrokken op 74.393.64 tegen
77.340.40 in 1932, blijkt, dat ook hier naar vermin
dering der personeelsuitgaven is gestreefd. Deze ver
laging is hoofdzakelijk het gevolg van een andere werk-
verdeeling voor eenige ambtenaren, waardoor in de
met Februari 1933 ontstaande vacature van kassier van
het bedrijf niet door het aanstellen van een nieuwe
kracht behoeft te worden voorzien.
GRONDBEDRIJF.
De exploitatie van de cultuurgronden en die van de
erfpachtsgronden levert winst op en wel naar raming
respectievelijk 5186.17 (v. j. 11.264.54) en
31.035.10 (v. j. 33.218.70).
Het verlies op de exploitatie van de voor bouwterrein
bestemde gronden wordt voor 1933 geraamd op
43.671.64 (v. j. 33.680.11).
Bij de raming der huren is voor de voor bouwterrein
bestemde gronden en voor de cultuurgronden een
reserve voor huurvermindering geraamd van respec
tievelijk 500.— en 2000. Hierbij dient in aanmer
king te worden genomen, dat sedert het vorige jaar
nieuwe verhuringen tegen lagere huursommen hebben
plaats gevonden en gronden aan de huur zijn onttrok
ken, met welker lagere opbrengst voor zooveel mogelijk
reeds in deze begrooting rekening is gehouden.
In de aan deze begrooting ter toelichting toegevoegde
bijlagen is eenige wijziging aangebracht, die wellicht
aan het overzicht ten goede zal komen. De tevoren
gegeven specificatie van onderhoudskosten en lasten,
alsmede het overzicht van verlies- en winst met recapi
tulatie, is thans samengevoegd met andere in de be
grooting verwerkte gegevens, waardoor een meer over
zichtelijk geheel is ontstaan (bijlage II).
WONINGBEDRIJF.
Het door de gemeente aan het bedrijf uit te keeren
verlies wordt voor 1933 geraamd op 36.092.31 (v. j.
35.844.68).
In hoofdstuk V der uitgaven is onder volgnummer
25a een nieuwe post opgenomen wegens afschrijving
van 1h0 gedeelte op de bebouwing aan de Tuinen Z.Z.
(dagwinkels etc.). Het gedeelte van die bebouwing,
voor zooveel aangaat de dagwinkels, etalageramen,
lichtbakken en reclamezuil, is bij het Woningbedrijf in
i exploitatie gebracht. Het aandeel in de geraamde bouw
kosten voor dit gedeelte bedraagt 14.300.vermeer
derd met een evenredig deel van de boekwaarde van
tot het Woningbedrijf behoorende eigendommen, die
ten behoeve van de straatverbetering en deze bebou-
wing zijn afgebroken, t. w. 4072.21. Tezamen der
halve 18.372.21, waarvan Vio gedeelte wordt afge-
j schreven of 1837.22.
Onder de baten van hoofdstuk I zijn onder groep V
de ten tijde van het samenstellen der begrooting be-
I kende huursommen, voor een dagwinkel, de lichtreclame
i en de etalageruimten, totaal 2180.opgenomen.
GASFABRIEK.
i De winst van de Gasfabriek wordt op grond van de
laatst bekende gegevens geraamd op 80.481.05.
ELECTRICITEITBEDRIJF.
j De begrooting voor dit bedrijf wijst een winstcijfer
i aan van 353.989.61.
Wij vestigen in het bijzonder de aandacht op volg-
j nummer 19, waar onder d het bedrag der extra-uit-
I keering aan de Provincie ingevolge de tusschen haar
en de gemeente op dit stuk bestaande overeenkomsten,
voor memorie is geraamd. Zooals bij genoemden post
reeds werd medegedeeld, hebben wij aan Gedepu
teerde Staten bericht, dat over het op 1 Januari 1933
aanvangende vijfjarige tijdvak geen uitkeering door de
gemeente aan de provincie behoort te geschieden. Aan
gezien Gedeputeerde Staten een andere meening zijn
toegedaan, vinden onderhandelingen plaats ten einde
te onderzoeken of tusschen hun en ons College te dezer
zake overeenstemming is te verkrijgen. Zoowel wan
neer dit het geval is, alsook wanneer overeenstemming
niet mocht kunnen worden bereikt, zullen wij Uwe Ver
gadering dit punt tot het nemen van een besluit voor
leggen. Bijaldien Uw besluit, of de in het contract voor
ziene arbitrale uitspraak, er toe mocht leiden, dat te
beginnen met 1933 aan de provincie een uitkeering be
hoort te worden gegeven, zullen de daartoe benoodigde
gelden uit den post .Onvoorziene uitgaven" der ge-
meentebegrooting geput moeten worden.
Naar aanleiding van het onlangs om praeadvies in
onze handen gestelde adres van het Plaatselijk Comité
voor Middenstandsbelangen, waarin verzocht wordt
voor winkel- en étalageverlichting een lager stroom-
tarief in te voeren, wijzen wij er op, dat naast het ge
wone enkel- en dubbeltarief voor winkels in vele ge
vallen wanneer namelijk een belangrijk deel van het
stroomverbruik buiten de spitsuren valt het piek-
tarief toegepast kan worden en ook toegepast wordt.
Bovendien bestaan en worden nog geregeld afgesloten
speciale winkelcontracten, waarbij een van de totale
avondbelasting afhangend aantal K.W.U. tegen 0.21
berekend wordt en het meerdere tegen 0.10 per
K.W.U. In dit tarief wordt per K.W. maximum-avond
belasting jaarlijks 666.6 K.W.U. a 0.21 gegarandeerd.
Echter kunnen dergelijke bijzondere overeenkomsten
op grond van de desbetreffende verordening slechts
worden aangegaan bij een gegarandeerd jaarverbruik
van ten minste 5000 K.W.U. Hoewel, gelijk hierboven
is medegedeeld, de algemeene financiëele toestand der
433