Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. 23. Bijlage no. 23. AANKOOP en inrichting van perceelen voor politie, brandweer en gemeente secretarie. Aan den Gemeenteraad. Reeds sinds vele jaren is het vraagstuk op welke wijze de zoo noodzakelijke verbetering van de huis vesting der politie en der gemeente-secretarie zoomede een reorganisatie der brandweer is te bereiken, bij het Gemeentebestuur aanhangig, zonder dat het tot nog toe mogelijk bleek daarvoor eene oplossing te vinden, die in alle opzichten uitvoerbaar was. Weliswaar kon een bepaald onderdeel van deze plannen tot stand komen en werd daardoor aan de bureaux van Gemeente werken, Bouw- en Woningtoezicht, Woningbedrijf en Geneeskundigen Dienst een nieuw onderdak in het voormalige Militaire Hospitaal verschaft, doch de kern van het vraagstuk, n.l. de zeer noodige voorzieningen voor secretarie, politie en brandweer bleef onopgelost. Voor een beknopt overzicht van deze aangelegenheid zij verwezen naar ons voorstel aan den Raad d.d. 30 Juli 1925 (bijlage no. 21 van dat jaar). Hoewel Uwe Vergadering op 22 September 1925 overeenkomstig dit voorstel o. a. besloot ons College uit te noodigen nadere plannen te dezer zake in te dienen en op 7 December 1925 zelfs een begrootingswijziging voor dit doel vast stelde, is aan die besluiten tot dusverre geen verdere uitvoering gegeven kunnen worden, omdat de finan- ciëele regeling, behalve wat Gemeentewerken c.a. be- i trof, bij Gedeputeerde Staten op bedenkingen is gestuit en ook na briefwisseling de goedkeuring van dat Col lege niet heeft kunnen verwerven. Niettemin heeft dit vraagstuk, waarvan de urgentie zich in toenemende mate deed gevoelen, ook nadien onze volle aandacht gehad, en in het bijzonder hebben wij na het leegkomen van het gemeentelijke gebouw op den hoek van de Sint Jacobsstraat en van het aangren zende pand aan het Gouverneursplein, deze zaak her haaldelijk opnieuw in onze vergadering besproken evenwel kon tot voor kort een in allen deele bevredi gende oplossing niet gevonden worden. Thans doet zich echter de mogelijkheid voor om binnen betrekkelijk korten tijd, d. i. in den loop van het volgende jaar, de al zoolang hangende plannen te verwezenlijken en deze gansche zaak tot een goed einde te brengen. Het is ons namelijk gelukt om, behoudens Uwe beslissing en de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, met de eige naresse tot overeenstemming te geraken omtrent den verkoop aan de gemeente van het kapitale huis aan de Nieuwestad no. 49, van het daaraan belendende perceel Nieuwestad no. 47, alsmede van een zevental achter gelegen woningen aan de Bagijnestraat, met den tuin tezamen één groot complex vormende. Alvorens echter over deze perceelen en hunne be stemming in bijzonderheden te treden, meenen wij goed te doen om, nu sedert het indienen van de oorspron- j kelijke plannen zooveel tijd verstreken is en de omstan- digheden sindsdien op sommige punten gewijzigd zijn, ietwat uitvoerig uiteen te zetten, waarom de toestand, zooals die thans bestaat, eigenlijk niet langer besten- i digd mag worden, om zoodoende aan te toonen dat, j nu de mogelijkheid van verbetering aanwezig, prak tisch uitvoerbaar en financiëel aanvaardbaar is, deze aangegrepen moet worden, wil men niet, dat een goede oplossing wellicht voor langen tijd van de baan zal blijken te zijn. Daar is in de eerste plaats de politie. Het gebouw aan het Hofplein, waarin deze dienst is gevestigd (de oude Hoofdwacht), voldoet in geenen deele aan de eischen, welke men tegenwoordig aan een hoofdbureau van politie in een gemeente als Leeuwarden, provinciale hoofdstad, redelijkerwijze stellen mag en stellen moet. Dit kan niet duidelijker blijken dan uit eene opsomming van de vele en ernstige gebreken, die aan het thans in gebruik zijnde bureau kleven. Deze opsomming is lang, maar wij meenen haar U toch niet te mogen onthouden. Er is in het bureau niet aanwezig een wachtkamer voor het publiek, niettegenstaande jaarlijks eenige dui zenden personen van allerlei rang en stand voor ver schillende doeleinden aan het bureau komen. Voor de agenten van politie le en 2e klasse is geen wacht- en werklokaal aanwezig; zij moeten zich ophouden in een soort portiershokje van den wachtcommandant. De agenten, belast met het verkeer, de agent, belast met de arbeidsinspectie en de havenpolitie verblijven in een vertrekje, dat tevens nog als wachtkamer dienst moet doen. Aangezien deze agenten zeer veel administratief werk hebben en jaarlijks honderden personen moeten hooren, kunnen zij uiteraard niet in de agentenwacht, waar trouwens ook nauwelijks plaats voor hen is, worden ondergebracht. Die agentenwacht zelf voldoet evenmin aan de eischeneen behoorlijke schrijf- en studieruimte ontbreekt er; zij moet wegens plaatsgebrek gebezigd worden voor de berging van een aantal rij wielen en tegelijkertijd dienst doen als wachtkamer voor nachtverblijvers, verdachte personen, enz. Voorts moet de wacht worden gebruikt als lokaal, waar de politie-geneesheer de eerste hulp aan gewonden ver leent, hetgeen niet anders kan geschieden dan bij een kraan, aangebracht boven een rioolkolk, voor welke primitieve inrichting de naam van fonteintje een te weidsche betiteling zou zijn en die met alle hedendaag- sche opvattingen omtrent hygiëne spot. En ten laatste dient dit wachtlokaal ook nog voor verblijf van arres tanten en minderjarigen, die nog niet of niet voort durend in een cel kunnen worden opgesloten. Een dag verblijf toch is voor die personen niet aanwezig. Dat de hygiëne in een dergelijk lokaal geheel zoek is, is duidelijk; het is dan ook telkens vol ongedierte en levert daardoor ook voor andere gedeelten van het gebouw gevaar op. Uit het vorenstaande is gebleken, dat er voor den geneesheer geen kamertje aanwezig is om personen te behandelen, die gewond zijn of die verkeeren in andere omstandigheden, welke een onmiddellijk onderzoek noodig maken. Maar ook voor het personeel is geen gelegenheid om zich flink te reinigen, hetgeen met name noodig is in geval het door verzet bij eene arres tatie vuil en gewond raakt of in aanraking komt met arrestanten die, zooals soms later blijkt, aan gevaarlijke besmettelijke ziekten lijden. Een droogkamer voor de natte kleeding van de agenten is niet aanwezig, zoodat de natte jassen aan haken in de agentenwacht te drogen moeten worden gehangen, hetgeen den gezondheidstoestand van dit personeel en de frischheid in het vertrek niet bevordert. De kamer voor den Inspecteur van Dienst is te klein, zij moet op geregelde tijden bovendien nog worden ge deeld met een Inspecteur van den Actieven Dienst, die daarin zijn administratief werk verricht temidden van personen, die aangifte doen of gehoord worden. De afdeeling Gevonden Voorwerpen en Keurings dienst van autobussen is ondergebracht in een klein vertrekje, waar niet de minste gelegenheid is voor het behoorlijk bergen van bedoelde voorwerpen. Geschikte ruimte voor archief, wapenen en kleeding ontbreekt geheel. De afdeeling fotografie en dactyloscopie, tegenwoor dig een zeer voorname afdeeling van den opsporings dienst, is noodgedwongen op den zolder ondergebracht. Een zeer nauwe toegang leidt tot deze afdeeling, waar voortdurend verdachten gebracht moeten worden. Be hoorlijk lichtvrij is deze ruimte niet en ook niet te maken. Bij daglicht kunnen geen foto's gemaakt wor den, omdat voldoende daglicht niet toetreden kan. Het 547

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 271