Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. van een te water geraken, gasverstikking en dergelijke ongelukken meer? De Commissaris van Politie heeft mij te kennen ge geven, dat ook bij dit systeem de zuiver politioneele ordemaatregelen kunnen worden gehandhaafd. Het tegenwoordige systeem is, dat bij elke brand melding, welke ook, de geheele betrokken wijkbrand- weer wordt opgeroepen opperbrandmeester, adjunct-opperbrandmeester, chef „reddingsbrigade", 2 brandmeesters, lbluschmeester, 2 technische bluschmeesters, x) technische beambte, 3 motordrijvers, 10 „Redders", 10 Brandgasten, totaal 31 a 32 menschen. Het groote verschil van. het voorgestelde met het bestaande systeem van opkomen is hierin gelegen, dat de vrijwillige brandweer slechts opkomt als aanvulling van de politie noodig is. Het zal in de practijk gebeuren dat in 80 van de 100 gevallen de vrijwillige brandweer niet opgeroepen behoeft te worden, welk getal nog kan stijgen naar mate sneller wordt uitgerukt en een grootere bedrevenheid aanwezig is. Ik stond in den beginne eenigszins sceptisch tegen over dit mij elders medegedeelde cijfer, maar bij nauw keurig onderzoek durf ik dit, bij het door mij voor gestane systeem, als volkomen juist te aanvaarden. Uit het tijdschrift „Vuur en Water" over de laatste drie jaar en uit de verslagen van de Brandweer alhier over de laatste tien jaar heb ik onderstaanden staat samengesteld, waarbij ik uitgezocht heb aan welke branden, in mijn systeem, de vrijwillige brandweer ver moedelijk te pas gekomen zou zijn; tevens heb ik deze uitkomst ook berekend, gebaseerd op die van drie beroepsbrandweren De eene in wijk 2, de andere in wijk 6 tevens gewoon Blusch- meester. Totaal brand meldingen Vrijwillige aan te pas in u/0 Van de branden, waar vrijwillige aan te pas kwam, zijn gebluscht met meer dan 3 stralen in °/o -+- 40 gemeenten 9735 1146 geen 13 °/0 282 24 V, °/o (totaal laatste 3 jaar) Leeuwarden (totaal laatste 3 jaar) 74 17 23 9 (totaal laatste 10 jaar) 261 52 20 onbekend, ver moedelijk 30 3 beroepsbrandweren (totaal laatste 3 jaar) 8387 545 6'/2 67 ruim 12 °/0 Uit dezen staat zijn diverse conclusies te trekken. Ter zake dienende zijn slechts deze dat aan te nemen, dat maar in 20 van de 100 ge vallen de vrijwillige brandweer behoeft opgeroepen te worden, volkomen gerechtvaardigd is; dat in snelheid en bedrevenheid in den aanvang alles is gelegen, want was deze overal even groot geweest als bij de beroepsbrandweren, dan was naar mijn opzet slechts in 6J^ van de gevallen een vrijwillige er aan te pas gekomen en ook dat deze beide eigenschappen later nog tot hun recht blijken te komen, daar de groote branden weder tot 12 van het aantal, in kolom 2 genoemd, konden beperkt worden. Tegenover een in het oog springend financiëel voor deel staat het nadeel, dat de groepen niet zooveel zullen opkomen, ofschoon zij dit gemeen hebben met het tegen woordige systeem (gemiddeld 26 brandmeldingen per jaar over de laatste 10 jaar, verdeeld over 6 wijken; bij den brand onlangs in wijk VI was deze afdeeling zeker niet in de laatste 6 jaar voor brand opgeroepen). In dit nadeel is echter gemakkelijk te voorzien door meerdere oefening. I Mijn opzet is geweest om een brandweertechnisch volmaakter geheel te krijgen en niet om te trachten op de brandweeruitgaven te bezuinigen; toch geloof ik, dat deze aangename omstandigheid er mede gepaard gaat. Ik heb in de hierna volgende becijfering de uitgaven niet gedrukt, maar ik heb ook niet opgenomen uitgaven, die nu ook niet in de rekening van de Brandweer voor komen, als bijv. rente of afschrijving van het in het materieel gestoken kapitaal. Een nieuwe oproepin- richting zou ook bij het tegenwoordig systeem zeker niet goedkooper zijn, aanschaffing van leeren kleeding idem; deze factoren kunnen dus buiten beschouwing blijven. Als basis heb ik genomen de Rekening van de Brand weer over 1931, van welk jaar geen bijzondere omstan digheden bekend zijn, behalve één waarmede rekening is gehouden. Deze rekening sluit met een totale uitgave van 16.315.97 buitengewone uitgaven 1.300.— blijft ter vergelijking 15.015.97 554 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. BijlOffC ÏIO23, I. Aanschaffing en onderhoud materieel. Hierop is in 1931 uitgegeven 3.297. waarvan tot een bedrag van circa 1300.— voor inrichting van bewaarplaats Posthoornsteeg e. a.wat als buitengewone uitgaven zijn te beschouwen; (een paar zware onderhouds- posten staan tegenover onderhoudskosten aan te schaffen auto). Gewone uitgaven II. Vaste bezoldigingen commandant (eventueel vrij wonen)f 500.— ondercommandanten a 250.—500.— administrateur a 200.—200.— ploegmeesters a 150.— 600.— motorrijders of -drijvers a 150.— (eventueel vrij wonen) 450.— manschappen a 25.— 900.— technisch beambte1.500. vergeten personen of die blijken nog aangesteld te moeten worden200.— III. Uurloonen. (Hieronder zijn ook geboekt stalling van tractor in particuliere garage, voortdurend beschikbaar stellen van een chauffeur daarvoor; stalling brand ladders); salaris hooiïnspecteur; abonnement praamhuur Schilkampen, assu rantie e. d.) wachtdienst (vrijwel uitsluitend gedurende de kermis; eenige combinatie met politie lijkt mij ook hier mogelijk)500.— oefeningen (in 1931 303.500.— Loonen brandblussching. (Het totaal der loonen is in de laatste 5 jaar gemiddeld 1850.per jaar geweest; in 1931 hebben de 26 branden ge middeld gekost 70.— per stuk.) Te rekenen 30 branden. 80 c/c kosten gemiddeld 15.per stuk 360. 20 100.— 600.— 960.— assurantie, praamhuur, loon hooideskundige, enz. 500.— IV. Verdere uitgaven bijthakken, enz200.- schrijf- en drukloon200. telefoon200. (Uitgegeven in 1931 3266.24; deze post zou ook grootendeels vervallen bij een nieuwe oproepinrichitng, tenzij voor Brand meesters de jaarlijksche vergoeding zou verhoogd worden we gens vervallen van een vrije telefoon; in dezen post is ook opge nomen abonnementskosten aan het Rijk voor oproepinrichting circa 400. abonnement nieuwe oproepinrichting 500.- licht en verwarming250.- onvoorzien Zou bij ander systeem vermoedelijk geweest zijn 2.000.- 4.850.- 2.460.- Uitgegeven in 1931 (rond) 2.000.- 6.009.- 3.391. 3.616.- 1.350.— 1.000.- 11.660.- 15.016.— Ten slotte nog een enkele beschouwing. Ik stel er prijs op te kennen te geven, dat deze ge- heele opzet gemaakt is, omdat ik meen, dat als er gele genheid komt huisvesting van Politie en brandweer- materieel te combineeren, er, gebruik makend van alle technische hulpmiddelen, een nog betere brandweer dienst voor de gemeente kan ontstaan. Het tegenwoordige systeem is historisch gegroeid vroeger kon het niet anders en niet beter; naar mijn overtuiging thans wel. Dit wil niet zeggen, dat de vele personen, thans bij de Brandweer betrokken, niet gedaan hebben, wat zij konden; ik heb altijd den indruk gekregen, dat ieder individueel deed, wat hij kon en moest doen en er velen bij waren, die zich zelf niet spaarden. Gevolgen zijn er bijna altijd aan een verandering van een systeem verbonden; men houde slechts in het oog, dat men dit niet verandert öm de gevolgen, maar dat deze slechts uitvloeisel zijn van een omzetting, die men meent in het algemeen belang te moeten door voeren als daarvoor de mogelijkheid geschapen is. Leeuwarden. November 1932. De Burgemeester, M. VAN BEYMA. 555

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 275