Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage HO24. Bijlage no. 24. Aan den Gemeenteraad. VERSLAG van Rapporteurs omtrent het ver handelde in de sectie-vergaderingen van den Gemeenteraad met MEMORIE VAN ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders, betreffende de ontwerp-be- grootingen voor het dienstjaar 1933 (bij lagen no. 21 van 1932 en nos. 1 en 2 van 1933). SECTIE VERSLAG. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Bijna algemeen uitte men zijn waardeering over het feit, dat Burgemeester en Wethouders een sluitende begrooting hadden kunnen aanbieden, welke niet be langrijk afweek van haar voorgangster. Vrijwel algemeen was de klacht, dat de begrooting zoo laat was ingediend. Tijd voor nauwgezette bestu deering had ten eenenmale ontbroken. Men was van meening dat de late indiening een gevolg was van het stelsel dat door Burgemeester en Wethouders wordt gevolgd. Men zou, zoo werd betoogd, prefereeren een vroegere indiening. Mocht dit later eventueele begrootings- wijzigingen tot gevolg hebben, dan wenschte men dat te aanvaarden. Daarentegen uitte een lid zijn waardeering over de tijdige toezending en de duidelijke en overzichtelijke vorm en samenstelling van de betrekkelijke stukken. Enkele leden hadden bezwaren tegen de h. i. hooge uitkeering van het Electriciteitsbedrijf. Zij noemden deze een indirecte belasting, die in onevenredige mate drukte op de minst gegoeden, en achtten het niet juist, dat de Gemeente in verband met haar monopolie zulke groote winsten maakte. Sommige leden verzochten aan Burgemeester en Wethouders om den electriciteits- prijs tot redelijke proporties terug te brengen en ver onderstelden, dat er wel objecten waren, welke voor bezuiniging in aanmerking kwamen. Als zoodanig noemden zij het Bewaarschoolonderwijs, de salarissen en loonen en de subsidies (behalve die voor armenzorg) Een belastingverhooging om de electriciteitsprijs te kunnen drukken, zou van die zijde worden aanvaard. Een voorstel in dien geest werd aangekondigd. Door één der leden werd in overweging gegeven een verlaging van 5 cent per K.W.U. voor het enkeltarief. Verlaging der gasprijzen werd van die zijde niet wen- schelijk geoordeeld, omdat hierop bij iets stijgende kolenprijzen misschien zou moeten worden terug gekomen, terwijl de gasprijs niet overdreven hoog werd geacht. Een lid achtte het echter bedenkelijk de winst van het gasbedrijf in de gemeentekas te storten. Een ander lid drong meer in het bijzonder aan op een speciaal tarief voor de kleinere winkelstand en achtte het gewenscht de minimumgrens voor een spe ciaal tarief te verlagen tot een gegarandeerd jaarver bruik van 2000 K.W.U. Dat de groote winst uit het electrisch bedrijf was aangewend om de begrooting sluitend te maken kon wel de goedkeuring van verschillende leden wegdragen, al was de groote winst ook h. i. niet zonder bedenking en behielden zij zich het recht voor daarop bij een volgende begrooting terug te komen. Sommigen waren echter van meening, dat nu men de begrooting met deze groote winst had sluitend ge maakt er op moest worden gerekend, dat de inkomsten uit de verschillende belastingen in de eerste jaren minder zouden worden. Daar niet kon worden verwacht, dat de winsten nog zouden stijgen waren sommige leden MEMORIE VAN ANTWOORD. Van deze uiting van waardeering hebben wij met erkentelijkheid kennis genomen. Wat betreft het tijdstip van indiening der ontwerp begrotingen meenen wij te moeten volstaan met te verwijzen naar hetgeen dienaangaande bij vorige ge legenheden onzerzijds zoo schriftelijk als mondeling in het midden is gebracht. Onder opmerking, dat het verlagen van den electrici teitsprijs niet tot de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders doch tot die van den Raad behoort, zij medegedeeld, dat wij de indiening van een voorstel, als hier wordt aangekondigd, afwachten. Het heeft geen zin om over de strekking en de eventueele gevolgen daarvan in beschouwingen te treden, zoolang ons dat voorstel niet in bijzonderheden bekend is. Voor de storting van de winst der Gasfabriek in de gemeentekas geldt hetgeen wij dienaangaande mede deelden op blz. 513 der Memorie van Antwoord van het vorige jaar (bijlage no. 22). Het minimum gegarandeerde jaarverbruik, waarvan hier sprake is, bedraagt thans 5000 K.W.U. Wij hebben bereids voorgesteld deze grens tot 3000 K.W.U. terug te brengen; voor een verdere verlaging, n.l. tot 2000 K.W.U. vinden wij geen vrijheid. 557

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1932 | | pagina 276