Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932.
SECTIEVERSLAG.
MEMORIE VAN ANTWOORD.
niet gerust voor de komende jaren. Een zuinige politiek
werd dan ook wenschelijk geacht.
Dat het College op verschillende onderdeelen had
bezuinigd werd met waardeering geconstateerd. Ge
vraagd werd echter wel of die bezuinigingen niet veel
eerder toegepast hadden kunnen worden.
Een der leden achtte de begrooting in het algemeen
te optimistisch, de inkomsten uit .de belastingen te hoog
geraamd en de uitgaven hier en daar te laag getaxeerd,
terwijl hij bovendien nog wees op het dubium dat nog
in de begrooting schuilt, tengevolge van de blijkens de
aanbiedingsbrief nog met de Provincie in gang zijnde
onderhandelingen.
In verband met de ook voor het jaar 1934 stellig te
verwachten lagere belastingopbrengst achtte hij het
gewenscht reeds thans een deel van het batig saldo
van het vorig dienstjaar te reserveeren voor 1934 en
een aldus ontstaand tekort te dekken door verdere ver
laging der salarissen met twee procent, door lagere
storting in het stratenfonds en door stopzetten van de
veranderingen aan schoolgebouwen. Hij wees in het
bijzonder op het groote verschil tusschen de loonen der
ongeschoolde werklieden in Gemeentedienst en de
loonen zoowel van geschoold als ongeschoold personeel
in particulieren dienst. Van andere zijde werd tegen
verdere loonsverlaging ernstig protest aangeteekend.
Een ander lid was ook in het algemeen voor loons
verlaging. Hij was van oordeel, dat de handhaving van
de loonen der gemeentewerklieden op een hoog peil de
werkverruiming en de werkgelegenheid niet bevorderde.
De Gemeente was z. i. geen maatgever van het loon.
Dit moest men afmeten naar de particuliere bedrijven;
deze waren er eerst en toen kwam de Overheid. Een
zich aanpassen aan de tijdsomstandigheden zou de wel
vaart van den werkman bevorderen.
Een der leden was van meening, dat de financieele
toestand niet gunstig was. Een ander was van oordeel,
dat het resultaat met deze begrooting verkregen uiterst
slap was.
Wat, zoo werd gevraagd, zal het batig saldo van den
dienst 1932 wezen?
Hetzelfde lid was van oordeel, dat de tegenwoordige
tijd niet gunstig was om over te gaan tot verlaging der
tarieven.
Men had, zoo werd betoogd, het niet vreemd gevon
den indien Burgemeester en Wethouders in verband
met den slechten toestand hadden overwogen om tot
verdere salarisverlaging te komen.
Gevraagd werd een overzicht van alle salarissen en
loonen van het gemeentepersoneel, dit ter beoordeeling
van de druk der dit jaar ingevoerde loonkorting van
3
Heeft het college, zoo vroeg men, onder de oogen
gezien eventueele verhooging der pensioensbijdragen
Verschillende andere leden achtten deze beschou
wingen niet juist. Zij kantten zich tegen loonsverlaging
en eveneens tegen belastingverhooging en andere mid
delen om tot verlaging van den electriciteitsprijs te
kunnen geraken. Het belang van Leeuwarden als win-
Het ligt voor de hand, dat de hier bedoelde bezui
nigingen ook wel eerder hadden kunnen worden toe
gepast; dit was echter tot nog toe niet noodzakelijk en,
waar bezuinigingen als de onderhavige in den regel de
verzorging der daarbij betrokken belangen in min of
meerdere mate aantasten, juist daarom niet wenschelijk.
De ook thans weer herhaalde opmerking, dat de
begrooting ,,in het algemeen te optimistisch" zou zijn,
mogen wij beantwoorden met eene verwijzing naar
hetgeen wij daaromtrent laatstelijk ten vorigen jare
onder de aandacht van den Raad brachten (bijlage no.
22 van 1931, blz. 510, 2e kolom).
De onderhandelingen met de Provincie vergen nu
eenmaal vrij veel tijd. Wanneer de indiening van de
begrooting daarop had moeten wachten, zou van een
tijdige aanbieding in het geheel geen sprake kunnen
geweest zijn.
Aangezien de noodzaak van het treffen der hier aan
bevolen financiëele maatregelen naar ons oordeel voor
alsnog niet aanwezig, noch ook aannemelijk gemaakt is,
hebben wij geen termen gevonden om in die richting
stappen te doen. Dit geldt evenzeer voor de hier ge-
wenschte loonsverlaging.
De bedoeling van de opmerking ,,dat het resultaat
met deze begrooting verkregen uiterst slap" is, ontgaat
ons, vermits wij niet weten welk „resultaat" het hier
aan het woord zijnde lid voor oogen staat.
Hoe groot het batig saldo van den dienst 1932 zal
zijn, is thans nog niet te zeggen.
Het onderwerp salarisverlaging is hierboven reeds
ter sprake gekomen.
Wij hebben tegen samenstelling van een dergelijk
overzicht, indien de Raad zulks wenscht, geen bezwaar;
het kan intusschen uit de begrootingen en de ter visie
liggende stukken worden verkregen.
Deze vraag wordt, onder verwijzing naar het hier
boven omtrent loonsverlaging opgemerkte, ontkennend
beantwoord.
558
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijlage no. 24.
SECTIEVERSLAG. MEMORIE VAN ANTWOORD.
kelstad was niet gediend door een verlaging der loonen;
loonsverlaging bracht geen werkverruiming mede; het
werd niet juist genoemd om de loonen tot sluitpost der
begrooting te makende ambtenaren en werklieden
stonden anders steeds bij het particulier bedrijf ten
achter. Men wenschte het bewaarschoolonderwijs en de
uitgaven voor cultureele doeleinden te handhaven.
Een lid betreurde in dit verband, dat er toch eenige
korting op sommige subsidies werd toegepast en een
ander lid, dat sommige subsidies niet konden worden
verleend.
Een der leden was van meening, dat de belasting die
in deze gemeente werd geheven, niet naar draagkracht
was.
Hij zou willen bepleiten een progressieve Personeele
belasting. Ditzelfde lid bleek ook een voorstander van
progressieve opcenten op de Gemeentefondsbelasting.
Een ander lid was het hier niet mee eens. Progressie
op progressie werd minder juist geacht.
Daar belastingheffing „naar draagkracht" geen vast
omlijnd, maar integendeel een zeer relatief begrip is, is
verschil van meening dienaangaande zeer wel mogelijk.
Met betrekking tot de invoering van eene progres
sieve opcentenheffing voor de gemeentefondsbelasting
hebben wij ten vorige jare het standpunt van ons Col
lege omstandig uiteengezet, zulks naar aanleiding van
een toen eveneens in het sectieverslag gemaakte op
merking. Ten einde niet in herhaling te vervallen, zij
het ons veroorloofd daarheen te verwijzen (Handelin
gen 1931, blz. 271 en 272).
Een der leden vroeg of Burgemeester en Wethou
ders niet wat al te ver gingen met het stop zetten van
de uitvoering van werken tengevolge waarvan het ge
vaar zou kunnen ontstaan dat aan de eene kant aan
steun zou moeten worden uitgegeven, wat aan de
andere kant werd bespaard. Van andere zijde werd met
genoegen geconstateerd, dat Burgemeester en Wethou
ders nog kans hebben gezien de uitvoering van twee
groote werken in de begrooting op te nemen.
Gezien de voor 1933 voorgestelde en in uitzicht ge
stelde groote werken, kan onzes erachtens niet worden
gezegd, dat ons College te ver gaat met het stopzetten
van de uitvoering van dergelijke werken.
In overweging werd gegeven alsnog het overige deel
van de Noordersingel ter hand te nemen.
Met de voorgenomen verandering van den Noorder
singel tusschen Harlingersingel en Singelstraat zal
reeds een groote verbetering worden verkregen, waar
mede voor het komende jaar naar ons oordeel kan
worden volstaan. Wij zijn bereid te zijner tijd te over
wegen of verbetering van het overige gedeelte van
dezen weg in 1934 ter hand behoort te worden ge
nomen.
Gevraagd werd een overzicht van het stratenfonds.
Een der leden zou Burgemeester en Wethouders nog
de volgende vragen willen voorleggen
Zijn Burgemeester en Wethouders bereid alsnog het
instituut van een schooltandarts onder oogen te zien
Zijn Burgemeester en Wethouders bereid alsnog een
subsidie voor de Vereeniging Leeuwarder School- en
Kinderwerktuinen te overwegen
Zijn Burgemeester en Wethouders genegen nu het
terrein op het Oldehoofsterkerkhof zal worden inge
richt tot autoparkeerterrein, dat gedeelte van de vee
markt, dat tengevolge van de crisisvarkenswet vrij
komt, in te richten voor kippenmarkt?
Zijn Burgemeester en Wethouders bereid maatrege
len te nemen, opdat ook voor het verplegend personeel
van het Stadsziekenhuis een 48-urige werkweek geldt?
Hetzelfde lid drong nog aan op spoed in zake de
kwestie der radiodistributie.
Een overzicht van het z.g. stratenfonds is alsnog bij
de stukken gevoegd.
Deze beide vragen moeten wij op grond van het in
den aanbiedingsbrief medegedeelde ontkennend beant
woorden.
Bij het voorstel in zake het Oldehoofsterkerkhof, dat
U in den loop van 1933 zal bereiken, zal tevens een
andere plaats voor de kippenmarkt worden aangegeven.
Te dezer zake zullen wij een onderzoek instellen.
Deze aangelegenheid is nog in overweging.
Gevraagd werd nog naar het stadium waarin het
onderzoek naar de sluiting der kapperswinkels verkeert,
eveneens naar de stand der enquête in zake de winkel
sluiting en die in zake de bijverdiensten van ambte-
Omtrent de sluiting van de kapperswinkels (lees:
kapperssalons) hebben wij een briefwisseling met den
Minister van Economische Zaken en Arbeid gevoerd,
waaruit is gebleken, dat bij de Regeering tegen een
559