Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932.
INKOMSTEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst.
OMSCHRIJVING DER INKOMSTEN.
Werkelijke
inkomsten
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Transporteeren.
Schoolgelden
De primitieve schoolgeldlijst voor 1930/1931 wijst
een totaal aan van ƒ20.287.28. Daar voor dat jaar ook
nog suppl. lijsten zullen worden opgemaakt, kan de op
brengst voor 1932 geraamd worden op ƒ21.000.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 86 der
Lager-onderwijswet 1920
Vergelijk de bij de begrootingsstukken overgelegde
specificatie.
Uitkeering van gemeenten ingevolge art. 104,
eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920
Aan uitkeering zal in 1932 ontvangen kunnen worden
ƒ4.190.61. Deze berekening is gebaseerd op de be
dragen welke aan de besturen van bijzondere scholen
ingevolge art. 101 der Lager-onderwijswet 1920 zullen
worden verstrekt. V.g. de bij de begrootingsstukken
overgelegde specificatie.
Tegemoetkoming van het Rijk in de jaarlijksche
vergoeding voor terreinen en gebouwen van bij
zondere lagere scholen ingevolge art. 205, zevende
lid, der Lager-onderwijswet 1920
Uitkeering van andere gemeenten in de aan school
besturen te betalen vergoeding, bedoeld in art. 205
der Lager-onderwijswet 1920
Krachtens het bepaalde bij art. 205, 6° lid, der Lager-
onderwijswet 1920, kunnen uitkeeringen worden ont
vangen ten bedrage van 1.019.94. Vergelijk de bij
de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Rente van waarborgsommen, gestort door be
sturen van bijzondere scholen
Van 1922 tot 1 September 1931 is ontvangen aan waar
borgsommen 126.764.41, waarvan ten behoeve van het
lager onderwijs 121.900.47.
Gerekend wordt op eene rente van 41/2 's jaars,
makende 5.485.52. In verband met eventueel nog te
ontvangen waarborgsommen wordt deze post geraamd
op 5.550.Zie volgno. 448.
Terugontvangst van pensioensbijdragen verschul
digd door besturen van bijzondere scholen voor per
soneel, wier jaarwedden ingevolge art. 100 der l.o.-
wet 1920 door de gemeente zijn vergoed
In verband met de ontvangsten over 1930 geraamd op
ƒ1.900.—.
Zie volgno. 447.
Teruggaaf door besturen van bijzondere lagere
scholen van te veel ontvangen bijdragen ingevolge
art. 101 der l.o.-wet 1920
Niet bekend is of teruggaaf zal plaats hebben.
23.584
2.390
37
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen,
85
1.120
4.080
86
60 5.450
1.870 36
1.808 15
22.000
3.407
3.000
36
1.050
21.000;-
3.835:65
4, i 90 61
1.019 94
5.550 -
1.650
1.900 -
memo rie
34.915 19
37.157 36
37.496 j 20
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1932. Bijl. no. 1.
UITGAVEN, HOOFDSTUK VIII, 7, gewone dienst.
OMSCHRIJVING DER UITGAVEN.
Werkelijke
uitgaven
volgens de
laatst
vastgestelde
rekening.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
435 Belooning als bedoeld in art. 33, tweede lid, der
.ager-onderwijswet 1920, toe te kennen aan onder
wijzers, verbonden aan in de gemeente gevestigde
bijzondere scholen, welke voor rijksvergoeding in
aanmerking komen
Ingevolge artikel 33, 2e lid, der Lager-onderwijswet,
is de raad gehouden tot toekenning van gelijke beloo
ningen aan de onderwijzers, verbonden aan de in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen, als die verleend
worden aan de onderwijzers van openbare scholen voor
het bezit of het gebruik maken van bevoegdheden waar
voor geen wettelijke akten van bekwaamheid verkrijgbaar
j zijn, alsmede op grond van hunne aanwijzing tot plaats
vervangend hoofd.
Voor 1932 geraamd op ƒ1.150.
Kosten van instandhouding van schoolgebouwen,
welke in bruikleen zijn gegeven aan besturen van
bijzondere scholen als bedoeld in art. 101, zesde lid,
der Lager-onderwijswet 1920
Er zijn geen scholen in bruikleen gegeven.
437 Vergoeding aan schoolbesturen wegens erfpacht
van het schoolterrein, als bedoeld in art. 101, zesde
lid, der Lager-onderwijswet 1920
438 Vergoeding aan schoolbesturen wegens huur van
gebouwen en terreinen, als bedoeld in art. 205bis
der Lager-onderwijswet 1920
439 Vergoeding aan besturen van bijzondere scholen
voor de kosten van schoollokalen, bedoeld in art. 84
j der Lager-onderwijswet 1920
Deze vergoeding is niet verschuldigd.
440 Uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der
ager-onderwijswet 1920
441 Vergoeding ingevolge art. 100 der Lager-onder
wijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen,
welke voor rijksvergoeding in aanmerking komen,
voor aan die scholen verbonden boventallige onder
wijzers
In 1929 is over het jaar 1927 uitgekeerd 23.605.02
j en in 1930 over het jaar 1928 28.169.96.
Voor 1932 wordt geraamd 29.000.
442 Vergoeding aan schoolbesturen als bedoeld in art.
101, negende lid, der Lager-onderwijswet 1920
Evenals vorige jaren zal de gemeente ook over 1932
aan de besturen der bijzondere scholen, aan welke vak
onderwijzers werkzaam zijn, daarvoor krachtens art. 101,
j 9e lid, een vergoeding moeten toekennen.
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Vergoeding van de kosten van instandhouding van
ijzondere scholen, bedoeld in art. 101, ie lid, der
lager-onderwijswet 1920
Zie de bij de begrootingsstukken overgelegde specificatie.
Transporteeren.
1.020
83
GERAAMD BEDRAG
in het
vorig jaar.
thans
voorgedragen.
1.050
1.150
121
28
200 -
200
28.169: 96
29.000 29.000
8.400
9.412 13
53.518 i 29 I 56.200!
57.327, 08
82.830 36 1 94.850 97.089 21
72
73