73 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^-» BIJLAGE NO. 18. BIJLAGE NO. 18. Aan den Gemeenteraad. Uit onze mededeelingen in Uwe Vergadering van 7 Februari jl. is U bekend dat de toestand van de boerderij aan de Potmarge bewoond door P.BERGSMA, zeer veel te wenschen overlaat, zoodanig zelfs dat vernieuwing noodzakelijk moet worden geacht en niet langer kan worden uitgesteld. Volgens het laatste rapport van den Directeur der Gemeentewerken dd. 31 Januari ljjk-,treedt in toenemende mate verzakking van de boerderij op,tengevolge waarvan de nok van de schuur aanmerkelijk is doorgezakt en de zijd©lingsche druk op de muren steeds grooter wordt, Voorloopig is hierin voorzien, maar niettemin blijft het gevaar voor instorting aanwezig. Ook in de stallen neemt de verzakking toe,zoodat de ligplaat sen van het vee niet droog kannen worden gehouden hetgeen van dèrT'h'üüiftljd, 5 Maart/12 Mei_ 193*3'"nletjrieè'r geschikt "zal" "zTjn""voor" net 0ëdrt~jT",~zotLatJ cle''daarbTj" Tëeh'öö'r'e h"d e anxilaiaita ee jzaddbasaopabrii^l diau/Botmair gfn. vetftofcitaraMtix8eisiic-v Jeeen eb stfcnlq obleJsejjUoov el Job Wij achten dan ook den tijd g'ekomen ronr over -te- "gaan tot den bouw van een nieuwe boerderij aldaar,ge schikt voor de exploitatie van ongeveer 100 x 36 f- Are land,en hebben derhalve een plan voor den bouw van een nieuwe zathe doen opmaken. De kosten daarvan met inbegrip van het afbreken der oude zathe,worden geraamd op circa f .21).. 000.-, waar in begrepen de bouw van een bij schuur en f.2550.- voor algemeene onkosten. Indien heipalen van 5 Meter lengte,in plaats van 10 Meter kunnen worden gebruikt,dan wordt de begrooting f.1000.- lager. De Commissie voor de openbare werken kan zich, blijkens haar schrijven van 10 Januari 11.,met het ingezonden plan vereenigen. Naar aanleiding van de in Uwe Vergadering van 7 Februari jl. gehouden besprekingen,hebben wij de vraag,die daarbij op den voorgrond trad, n.l. of het geon laanbeveling ver dient de landerijen van de thans bestaande zathe als los land te verhuren, nader óverwogen en den deskundige voor de gemeentelijke landerijen daarover nogmaals gehoord. Zijn desbetreffend rapport van 1 ip Februari jl. wordt hierbij overgelegd Daaruit zal U blijken dat bij verhuring als los land van een betrekkelijk groot complex landerijen moeilijk heden zullen rijzen,die tot een gemiddeld lageren huurprijs moeten leiden dan wanneer het land bij een boerderij wordt verhuurd. Hierin ligt het antwoord op de vraag, in Uwe Vergadering van 7 Februari gesteld,op welken grond óné "Collègè vah' oordeel is dat het finarlciëel belang der gemeente medebrengt "den "grónd" "me~f "een UP'Sha er ij" "te "expln i teer en Laï-'Moge .al ldie. hufu.rpr.ij s- van we.ilapd thans laag, zijny_ zij kan althans, in 'dit 'geval waar een zekere oppervlakte minder gagadigd is) nog meer-dalen bij verhuring-~als-los land Een ander nadeel schuilt in het feit dat,bij verhuring van z.g. los land,dit niet de goede behandeling ontvangt, die de huurder van een zathe en landen het verstrekt. De bemesting wordt in het eerste geval vaak zoo beperkt mogelijk gedaan ,het onderhoud bepaalt zich dan tot het hoogstnoodige kortom in het algemeen kan worden gezegd dat het land achteruitgaat. Daarom ook verdient het o.i. aanbeveling de lande rijen samen te voegen en bij een boerderij te verhuren. Wat de plaats betreft,waan de nieuwe boerderij moet komen te staan,blijven wij ook,na overweging van hetgeen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 221