157
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 193^» BIJLAGE NO. 5^«
ONTWERP. VERORDENING houdende bebouwingsvoor
schriften voor het terrein, gelegen
tusschen de Dell-, Java-, Sumatra- en
Soendastraat
artikel 1.
Voor den aard van de bebouwing op en voor het gebruik van
het terrein, begrensd ten Noorden door de Delistraat, ten
Oosten door de Javastraat, ten Zuiden door de Sumatrastraat
en ten Westen door de Soendastraat, gelden de in de navolgende
artikelen vervatte voorschriften.
Art. 2.
Het terrein is bestemd voor open bebouwing; er mogen slechts
vrijstaande blokken van twee of van drie woningen op worden
gebouwd
Ar tJ
De breedte van een blok van twee woningen mag ten hoogste
10.26 Meter bedragen; die van een blok van drie 'woningen
15.32 Meter.
Art.
De ruimte tusschen de woningblokken moet ten minste 5 Meter
bedragen, in dier voege, dat de ligging en de groepeering van
de woningblokken op het terrein, zoomede de ligging van de
stegen tusschen de perceelen, moet zijn overeenkomstig de bij
deze verordening behoorende teekening. De bedoelde stegen zijn
op die teekening met enkele arceering aangegeven.
Met schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders
mag ten aanzien van de stegen van de teekening werden afgeweken,
doch uitsluitend overeenkomstig de bij die toestemming te
voegen teekening.
ar t5
De woningen moeten worden afgedekt met van zoogenaamde
wolfseinden voorziene zadeldaken, waarvan de nokken moeten
zijn gelegen op ten minste 7.5O Meter en ten hoogste 8.50 Meter
boven de kruin van den weg en de dakgoten op ten minste 2.50
Meter en ten hoogste 2.80 Meter boven de kruin van den weg.
Art. 6.
De op het terrein te stichten gebouwen moeten - behoudens
het bepaalde in artikel 7? tweede lid - uitsluitend worden
bestemd tot en gebezigd als woonhuizen. Daarin mogen geen
winkels, werkplaatsen, bedrijven, neringen of opslagplaatsen
worden gevestigd of uitgeoefend.
Art. 7.
De onbebouwd blijvende ruimte moet uitsluitend worden inge-
richttot en gebezigd als voor-, zij- en achtertuin en mag niet
worden gebruikt als opslagterrein.
Evenwel mogen met toestemming van Burgemeester en Wethouders
eenvoudige schuurtjes achter de woningen worden gebouwd. De
tweede zin van artikel 6 is op deze gebouwtjes van toepassing,
behalve voor zoover het betreft opslagplaatsen voor eigen
huishoudelijk gebruik der bewoners.
Ar t8
De voortuinen moeten met lage hekwerken, met ligusterhagen,
of met beide afgescheiden zijn van de openbare straat. Dq
overige perceelsscheidingen, waaronder begrepen de afschei
dingen van de stegen, moeten bestaan uit ligusterhagen, met of
zonder hekwerk niet hooger dan 1 Meter.
138
Bijlage tot hef verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 195^-* BIJLAGE NO. 5^-«
Art. 9
De op hef terrein te plaatsen boomen, aangegeven op de
in artikel lp bedoelde teekening, zullen door en voor rekening
der gemeente vokc. geplant en onderhouden. Het planten
van 'boomen op het terrein is, tenzij mot toestemming van
Burgemeester en "iethouders, verboden. Eveneens is het ver
boden de van gemeentewege geplante boomen te verwijderen,
te snoeien of te schaden.
Art, 10.
Het op de in artikel I4. bedoelde teekening met kruis ar
ceering aangegeven terrein is bestemd voor den bouw van een
gemeentelijk transformatorstation c.a., alsmede voor toe
gangspad daarheen, terwijl de met een bloklijn aangegeven
terreinstrook, evenals het bedoelde toegangspad, bestemd voor
het daarin leggen van kabels naar en van het transformator-
station.
Art. 11.
De artikelen 2, 3, lp, 5 en 6 zijn eveneens van toepassing
op het geheel of voor een gedeelte vernieuwen of varanderen
en het uitbreiden van de bestaande of de toekomstige bebouwing.
Art, 12,
Het is verboden op het in artikel 1 vermelde terrein te
bouwen of gebouwen geheel of voor een gedeelt te verbouwen
of te vera: euwen, of te veranderen of uit te breiden anders
dan in overeenstemming met de eischen, in deze verordening
aangegeven.
Ar t13.
Het is den eigenaar, don gebruiker, zoomede ieder die
krachtens eenig zakelijk recht de beschikking over die
goederen heeft, verboden het in artikel 1 vermelde terrein,
de daarop opgerichte gebouwen, de erfafscheidingen, cf de
voor, zij- en achtertuinen te doen of laten verkeeren in een
toestand', welke in strijd is met een of meer bepalingen dezer
verordening.
Ar tlip
Overtreding van de bepalingen dezer verordening, voor
zoover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld,
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden cf
geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.
Verzonden 2i|. Apri] 195'+-