151 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^« BIJLAGE NO.66 BIJLAGE NO.66. Aan den Gemeenteraad. De Pensioenraad te 1sGravenhage heeft op onzerzijds gedaan verzoek bericht, dat hij bereid is het restant ad f 55557 der bij Uw besluit van 5 Juni 1928 (bijlage no.12' van 1928) met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te 'sGravenhage aangegane geldleening ad f [(.51 614.557» rentende 'sjaars, te converteeren in een lpit leening tegen parikoers. Volgens de thans loopende overeenkomst is extra aflossing alleen toegestaan op den verschijndag der gevo ne jaarlijksche aflossing, i.e. 2 Juli, mits daarvan ten minste eén maand tevoren wordt kennis gegeven. Het contract houdt voorts de bezwarende bepaling in, dat bij extra-aflossing binnen vijf jaren na het sluiten der overeenkomst van het extra af te lossen bedrag vergoeding moet worden betaald, doch daar op 2 Juli 1933 bet zesde jaar van den looptijd der leening is ingegaan, heeft deze bepaling hare kracht verloren. In de ontwerp-overeenkomst der op 2 Juli a.s. te slui ten nieuwe leening komt een dergelijke bepaling weliswaar weder voor, doch hiertegenover staat het voordeel van een leening, die tegen een lager rentepercentage- Ip^- %- en tegen parikoers zal worden aangegaan. Het aflossingsplan blijft voor den duur der leening (26 jaren) ongewijzigd en is derhalve een voortzetting van dat der in 1928 gesloten leening. De overige bepalingen der ontwerp-overeenkomst zijn de gebruikelijke voorwaarden zooals deze door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds bij het sluiten van onderhandsche geldleeningen worden gesteld. Wij meenen, dat thans het juiste tijdstip is aangebro ken, om tot conversie van deze leening over te gaan en achten de aanbieding van den Pensioenraad voldoende gunstig om haar te aanvaarden. Onder mededeeling, dat de Financieele Commissie zich met ons voorstel kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te 'sGravenhage op 2 Juli 1931+ een onderhandsche geldleening aan te gaan ten bedrage van f 355«^-5«57> rentende ipj sjaars tegen parikoers, zulks ter aflossing van het restant der geldleening, oorspronkelijk groot f lp51 6I4.557 a lps aangegaan met genoemd fonds bij Uw besluit van 5 Juni 1928, en daartoe te nemen het in ontwerp hierachter afgedrukte besluit. Leeuwarden, 3 Mei 193^4- Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, RITMEESTER,1.Burgemeester. E.SCHOTMAN,Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 284