1926 no.33)« Eenig artikel. Ib6 1.verbod tot het dragen van insignes of uniformkleeding- stukken; 2.verbod tot het aanbrengen van uiterlijke,niet nationale kenteekenen aan ambts- of dienstwoningen; 3.ontslag wegens revolutionnaire gezindheid,lidmaatschap van of steun aan z.g.verboden vereenigingen; 4.ontslag van de huwende ambtenares en van de ambtenares, die in concubinaat gaat leven; 5.financieele aanspraken van den ambtenaar,die in mili tairen dienst is; 6«wijziging van de wachtgeldverordening in verDand met P 7.rangorde bij afvloeiing van personeel,in verband met punt 4. Wij zijn van oordeel,dat het gewenscht is aan het verlangen van den Minister gevolg te geven en hebben deze bepalingen daarom in de verordening overgenomen (zie de artt.21,31» 32,33,34,53,2e lid sub f en 3e lid, 59 en 60);in verband daarmede is voorts de hierna vermeide wijziging van de wachtgeldverordening ontworpen. Uit haar hierbij gevoegd advies blijkt,dat de Commissie voor Georganiseerd Overleg zich,behoudens ten aanzien van de hierna genoemde punten,geheel met het ontworpen regle ment kan vereenigen. Omtrent de bepalingen,opgenomen ingevolge de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken,kon in de Com-_ missie geen overeenstemming worden bereikt. De organisaties, die de meerderheid vormen,verklaarden zich tegen opneming van deze bepalingen. Verder stelt de Commissie voor aan hen,die in doorloopenden dag—nacht- en Zondagsdienst werk zaam zijn,een extra verlof van drie dagen per jaar toe te staan. Mede op grond van financieele overwegingen hebben wij echter gemeend geen uitbreiding aan de bestaande ver lofregeling te moeten geven; aan het bezwaar,dat inzonder heid voor deze groep is gelegen in het verminderen van het aantal z.g.snipperdagen,zijn wij evenwel tegemoetgekomen door het voor de overige werklieden tot tien dagen verhoog de minimum eener verlofperiode,voor de hier bedoelde ar beiders op zeven dagen vastgesteld te laten. Wij merken ten slotte nog op,dat het in de bedoeling ligt de artikelen 23,lste lid en 50 van het ïïerkliedenreglement waarin de loonregeling der werklieden is opgenomen,te zijner tijd in de Salarisverordening onder te brengen; in afwachting daarvan dienen deze artikelen voorloopig in stand te blij ven. Hierin is door de overgangsbepaling voorzien. Onder overlegging van de stukken geven wij U in overwe ging tot vaststelling van de in afdruk hierbij gevoegde en de hieronder afgedrukte verordening over tegaan. Leeuwarden,14 Mei 193^- Burgemeester en kethouders van Leeuwarden, J.ii.VAN BSIJMA,Burgemeester. E.SCHOTMkN Secretaris. Ontwerp a.Zie gedrukte bijlage. Ontwerp B. VERORDENING tot wijziging der verordening, houdende regeling van de toekenning van wachtgeld aan amb tenaren in dienst der gemeente Leeuwarden (gemeenteblad Na artikel 3 van bovengenoemde verordening wordt inge voegd een nieuw artikelluidende als volgt: ''Art. 3bis. Geen wachtgeld wordt toegekend aan den ambtenaar,wien ontslag is verleend op grond van artikel 53,2e lid sub f en 3e lid van het Ambtenarenreglement.'1 Verzonden,16 Mei 193A. REGLEMENT voor de ambtenaren in dienst der gemeente Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Algemeene bepalingen. Art. 1 1. Onder ambtenaren worden in deze verordening verstaan alle personen, die overeenkomstig de bepa lingen van Hoofdstuk III door of vanwege de gemeente zijn aangesteld om in openbaren dienst werkzaam te zijn. 2. Tot den openbaren dienst behooren alle diensten en bedrijven, door de gemeente beheerd. 3. Niet is ambtenaar in den zin van deze verorde- ning hij, met wien een arbeidsovereenkomst naar bur gerlijk recht is gesloten. 4. Tenzij het tegendeel blijkt, zijn in deze verorde ning onder ambtenaren gewezen ambtenaren begrepen. Art. 2. 1. Deze verordening is niet van toepassing op a. de ambtenaren der gemeentepolitie en het onder wijzend personeel van de openbare inrichtingen van onderwijs der gemeente b. de personen, vermeld op een door Burgemeester en Wethouders, na overleg met de Commissie voor Georganiseerd Overleg, vast te stellen staat. 2. Voor de ambtenaren, omtrent wier rechtstoestand bij of ingevolge de wet regelen zijn vastgesteld, is deze verordening slechts van toepassing in zooverre die rechtstoestand niet bij of ingevolge de wet geregeld is. 3. Voor de personen, vallende onder het eerste lid van dit artikel, zal de rechtspositie voor zoover niet reeds bij de wet geregeld, bij afzonderlijke verordening worden geregeld. Art. 3. Voor eiken tak van dienst kunnen Burgemeester en Wethouders, na overleg met de Commissie voor Ge organiseerd Overleg, bijzondere voorschriften vast stellen, tenzij de vaststelling dier voorschriften of in structies tot de bevoegdheid van den Raad behoort of deze zich die heeft voorbehouden. Deze voorschriften zijn voor alle takken van dienst zooveel mogelijk gelijk luidend en mogen niet in strijd zijn met deze verordening. Art. 4. 1. Ten minste eenmaal per week wordt den ambte naren gelegenheid gegeven het hoofd van den tak van dienst, waarbij zij werkzaam zijn. op daartoe vast te stellen uren te spreken over persoonlijke aangelegen heden met hun dienst verband houdende. Zij kunnen zich daarbij door een raadsman doen bijstaan en zijn verplicht de ter sprake te brengen punten tenminste vier-en-twintig uren van te voren schriftelijk ter kennis te brengen van het hoofd van den betrokken tak van dienst. 2. Na schriftelijke aanvrage, behelzende de mede- deeling van de onderwerpen waarover bespreking wordt gewenscht, ontvangen de hoofden van takken van dienst ook de afgevaardigden der vereenigingen van ambtenaren, voorzoover die onderwerpen hun tak van dienst betreffen. De aanvrage moet in den regel ten minste drie dagen van te voren worden ingediend. 3. Wanneer zulks schriftelijk wordt verzocht, onder opgave der te behandelen punten, kunnen de besturen of afgevaardigden der in de Commissie voor Georga niseerd Overleg vertegenwoordigde vakvereenigingen door Burgemeester en Wethouders in staat worden ge steld bedoelde punten in hun vergadering te bespreken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 294