168 169 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 193^-* BIJLAGE NO.71 veroorzaken (men herleze o.a. het rapport der Gezondheids commissie), de verantwoordelijkheid van het bevorderen daarvan niet op zich te nomon. Hieraan doet niet af de omstandigheid, dat in een aan tal gemeenten een dergelijk verbod wel bestaat en uit de ingewonnen inlichtingen niet van bepaalde daaruit voort vloeiende nadeelen blijkt,noch het feit, dat de twee genoem de bedhijvèh zich eventueel tot medewerking bereid h«bb«n verklaard Mitsdien geven wij Uwe Vergadering opnieuw in over- v/eging, aft/ijzend op het verzoek der melktappers te ba- schikken, :.iocht Uw Raad esne andoro meening zijn toegedaan, dan v/aro de Commissie voor de Strafverordeningen uit te noodigan eene desbetreffende verordening, in den door den Raad aan te geven zin, te ontworpen. Loou'/mrdon, 9 Mei 193^* Burgemeester en Wethouders van Leeuv/arden, J.H.'VAN BEIJMA, Burgomoostor E.SCHOTMAN Secretaris. Verzonden, 19 Mei 193^-» Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19314., BIJLAGE NO.72. BIJLAGE NO.72. Aan den Gemeenteraad. Terwijl de wachtgeldverordening dezer gemeente met be trekking tot de hoegrootheid van het wachtgeld overeenstemt met de bepalingen van het Rijkswachtgeldenbesluit, wijkt zij daarvan op een onderdeel, te weten het aan de gehuwde ambte- nares-niet-kostwinster uit te keeren wachtgeld, in aanzien lijke mate af. Volgens de Rijksregeling toch ontvangt deze wachtgeld gedurende drie maanden, vermeerderd met een maand voor elk jaar volbrachten diensttijd, en wel respectievelijk 100$ en 70$ der laatstgenoten wedde, en volgens de gemeen telijke verordening wordt zij geheel gelijk gesteld met den (mannelijken) ambtenaar-niet-kostwinnerwien een wachtgeld wordt toegekend gedurende een tijdvak, gelijk aan zijn diensttijd, of langer zie art.3). Het wil ons voorkomen, dat deze gelijkstelling onjuist is, aangezien immers de maatschappelijke positie van den mannelijken ambtenaar en die van de gehuwde vrouw, niet kostwinster, geheel verschillend zijn. Dit verschil moet in de wachtgeldregeling tot uiting komen. Het is dan ook naar de meening van de meerderheid van ons College ongewenscht den bestaanden toestand te bestendigen. Wij hebben derhalve een wijziging van de wachtgeldverordening in den geest der Rijksregeling en overeenkomstig onderstaand ontwerp om ad vies gesteld in handen van de Commissie van Georganiseerd Overleg. Deze deelt ons in haar nevensgaand rapport mede, dat omtrent dit voorstel in hare vergadering geen overeen stemming kon worden verkregen, aangezien de meerderheid van de organisaties van oordeel was, dat bij de toekenning van wachtgeld geen verschil dient te worden gemaakt tusschen mannelijke en vrouwelijke ambtenaren. Wij hebben hierin evenwel geen aanleiding kunnen vinden om ons hierboven uit eengezet standpunt te herzien en geven U derhalve in over weging tot vaststelling van de in ontwerp hieronder afge drukte verordening over te gaan. Leeuwarden, 1I4. Mei 193^-. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M.VAN BEIJMA, Burgemeester, E.SCHOTMAN Secretaris, ONTWERP. VERORDENING tot wijziging der verordening, houdende regeling van de toekenning van wachtgeld aan ambtenaren in dienst der gemeente Leeuwarden (gemeenteblad 1926 no,33) Eenig artikel. In artikel 3 van bovengenoemde verordening wordt na het derde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende als volgt "Aan een ambtenahes, die ten tijde van het ontslag ge huwd en niet de kostwinster van een gezin is, wordt het genot van wachtgeld toegekend gedurende drie maanden, ver meerderd met één maand voor elk jaar door haar volbrachten diensttijd, ten bedrage van gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk genoten wedde en vervolgens 70 ten honderd daarvan, met dien verstande echter, dat het tweede lid van dit artikel buiten toepassing blijft." Verzonden, 19 Mei I93I4-.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 306