188
Bijlage tot hot verslag dor handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 19 5^-» BIJLAGE NO. 79»
Art. III.
Artikel 9 wordt gelezen als volgt:
"l. Doorvoer van vloosch, anders dan met openbare midde
len van vervoer, is verboden, tenzij hot vleesch rechtstreeks
en zondor oponthoud v/ordt vervoerd van de grens dor gemeente
langs do door Burgemeester on Wethouders daarvoor vastgesteldo
wogen.
2. Het vorige lid van dit artikel is niet van toepassing
op vleesch dat ton behoeve van don doorvoor binnen do gomeen-
te moet wordon ovorgeladon en door een gorogoldon beurtdienst
wordt aangevoerd, mits het vloesch niet wordt afgeleverd dan
rechtstreeks aan den geregelden beurtdienst die voor het
verdere vervoer zal zorg dragen en het vleesch is verpakt
en de verpakking zoodanig van namen en adressen is voorzien,
dat duidelijk blijkt voor wien het bestemd en van wien het
afkomstig is."
Art. IV.
Het eerste lid van artikel 10 wordt gelezen als volgt:
"Vleesch, dat overeenkomstig het bepaalde bij
artikel 7 in de gemeente is ingevoerd, wordt na te zijn
onderzocht krachtens artikel lS, 2de lid der wet, van merken
voorzien.
Het tweede lid van artikel 10 vervalt.
Art. V.
In het eerste lid van artikel 11 vervallen de woorden:
"of in de gemeente ingevoerde vleesohwaren"
Het tweede en derde lid van artikel 11 worden gelezen
als volgt:
"Het vorige lid van dit artikel heeft geen betrekking
op in het Slachthuis buiten de koelcellen aanwezig vleesch,
op vloesch dat overeenkomstig art. 7 van de gemeentegrens
of overeenkomstig art. 8 onder d naar het Slachthuis wordt
vervoerd, noch op vleesch bedoeld in art. 8 onder a on f."
Art. VI.
3h het tweede lid van art. 12 wordon na hot woord
"vleesch" ingevoegd de woorden "en do vlooschv/aren"
Hot dordo lid van art. 12 vervalt.
Art. VII.
Hot twoode, vierde en vijfde lid van artikol 2ip vor-
vallon; het derde lid wordt tweede lid.
Art. VIII.
In artikol 25 vervallen tweemaal do woorden "en vleesoh
war en"
Verzonden J1 Mei 1934.
I89
Bijlage tot het verslag der handelingen ran den gemeenteraad
van Leeuwarden, 193^-* BIJLAGE NO. 80.
BIJLAGE NO. 80.
Aan den Gemeenteraad.
Blijkens zijn hierbij overgelegd schrijven d.d. 17 Mei
j.l. no786, verzoekt het Bestuur van de Vereeniging voor
Middelbaar Technisch- en Ambachtsonderwijsalhier, Uwe
Vergadering een besluit te nemen, waarbij noodig wordt
geoordeeld dat het vak aardrijkskunde aan den voorbereidenden
avondcursus van die inrichting van onderwijs wordt onderwezen
Bedoeld verzoek wordt gedaan ingevolge het bepaalde bij het
2e en 6e lid van artikel 25 der Nijverheidsonderwijswet,
waarbij is voorgeschreven dat omtrent de noodzakelijkheid van
elke uitbreiding van een school of den dienst, die het gevolg
is van nieuwe aan het leerplan toe te voegen vakken van
onderwijs, een besluit van den Raad der gemeente, waar de
school Is gevestigd, behoort te worden uitgelokt.
Wij hebben omtrent dit verzoek het gevoelen ingewonnen
van den Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs. Uit diens
advies, hetwelk U mede bij de stukken gelieve aan te treffen,
blijkt, dat door de gewijzigde eischen van toelating tot de
middelbare technische scholen de leervakken van den hier
bedoelden avondcursus wijziging behoeven. Het staat derhalve
vast dat invoering van het leervak aardrijkskunde noodig is.
Zooals het Bestuur der school nog mededeelt, zullen de
exploitatiekosten van den cursus hierdoor geene verandering
ondergaan, omdat twee andere vakken, Duitsch en Engelsch
moeten vervallen»
Wij geven U mitsdien., onder overlegging van de betrek
kelijke stukken, in overweging:
te verklaren, overeenkomstig het 2e en 6e lid van
artikel 25 der Nijverheidsonderwijswet, de toevoeging van
het vak aardrijkskunde aan de leervakken van den voor
bereidenden avondcursus aan de middelbare technische school
verbonden, noodig te oordoelen..
Leeuwarden, Mei 193^1-
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden, 2 Juni 19