19ij- Bijlag® tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 19 3I;. BIJLAGE NO. 85. BIJLAGE NO. 85. Aan den Gemeenteraad, Nadat Uwe Vergadering op 31 Januari 1933 had besloten tot aankoop van de perceelen Nieuwestad nos. lj.7 en L|_9 met de daarachter gelegen panden aan de Bagijnestraat en Kaatsbaan en daarbij tevens had ingestemd met eene reorganisatie van de brandweer in den geest van de daarop betrekking hebbende Nota van den Burgemeester (zie bijlage no. 23 van 1932) heeft ons College, na enkele samensprekingen met het College van Brandmeesters, den Burgemeester verzocht eenecommissie van advies in zake de bedoelde reorganisatie in het leven te roepen, een en ander overeenkomstig hetgeen wij reeds in de desbetreffende Memorie van Antwoord (bijlage no. 1+ van 1933, onder 11) hadden medegedeeld. Onder voorzitterschap van den Burgemeester zijn al3 lid dezer commissie opgetreden de heeren A. Bekker, A.J. Feddema en A.J. Troelstra, brandmeesters, C. Kool, Commissaris van Politie, Jhr. E.C. Storm van s-Grave- sande, Adjunct-directeur der N.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden, en Ir. S. Kramer, ingenieur van het Pro vinciaal Electriciteitsbedrijf van Friesland, terwijl de heer Th. Holtwijk, adjunct-commies le klasse ter Gemeentesecretarie als secretaris aan de commissie was toegevoegd. Deze commissie heeft thans haar advies uitgebracht, het welk een uitgewerkt plan tot reorganisatie van de brandweer te dezer stede bevat en dat wij te Uwer kennisneming hierbij overleggen. Uitgaande van vier grondregels of vereischten, te weten: 1. groote snelheid van handelen, vooral in het begin; 2. een voor ieder zoo overzichtelijk mogelijks indeeling, zoowel wat betreft de oproepinrichting voor het personeel, als de plaats, welke ieder in de organisatie inneemt; 3. een hoeveelheid materieel, dat aan behoorlijke eischen voldoet in verband met de grootte der stad en de daarin gele gen z.g. risico's zij_het ook, dat aan alle verlangens in dezen tijd uit financieel oogpunt geen gevolg kan worden gegeven) 4. een duidelijke afbakening van bevoegdheden, omdat slechts bij een organisatie, waarbij orde, regel en tucht heerscht, in den kortst mogelijken tijd de grootst mogelijke prestaties zijn te bereiken, behandelt de Commissie achtereenvolgens de plaats van op berging, de verdeeling in secties, het gersoneel en zijn toelagen, het materieel, het hulpmaterie'el, de wijze van brandmelding en het oproepen van het personeel. Uit het rap port der commissie zal U blijken: dat al het brandweermateriëel geborgen zal worden in de nieuwe garages aan de Nieuwestad en de Bagijnestraat; dat de gemeente verdeeld wordt in vier secties; dat er voor de Brandweer zal zijn een Algemeen Bestuur, bestaande uit een lid van het College van Burgemeester en Wethouders als voorzitter en, als leden, den commandant, den ondercommandant, de bluschmeesters en de spuitmeesters der vier secties, uit welk college een Dagelijksch Bestuur wordt gevormd, bestaande uit den commandant, den ondercommandant en een der bluschmeesters; dat het personeel bestaan zal uit een commandant (f.330.-), een ondercommandant (f. 250.-), een bluschmeester in elke sectie (f. 175.-), een spuitmeester in elke sectie (f. 125»-), een sectieploeg van 7 man in elke sectie (f. 25»-)een brandweerbeambte in vasten dienst (3e loonklasse)een z.g. kernploeg van 3 chauffeurs (f. 100.-) en Ij. vaklieden (f. 23.-) een reservechauffeur jf. zoomede politiepersoneel voor eerste uitruk, bestaande uit 1 chauffeur en 3 manschappen - de tusschen haakjes geplaatste getallen geven de jaarlijksche toelagen weer

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 325