222 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden I93I4.. BIJLAGE NO. IO7. BIJLAGE NO. IO7. Aan den Gemeenteraad. In nevensgaand, sm praeadvies in onze handen gesteld, adres verzoekt G.J. VEENSTRA, volgens zijne mededeeling op tredende als gemachtigde van P. VAN DER VELDE, alhier, U om restitutie van het bedrag, dat van dezen is ingevorderd wegens herstel van een in de Torenstraat gegraven gat, ver meerderd met de daarop voor hem gevallen kosten. Tevens ver zoekt adressant U in deze zaak een onderzoek te willen instellen "voordat hij zich genoodzaakt ziet eene rechts vordering tegen de gemeente in te stellen". Het betreft hier het geval, dat in Februari van dit jaar in de Torenstraat ter hoogte van het perceel, plaatse lijk genummerd 28, een gat was gegraven zonder dat daarvoor door ons College vrijstelling van het in artikel éip der Bouwverordening gestelde verbod was verleend. Aangezien deze eigenmachtige daad niet kon worden geduld en het ver keer onmiddellijke herstelling van den openbaren weg ter plaatse vorderde, is daartoe van gemeentewege overgegaan en zijn vervolgens de daardoor veroorzaakte kosten ad f. 9*23 op grond van artikel 210 Jis artt. 152, tweede lid, en 155 der~Gemeentewet bij dwangbevel d.d. 10 Februari I93I1 ingevorderd van F. VAN DER VELDE, voornoemd, en T.H. KOLK, leden van de Handelsvennootschap onder de firma Beton- en Bouwmaterialen Handelsbedrijf firma Kolk en Co., alhier, die volgens de ons ten dienste staande gegevens opdracht tot het graven van het gat hadden gegeven. Aan het daarbij gedane bevel tot betaling heeft van der Velde voldaan, zonder dat tegen het dwangbevel verzet is gedaan, waartoe ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gedurende een maand gelegenheid had bestaan. Wel heeft van der Velde destijds de gemeente te dezer zake voor den Kantonrechter gedagvaard, doch deze dagvaarding is kort daarna ingetrokken en daar kan dus geenerlei waarde aan worden toegekend, gelijk in het adres wordt voorgegeven. Uit het bovenstaande volgt, dat de invordering van de kosten, welke de gemeente heeft moeten maken, volkomen regelmatig en terecht heeft plaats gehad, en er bestaat voor de gemeente derhalve niet de minste aanleiding on het bedrag dat haar èn rechtens èn naar billijkheid toekomt, aan adressant terug te geven. Het feit dat van der Velde door den kantonrechter is vrijgesproken van het hem te laste gelegde strafbare feit van de overtreding van artikel 61p der Bouwverordening, doet daarqan niet af, gelijk U uit de hier bij overgelegde stukken, op deze zaak betrekking hebbende, moge blijken. Evenmin kan natuurlijk de mededeeling van adressant, dat hij, wordt zijn tegenwoordig verzoek niet ingewilligd, te dezer zake een rechtsvordering tegen de gemeente zal instellen, ons nopen tot het advies om aan zijn vordering toe te geven nu wij deze volkomen ongegrond achten. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Leeuwarden, 12 Juli 193^4- Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.M. VaN BEIJM, Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 13 Juli 193^-*

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 349