25*
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 193^. BIJLAGE NO. 130.
BIJLAGE NO. ÏJO.
Aan den Gemeenteraad.
Bij de behandeling van de ontwerp-begrooting van den
dienst der gemeentewerken voor 193!]. stelde in een der secties
een lid de vraag (punt 55 van het'sectieverslag, bijlage no.
16) of Burgemeester en Wethouders bereid waren in het 'be
lang van het verkeer te bevorderen, dat de brugwachters
woning bij de Harlingervaartsbrug op den hoek van den Wester
singel zou worden afgebroken. In ons antwoord wezen wij er
op, dat, hoewel die afbraak een verkeersverbetering zou be-
teekonen, in dat geval op andere wijze in de huisvesting van
den gaarder zou moeten worden voorzien, hetgeen meerdere kos
ten zou medebrengen, en vestigden wij er bovendien de aan
dacht op, dat het afbreken o.a, samenhangt met den aanleg van
het geprojecteerde kanaal door de Wilhelminabaan, weshalve
deze quaestie ook in verband daarmede moest worden bezien.
Tijdens de bespreking van de begrootingen in Uwe ver
gadering van 1 Maart j.l. diende Uw medelid de heer van Kol-
lem, een voorstel in om de hierbedcelde woning binnen een
half jaar af te breken, ten einde de verbetering van den
verkeersweg aldaar te bereiken, welk voorstel vervolgens om
praeadvies in onze handen werd gesteld (bl. 6l der Handelingen).
U van praeadvies dienendewillen wij in de eerste plaats
herhalen, dat het inderdaad aan het verkeer ten goede zou
komen, wanneer deze woning daar niet stond; de hinder achten
wij echter niet van dien aard, dat het vereischt en dus met
het oog op de financiën der gemeente verantwoord zou zijn,
om de woning thans af-te breken. Het uitzicht toch is bij deze
brug geheel vrij en bij het inachtnemen van de noodige voor
zichtigheid behoeven daar dus geen ongelukken te gebeuren.
Sinds het ongeluk in het voorjaar van 1935» door den heer van
Kollem bij de verdediging van zijn voorstel aangehaald, heeft
zich hier ter plaatse dan ook geen enkel ongeval voorgedaan,
dat met de aanwezigheid der brugwachterswoning verband hield.
Voorts moet men rekening houden met de omstandigheid
dat sinds de nieuwe Vrouwenpoortsbrug voor het verkeer is
opengesteld, het rijverkeer over de Harlingervaartsbrug met
meer dan de helft is verminderd; men mag aannemen, dat het
is teruggeloopen tot beneden den omvang van voor de afslui
ting van de oude Vrouwenpoortsbrug.
Achten wij dus reeds om deze redenen het afbreken van
de woning niet gemotiveerd, daarbij komt nog dat in zake het
kanalenplan, waarop wij hiervoor reeds doelden, vermoedelijk
binnen betrekkelijk korten tijd een beslissing zal worden
genomen. Hot is nu raadzaam af te wqchten in welken zin deze
beslissing uitvalt en welken loop het kanaal zal nemen, om
daarna te kunnen besluiten hoe alsdan met de brugwachters-
woning dient te worden gehandeld. Hierin is een roden te meer
gelegen,om voorloopig nog niet tot het afbreken van de onder
werpen jke woning over te gaan. Daartegen kan onzes inziens
geen gegrond bezwaar bestaan, omdat U uit het vorenstaande
reeds zal zijn gebleken, dat die afbraak niet urgent is.
Mitsdien geven wij U in overweging op het voorstel van den
heer van Kollem voorshands niet in te gaan.
Leeuwarden, 23 Augustus 193^«
Burgemeester en Wethnuders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 2lp Augustus 193^-»