Lplj.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 193^-BIJLAGE NO. 175»
Op grond van het vorenstaande^geven wij U, onder over
legging van het advies der Financiëele Commissie, in over
weging;
a. tot vaststelling van de in ontwerp hierachter afge
drukte verordeningen over te gaan;
b. het voorstel van den heer Terpstra c.a. in zake de
verstrekking van leermiddelen op de inrichtingen voor uitge
breid lager onderwijs niet aan te nemen.
Leeuwarden, 20 December 1931+
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester
,Secretari s
Verzonden 22 December I93I4..
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1934. Bijlage TIO. I tö.
ONTWERP A.
BESTAANDE REDACTIE.
Art. 1.
Het schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeente
lijke bewaarscholen wordt geheven overeenkomstig
onderstaande tabel.
Inkomen waarnaar de aanslag
in de belasting is geregeld van
degenen die volgens art. 6
schoolgeldplichtig zijn.
Verschuldigd
bedrag
per leerling
en per jaar.
beneden 800.
800.— tot beneden
1100—
1300—
1600—
1900—
2200—
2600—
3100—
3600—
4100—
5100.en hooger
1100-
1300-
1600-
1900-
2200-
2600-
3100-
3600-
4100-
5100-
vrij
1.50
2.50
4—
6—
8—
10—
12.50
15—
17.50
20—
25—
VERORDENING tot heffing van schoolgeld
voor het onderwijs aan de gemeentelijke
bewaarscholen.
Artikel 1
Ter tegemoetkoming in de voor rekening der ge
meente blijvende kosten van de gemeentelijke bewaar
scholen wordt ten behoeve van de gemeente schoolgeld
geheven.
Art. 2.
Het schoolgeld bedraagt
Inkomen
Verschuldigd
bedrag
per leerling
en per jaar
beneden
800—
900—
1000—
1100.
1200.
1300.
1400—
1500—
1600—
1700—
1800—
1900—
2000—
2100—
2200—
2300—
2400—
2500—
2600—
2700—
2800—
2900—
3000—
3100—
3200—
3300—
3400—
3500—
3600—
3700—
3800—
3900—
4000—
4200—
4400—
4600—
4800—
5000—
5200—
5400—
5600—
5800—
6000—
800—
tot beneden
en hooger
900—
2.25
1000—
3—
1100.
3.75
1200.
4.50
1300.
5.25
1400—
6—
1500—
6.75
1600—
7.50
1700—
8.25
1800—
9—
1900—
9.75
2000—
10.50
2100—
11.75
2200—
13—
2300—
14.25
2400—
15.50
2500—
16.75
2600—
18—
2700—
19.25
2800—
20.50
2900—
21.75
3000—
23—
3100—
24.25
3200—
25.50
3300—
26.75
3400—
28—
3500—
29.25
3600—
30.50
3700—
31.75
3800—
33—
3900—
34.25
4000—
35.50
4200—
38—
4400—
40.50
4600—
43—
4800—
45.50
5000—
48—
5200—
50.50
5400—
53—
5600—
55.50
5800—
58—
6000—
60.50
63—
Voor de toepassing van het bovenstaande wordt
onder het aantal minderjarige kinderen, bedoeld in art.
6, verstaan het aantal minderjarige eigen of aange
huwde kinderen en pleegkinderen, genomen volgens
den toestand op 1 Mei voorafgaande aan het leerjaar
of, bij vestiging binnen het Rijk na dien datum, op het
tijdstip van vestiging.
Het verschuldigde bedrag wordt steeds berekend