Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1934. ONTWERP B. BESTAANDE REDACTIE. Art. 1. De hoofdonderwijzeressen der bewaarscholen leggen bij den aanvang van het jaar eene lijst aan van de leer lingen, die alsdan tot de bevolking der school behooren, ingericht overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model. In die lijst worden de in den loop van het jaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. Onder „jaar" wordt in deze verordening verstaan hetzelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsverordening is bepaald en onder controleur de controleur der ge meentebelastingen. Art. 2. Binnen 10 dagen na den aanvang van het jaar wordt door de hoofdonderwijzeressen, een door hen voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den controleur gezonden. Een uittreksel uit de lijst van het loopende jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door hen voor den 5en van iedere maand aan den controleur ingediend. Hebben in den loop eener maand geene verande ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervan gen door een negatief bericht. Art. 3. De controleur maakt uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoedig mogelijk schoolgeld- lijsten op en zendt die, na vaststelling, aan den ge meente-ontvanger ter invordering van de daarin uit getrokken bedragen. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldlijst zendt de ge meente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld, aan de daarop voor komende schoolgeldplichtigen. Art. 5. De schoolgelden zijn invorderbaar in zoovele ter mijnen als er na de maand, waarin een schoolgeldlijst aan den gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maan den van het jaar overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de schoolgeldlijsten troleur der gemeentebelastingen of zijn plaatsver vanger. Art. 13. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1935. Alsdan vervalt de verordening tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke be waarscholen (gemeenteblad 1926 no. 35), behalve voor- zooveel betreft de aan het leerjaar 1934/35 vooraf gaande leerjaren. VERORDENING op de invordering van schoolgeld voor het onderwijs aan de gemeentelijke bewaarscholen. Artikel 1 De hoofdonderwijzeressen leggen bij den aanvang van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen, die alsdan tot de schoolbevolking behooren, ingericht over eenkomstig het door den Controleur der gemeentebe lastingen vast te stellen model. In die lijst worden de in den loop van het leerjaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbevolking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend. Onder „leerjaar" wordt in deze verordening verstaan hetzelfde tijdvak als daarvoor in de heffingsverordening is bepaald. Art. 2. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leerjaar wordt door de hoofdonderwijzeressen een door hen voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den Con troleur der gemeentebelastingen gezonden. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leerjaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking betreft, wordt vervolgens door hen voor den 5en van iedere maand aan den Controleur der gemeentebelastingen ingediend. Hebben in den loop eener maand geen veranderingen plaats gehad, dan wordt het uittreksel vervangen door een negatief bericht. Art. 3. De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo spoe dig mogelijk schoolgeldkohieren op en zendt die, na vaststelling, aan den Gemeente-ontvanger ter invor dering van de daarin uitgetrokken bedragen. Art. 4. Na ontvangst van een schoolgeldkohier zendt de Gemeenteontvanger binnen 14 dagen een gedagteekend aanslagbiljet, waarvan het model door den Controleur der gemeentebelastingen wordt vastgesteld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplichtigen. Art. 5. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel ter mijnen als er na de maand, waarin een schoolgeldkohier aan den Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maanden van het leerjaar overblijven. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van de maand, volgende op die, waarin de toezending heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten dag van iedere opvolgende maand één termijn. De schoolgelden, uitgetrokken op de schoolgeld Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1934. j3ijltt(f6 tlO. 175» die in de laatste maand van het jaar of later aan den gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering der in artikel 5 be doelde schoolgelden overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 258 tot en met 261 der Gemeentewet. ONTWERP C. BESTAANDE REDACTIE. Artikel 1 Het schoolgeld voor gewoon en buitengewoon lager onderwijs wordt geheven overeenkomstig de in onder staande tabel bevatte regeling. Zuiver inkomen waar naar de aanslag in de belasting is geregeld van degenen die volgens art. 9 schoolgeldplichtig zijn, vermeerderd met dat van de bij hen inwonende minderjarige kinderen. Verschuldigd bedrag per leerling en per jaar bij een aantal kinderen, waarvoor volgens de verordening op de inkomsten belasting der gemeente Leeuwarden aftrek is of zou worden verleend. 1 2 3 4 5 6 of meer Beneden 1200.— tot beneden 1200.- 1600.- 3— 1600.- 2000.- 4.20 3— 2000.- 2400.- 6.60 4.20 3— 2400.- 2800.- 10.20 6.60 4.20 3— 2800.- 3200.- 13.80 10.20 6.60 4.20 3— 3200.- 3600.- 17.40 13.80 10.20 6.60 4.20 3— 3600.- 4000 - 21 17.40 13.80 10.20 6.60 4.20 4000.- 4400.- 24.60 21 17.40 13.80 10.20 6.60 4400.- 4800.- 28.20 24.60 21— 17.40 13.80 10.20 4800.- 5200.- 31.80 28.20 24.60 21 17.40 13.80 5200.- 5600.- 35.40 31.80 28.20 24.60 21 17.40 5600.— 6000.- 39— 35.40 31.80 28.20 24.60 21 6000.- 6500— 45.60 39— 35.40 31.80 28.20 24.60 6500.— 7000— 52.20 45.60 39— 35.40 31.80 28.20 7000.— 7500— 58.80 52.20 45.60 39— 35.40 31.80 7500 8000— 65.40 58.80 52.20 45.60 39— 35.40 8000.- 8500— 65.40 65.40 58.80 52.20 45.60 39— 8500.— 9000— 65.40 65.40 65.40 58.80 52.20 45.60 9000.— 9600— 65.40 65,40 65.40 65.40 58.80 52,20 9600.- „10200— 65.40 65.40 65.40 65.40 65.40 58.80 ,,10200.cn hooger 65.40 65.40 65.40 65.40 65.40 65.40 Voor de toepassing dezer regeling wordt een in het gezin verpleegde ouder gelijk gesteld met een kind volgens kolom 2 der tabel. Art. 2. Het schoolgeld voor uitgebreid lager onderwijs be draagt 25 meer dan de in art. 1 vermelde bedragen. Art. 3. Het vervolgonderwijs wordt kosteloos gegeven. kohieren, die in de laatste maand van het leerjaar of later aan den Gemeente-ontvanger worden toegezon den, zijn één maand daarna ineens invorderbaar. Art. 6. Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van vervallen termijnen geschiedt de invordering der in art. 5 be doelde schoolgelden overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet. Art. 7. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1935. Alsdan vervalt de verordening op de invordering van schoolgeld voor de gemeentelijke bewaarscholen (gemeenteblad 1926 no. 35), behalve voorzooveel be treft de aan het leerjaar 1934/35 voorafgaande leer jaren. VERORDENING tot heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs. Artikel 1 Ter tegemoetkoming in de voor rekening van de gemeente blijvende kosten van het gewoon-, buiten gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, wordt ten be hoeve van de gemeente schoolgeld geheven. Art. 2. Het schoolgeld bedraagt Verschuldigd bearag per leerling en per jaar voor Ink ome n dc scholen voor gewoon lager- en buitengewoon lager onderwijs de scholen voor uitge breid lager onderwijs neden 800. vrij vrij 800.tot ben. 900— 2.60 3.40 900— tl it 1000— 2.85 3,80 1000— ti tt 1100. 3.35 4.40 1100— tt n 1200— 3.85 5— 1200— 1300— 4.60 5.90 1300— HOO 5.35 6.80 1400— ii DOO— 6.10 8— 1500— ii ii 1600— 6.85 9.20 1600— ii ii 1700— 7.85 10.40 1700— ii ii 1800— 8.85 11.60 1800— H 1900— 9.85 13— 1900— it ii 2000— 10.85 14.40 2000— it ii 2100— 12.10 16.00 2100— ii H 2200— 13.35 17.60 2200— 2300— 14.60 19.20 2300— 2400— 15.85 20.80 2400— 2500— 17.10 22.40 2500— 2600— 18.35 24.00 2600— a f 2700— 19.60 25.60 2700— ii ii 2800— 20.85 27.20 2800— ii ti 2900— 22.10 28.80 2900— ii li 3000— 23.35 30.40 3000— 3100— 24.60 32.00 3100— 3200— 25.85 33.60 3200— 3300— 27.10 35.20 3300— ii ii 3400— 28.35 36.80 3400— ii ii 3500— 29.60 38.40 3500— 3600— 30.85 40— 3600— it ii 3700— 32.10 41.60 3700— li ii 3800— 33.35 43.20

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1934 | | pagina 501