Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, I93I4.. BIJLAGE NO. 176.
BIJLAGE NO. 176.
Aan den Gemeenteraad.
Om praeadvies is in onze handen gesteld een verzoek van
het Centraal Bestuur van de Nederlandsche Centrale Reddings
brigade te Rotterdam om maatregelen te nemen ter bestrijding
van de gevaren, varbonden aan de roei- en zeilsport. Deze
maatregelen zouden volgens het adres kunnen bestaan uit het
vaststellen van een verordening, waarbij;
IS. voor het gebruiken van een roeiboot, zeilboot of
kano vergunning van de overheid wordt geeischt, welke slechts
wordt verstrekt aan personen, die in het bezit zijn van een
vaardigheids- of zwemdiploma;
22. aan verhuurders van roei- en zeilbooten en aan roei-,
zeil- en kanovereenigingen de verplichting wordt opgelegd,
dat zij geen vaartuigen mogen verhuren aan minderjarigen,
noch minderjarigen als leden mogen aannemen, die niet in het
bezit zijn van een zwemdiploma, dat aan bepaalde eischen vol
doet
Voorts zou^adressant elk jaar van gemeentewege een be
hoorlijke controle ingesteld willen zien naar de degelijkheid
en betrouwbaarhêid van het te verhuren materiaal.
Ter motiveering van het verzoek wijst het Centraal Bestuur
op het feit, dat gedurende de jaren 1928 - 1932 in Nederland
315O menschen door een onvrijwilligen val in het water het
leven hebben verloren, waaronder velen tengevolge van het
omslaan van bootjes en kano's.
Naar aanleiding van dit adres hebben de besturen van de
Koninklijke verbonden Nederlandsche Watersport vereenigingen,
van de A.^.W.B. Toeristenbond voor Nederland, AfdWatertoe
risme, en van den Nederlandschen Kanobond zich tot Uw College
gewend met het verzoek niet in te gaan op het adres van den
Centrale Reddingsbrigade. In het hierbij gevoegde adres van
deze vereenigingen wordt betoogd, dat bovengenoemd cijfer een
volkomen misleidend beeld geeft van de ongevallen door ver
drinking, wat de watersport betreft, aangezien daarin alle
gevallen van verdrinking zijn begrepen, en dat het aantal
verdrinkingsgevallen, welke het gevolg zijn van de beoefe
ning der watersport uiterst gering is, ook omdat de water
sport juist veelal wordt beoefend door personen, die zich
ook tot de wemsport aangetrokken gevoelen.
Naar onze meening heeft de praktijk in geen enkel op
zicht de noodzakelijkheid van een regeling, als wordt ge
vraagd, aangetoond. Naar ons is gebleken heeft zich in de door
adressant genoemde periode bij de beoefening van de watersport
in deze gemeente geen enkel geval van verdrinking voorgedaan,
zoodat er geen aanleiding bestaat een verordening in het leven
te roepen, die eenerzijds veel administratieven omslag zou
veroorzaken en anderzijds de beoefenaars van de watersport
noodeloos in hun vrijheid van beweging zou belemmeren.
Volledigheidshalve doen wij hierbij nog opmerken, dat,
voorzoover ons bekend is, van de ongeveer zestig gemeenten,
waartoe adressant zich met een verzoek van gelijke strekking
heeft gericht, nog geen enkele de gevraagde maatregelen heeft
getroffen.
Onder overlegging van de stukken geven wij U derhalve
in overweging niet op het verzoek in te gaan.
Leeuwarden, 20 December 195^-»
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
E. SCHOTMAN Secretaris.
Verzonden 22 December 19.3^4-