BEOROOT1NO Inkomsten en Uitgave Gemeente LEEUWARDEN voor den dienst van 1935. BEVOLKING PER 1 JANUARI 1934, 50598 ZIELEN. VOLGENS DE LAATSTE 10-JAARLIJKSCHE VOLKSTELLING 48548 ZIELEN. 200 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 23 December 1935. Het amendement van den heer Algera wordt met 20 tegen 8 stemmen, die van de heeren v. d. Schoot, Praamsma, J. Koopal, Terpstra, Algera, Posthuma, Wiersma en Feitsma, verworpen. De heer Hellema dringt aan op aanhouding. De heer Wiersma, wijzende op den uit het politie corps gekomen wensch, om de bezoldigingen van agent en hoofdagent onderscheidenlijk te stellen op 1575.— 1925.— en 1925.2025. vraagt, nu het om een luttel bedrag gaat en daardoor een betere aan sluiting wordt verkregen, of hiertegen overwegend bezwaar bestaat. De Voorzitter wenscht bij zijn beantwoording tevens in te gaan op het ingekomen adres van de rechercheurs. Hij betoogt t.a.v. de agenten, dat B. en W„ in afwij king van hun oorspronkelijk voornemen, in verband met de toepassing van een algemeene korting van 10.225 van de in de verordening genoemde sala rissen, met betrekking tot het maximum reeds zijn gegaan tot 1915. Bij de rechercheurs en hoofd rechercheurs is zooveel mogelijk een gelijke korting in aanmerking genomen. Spr. zet uiteen dat ook deze niet onbillijk zijn behandeld. De heer Hellema dringt opnieuw aan op aanhouding van dit punt, vooral omdat hij daarover nog enkele opmerkingen wenscht te maken. De Voorzitter dacht, dat het nog een kwestie van eenige minuten was, maar stelt in verband met het verzoek van den heer Hellema voor het punt aan te houden. Dit voorstel, waarover de heer Van der Meulen stemming vraagt, wordt met 16 tegen 12 stemmen, die van de heeren J. Koopal, Hellema, Terpstra, Algera, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de heeren Pos thuma, Wiersma, Feitsma, Van Kollem.Van der Schoot, Praamsma en Molenaar, verworpen. Artt. 4—10 worden onveranderd vastgesteld. Art. 11 De heer Hellema vraagt of er reden is, nu wordt bepaald dat overuren zooveel mogelijk door gelijkwaar dige uren vrijaf zullen worden vergoed, ook nog de verhooging uit te betalen. Voorts vraagt spr. of het mogelijk is bij de begrooting op deze kwestie terug te komen in dien zin, dat de Raad dan eenige wijziging kan aanbrengen, of dat elke wijziging door de Kroon moet worden goedgekeurd. De Voorzitter zegt dat elke wijziging aan de goed keuring van de Kroon moet worden onderworpen. Wat de kwestie van de overuren betreft, zegt spr. dat, waar slechts in bijzondere gevallen overuren wor den gemaakt, het om een zeer luttel bedrag gaat. Het verschil met vroeger is, dat nu alleen de toelage zal worden uitbetaald, terwijl toen èn de overuren èn de toelage werden vergoed. De nieuwe regeling is trou wens genomen uit het bestaande reglement voor het gemeentepersoneel. Artt. 1132 worden onveranderd vastgesteld. Art. 33. De Voorzitter deelt mede dat hierbij een amendement is ingediend door den heer Algera. luidende als volgt ,,Aan art. 33 toe te voegen de ambtenaar zich tijdens zijn ziekte schuldig maakt aan drankmisbruik of wangedrag g. de ambtenaar tijdens zijn verzuim wegens ziekte voor een ander arbeid heeft verricht." Spr. heeft geen bezwaar tegen het amendement, maar het is niet noodzakelijk. Het komt ook niet voor in het Ambtenarenreglement. Men zou op deze wijze de be palingen nog wel meer kunnen uitbreiden, maar z.i. spreekt het vanzelf dat in dergelijke gevallen geen ziekte- geld wordt uitgekeerd. De heer IJtsma onderstreept hetgeen de Voorzitter heeft gezegd en acht incidenteele behandeling van deze materie onjuist. De Voorzitter zegt dat z.i. de regeling voor de politie, voorzoover die niet daarvan moet afwijken, het Ambte narenreglement dient te volgen. De heer Algera zegt, dat tot de indiening van het amendement aanleiding was een streven naar volmaakt heid, maar dat hij geen bezwaar heeft het amendement in te trekken. Het amendement van den heer Algera is ingetrokken. Artt. 3340 worden onveranderd vastgesteld. De geheele verordening wordt met algemeene stem men onveranderd vastgesteld, met uitzondering van die van den heer J. Koopal, die aanteekening in de notulen verzoekt, dat hij geacht wil worden te hebben tegen gestemd. Punt 25 (bijl. no. 194). De beraadslagingen worden geopend. De heer Buiël geeft in overweging een nieuwe re dactie van de geheele verordening vast te stellen, waar door tevens alle vroegere wijzigingen kunnen vervallen. De Voorzitter zegt dat de geheele nieuwe verorde ning, waarin ook de thans voorgestelde veranderingen zijn opgenomen, in bewerking is. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Niets meer te behandelen zijnde wordt de vergade ring door den Voorzitter gesloten. 'Jv..' V. .1 Provincie FRIESLAND. DER VAN DE

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1935 | | pagina 1