195
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935. Bijlage Tl O. 102.
onderwijs, in dit artikel bedoeld, noch op de docenten,
die hierin les geven, met uitzondering van het bepaalde
bij artt. 3 en 15.
Voor zoover de vacantiën aan beide inrichtingen niet
samenvallen, staan, als de Industrie- en Huishoudschool
vacantie heeft, de lessen in de in het eerste lid genoemde
vakken stil.
Art. 3.
Art. 4.
Jaarlijks wordt een programma van de lessen voor
het volgend schooljaar vastgesteld, vermeldende het
getal der lesuren, wekelijks in ieder vak en in iedere
klasse te geven, de namen der leeraressen en leeraren,
met het onderwijs in elk vak belast, benevens de daarbij
te gebruiken boeken en de prijzen daarvan en zooveel
doenlijk de in iedere klasse voor ieder vak te behan
delen leerstof.
Dit programma wordt door de directrice, in overleg
met het overige onderwijzend personeel, opgemaakt en
in de maand Mei aan de commissie van toezicht inge
zonden, welke het onder bijvoeging van het daarop
ingewonnen advies van den inspecteur van het gym
nasiaal en het middelbaar onderwijs met haar advies
aan Burgemeester en Wethouders ter vaststelling aan
biedt.
De directrice onderwerpt den door haar opgemaakten
rooster van de lesuren aan de goedkeuring der com
missie van toezicht.
Deze rooster is zoodanig ingericht, dat het te geven
onderwijs valt tusschen des voormiddags 8Yi uur en
des namiddags 4 uur, op de zes werkdagen der week,
en dat op geen dag meer dan zeven lesuren voor iedere
leerlinge vallen.
Art. 5.
Elke leerlinge is verplicht alle lessen te volgen.
Van het volgen der zanglessen kan door de directrice
op advies van de betrokken docent vrijstelling worden
verleend. Van een of meer andere vakken kan slechts
vrijstelling worden verleend, wat betreft klassen I en II
voor alle leerlingen en overigens alleen voor de leer
lingen van afdeeling B, door Burgemeester en Wethou
ders, na ingewonnen advies van de directrice.
Om redenen van gezondheid kan vrijstelling worden
verleend door de commissie van toezicht, na ingewonnen
advies van de directrice.
De vakken natuurkunde, scheikunde en kosmografie
mogen niet bijgewoond worden door die leerlingen,
welke niet in de eerste drie klassen de wiskunde hebben
gevolgd.
In afdeeling B is van de vierde klasse af de wiskunde
facultatief. Wanneer de wiskunde gevolgd is, wordt
daarvan op het diploma melding gemaakt.
De directrice en de commissie van toezicht doen van
de verleende vrijstelling mededeeling aan Burgemeester
en Wethouders.
Aan niet-leerlingen kan door Burgemeester en Wet
houders, na ingewonnen advies van de directrice, toe
gestaan worden enkele vakken te volgen in de B-afdee-
ling mits ten genoege van de directrice en de betrokken
docenten gebleken is dat in die vakken voldoende voor
opleiding genoten is.
Elke leerlinge is verplicht alle lessen te volgen.
Van een of meer vakken kan slechts vrijstelling
worden verleend, wat betreft klassen I en II voor
alle leerlingen en overigens alleen voor de leerlingen
van afdeeling B, door Burgemeester en Wethouders, na
ingewonnen advies van de directrice. Om redenen van
gezondheid kan vrijstelling worden verleend door de
commissie van toezicht, na ingewonnen advies van de
directrice.
De vakken natuurkunde, scheikunde en kosmografie
mogen niet bijgewoond worden door die leerlingen,
welke niet in de eerste drie klassen de wiskunde hebben
gevolgd.
De commissie van toezicht doet van verleende vrij
stellingen mededeeling aan Burgemeester en Wet
houders.
Aan niet-leerlingen kunnen Burgemeester en Wet
houders, na ingewonnen advies van de directrice, toe
staan enkele vakken te volgen in de B-afdeeling, mits
ten genoegen van de directrice en de betrokken docen
ten gebleken is, dat in die vakken voldoende voor
opleiding genoten is.
Art. 6.
De leerlingen, wier ouders on- of minvermogend zijn.
ontvangen desgewenscht van gemeentewege in bruik
leen de benoodigde boeken en leermiddelen, met uit
zondering van kleeding en schoeisel voor de lichamelijke
oefening, dan wel alleen de boeken en niet de leer
middelen (woordenboeken, atlassen, teekenbehoeften,
cahiers).
De verstrekking geschiedt overeenkomstig de regelen
te dien aanzien voor de leerlingen van de Rijks hoogere
burgerscholen geldende.
196
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1935. Bijld.gC TIO. 102.
Art. 4.
Art. 7.
Er zijn 3 vacantiën. een van ongeveer zeven weken,
beginnende op den Woensdag in de week van 10 tot
17 Juli, een met Kerstmis van ongeveer twee weken
en een met Paschen van ongeveer elf dagen.
De cursus begint met het einde van de zomervacantie.
Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegdheid,
zoo dikwijls dit door hen noodig of wenschelijk wordt
geoordeeld, te bepalen, dat geen onderwijs zal worden
gegeven. In spoedeischende gevallen kan de wethouder,
meer in het bijzonder belast met de zaken het onderwijs
betreffende, de directrice toestaan gedurende een school
tijd vrij te geven.
Er zijn drie vacantiën, een die aanvangt op den
achtsten Zaterdag voor den eersten Dinsdag in Sep
tember en eindigt met den aanvang van den nieuwen
cursus, een met Kerstmis en een met Paschen, de beide
laatste elk van ongeveer tien dagen.
De cursus begint met het einde van de zomervacantie.
Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegdheid,
zoo dikwijls zij dit noodig of wenschelijk oordeelen, te
bepalen, dat geen onderwijs zal worden gegeven. In
spoedeischende gevallen kan de wethouder, meer in het
bijzonder belast met de zaken het onderwijs betreffende,
de directrice toestaan gedurende een schooltijd vrij te
geven.
Art. 8.
Het bestuur der school is, onder toezicht van Bur
gemeester en Wethouders, opgedragen aan een direc
trice, die tevens met een deel van het onderwijs wordt
belast.
Het getal docenten wordt door den Gemeenteraad
bepaald.
De docenten gedragen zich in de zaken, de inrichting
der school en de regeling van het onderwijs betreffende,
naar de beslissing van de directrice, behoudens beroep
in geval van geschil op de commissie van toezicht.
Art. 9.
De directrice zendt jaarlijks vóór den lsten Februari
een verslag van de school over het afgeloopen jaar aan
de commissie van toezicht.
Art. 10.
De directrice en het verdere onderwijzend personeel
moeten voor een verlof tot afwezigheid van langer dan
twee dagen toestemming aan Burgemeester en Wet
houders vragen.
Voor een verlof, als in het vorige lid bedoeld, van
twee dagen of minder wordt voor de directrice de toe
stemming van den voorzitter der commissie van toezicht
en voor de docenten die van de directrice vereischt.
Art. 11.
Het aan de directrice en het verdere onderwijzend
personeel op verzoek te verleenen eervol ontslag gaat.
buitengewone omstandigheden uitgezonderd, niet eerder
in, dan twee maanden na den dag, waarop het verzoek
om ontslag is ingekomen.
Tusschen 1 April en het begin der zomervacantie
wordt geen eervol ontslag verleend.
Art. 12.
Burgemeester en Wethouders wijzen telken jare een
der leeraressen aan, om de directrice bij ontstentenis,
afwezigheid of verhindering te vervangen.
Van elke vervanging geeft de alzoo aangewezen
leerares aan Burgemeester en Wethouders kennis.
Bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een der
docenten wordt zooveel mogelijk door de overige
docenten, volgens aanwijzing van de directrice, in de
vervulling der lessen voorzien.
Mocht deze voorziening langer dan één week duren,
dan geschiedt de voortzetting daarvan niet dan onder
goedkeuring der commissie van toezicht.
Kan op de wijze, in de beide vorige alinea's bepaald,
niet behoorlijk in het onderwijs worden voorzien, dan
kan de Gemeenteraad op de wijze, zooals geregeld is
in art. 29 der Middelbaar-Onderwijswet in overleg met
de commissie van toezicht en de directrice de waar-