3 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1937» BIJLAGE NO. Ij.. Voorts brengt de consolideering van vlottende schuld, waartoe Uw Raad in 1936 op onze voorstellen besloot, mede, dat op de desbetreffende leeningen in het vervolg moet worden afgelost. Dit bedrag beloopt voor 1937 ^ond f. 72.000.-. Ook de rentepost moest als gevolg daarvan aanzienlijk worden ver hoogd De hoofdoorzaak, dat de uitgaven niet meer uit de gewone middelen kunnen worden gedekt, blijft gelegen in de veranderde verdeeling van de belastingopbrengsten tusschen het Rijk en de gemeenten met ingang van 1935* Een aanmerkelijk deel dier op brengsten toch moet sindsdien worden gestort in het Werkloos- heidssubsidiefonds. Het belastingbedrag, dat deze gemeente over 1937 derft, wordt geraamd op f. 322675Leeuwarden draagt dus in belangrijke mate bij om de tekorten, ontstaan door de werk loosheidsbestrijding, te dekken. Het is dus begrijpelijk, dat het thans een ernstig extra beroep moet doen op dat fonds, om het ontstane tekort aan te vullen. Wij staan hierin overigens niet alleenj tal van gelijksoortige gemeenten verkeeren in het zelfde geval. Zonder eene herziening van de financieels verhou ding tusschen Rijk en gemeente zullen onzes inziens de tekorten dan ook nog wel geruimen tijd blijven bestaan. Al moge er tegenwoordig sprake zijn van eenige opleving op economisch gebied, deze weerspiegelt zich nog geenszins in de ontvangsten en uitgaven onzer gemeente. Op 1 December 193° beliep het aantal werkloozen 2021)., tegen 2020 en l6l8 op de zelfde dagen in 1935 en 193l+« Voor zoover de inkomsten wegens heffingen hooger zijn geraamd, is dit een gevolg van wijziging van de desbetreffende verordeningen. In dit verband zij er op gewezen, dat naar onze meening deze gemeente hare belastingen en andere heffingen in 193^ °P een zoodanig peil heeft gebracht, dat eene verzwaring daarvan ontoelaatbaar moet worden geacht. Wij zijn zelfs van oordeel, dat er alleszins reden zou zijn om eenige verlichting aan te brengen, ware het niet, dat het tekort op den gewonen dienst slechts is te dekken door het ramen van de maximum extra bij drage en eene belastingbijdrage uit het werkloosheidssubsidie- fonds. Waar de zaken zoo staan, achten wij het niet verantwoord eene vermindering voor te stellen, vermits het bedrag dier ver mindering automatisch gevoegd zou moeten worden bij het cijfer der te vragen bijdragen. Een minderheid in ons College zou eene uitzondering gemaakt willen zien met betrekking tot de in 193^ ingevoerde straatbe lasting. Naar hare meening is het percentage van heffing ad 6g- te hoog en ten vorigen jare alleen geaccepteerd in de veronder stelling, dat de begrooting 193^ daardoor in evenwicht kon wor den gebracht. Nu het evenwicht in do begrootingen echter niet kan worden verkregen, meent zij, dat voor dit jaar het percentage tot 5 ware terug te brengen. Daarmede zou volgens haar de totale belastingdruk in deze gemeente nog hoog genoeg en in ieder geval ruimschoots voldoende zijn om haar in aanmerking te doen komen voor de bijzondere "subjectieve" bijdragon, zulks mede in ver gelijking mot den toestand in andere gomoenten. De meerderheid van ons College acht aich evenwel niet verantwoord eenige ver laging voor te stellen. Zij is van gevoelen, dat, nu deze ge meente die heffing heeft aanvaard, al was het ook met de hoop buiten de subjectieve bijdragen te kunnen blijven, er voor ver laging geene aannemelijke reden is aan te voeren nu het tekort niet anders is aan te zuiveren dan door extra steun uit het Werk- loosheidssubsidiefondsZij wenscht in dit opzicht niets te risqueeren en is van meening, dat alles moet worden gedaan om het jaar 1937 sluitende te krijgen. Wanneer de gemeente zelf tot het alleruiterste bijdraagt om het tekort te overbruggen, kan haars inziens de aanvraag om de extra subsidies met des te [If

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1937 | | pagina 189